Deutschkurs 090622

Herzlich Willkommen
  • Was kann ich für Sie tun?
  • Kann ich Ihnen/dir noch behilflich sein?
  • Warum bist du/sind Sie nächste Woche nicht da?
  • Wo steht das? (Informationen)
  • Wann werden die Tore abgeliefert? 
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsBeroepsopleiding

In deze les zitten 9 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen
  • Was kann ich für Sie tun?
  • Kann ich Ihnen/dir noch behilflich sein?
  • Warum bist du/sind Sie nächste Woche nicht da?
  • Wo steht das? (Informationen)
  • Wann werden die Tore abgeliefert? 

Slide 1 - Tekstslide

naar -> Duits 
In het Duits is er niet één vertaling voor het voorzetsel “naar”, maar zijn er vijf vertalingen!
nach = na, naar                          auf = op, naar 
zu = te, naar                                 an = aan, naar
in = in, naar
Wanneer gebruik je welke vertaling?
Nach: betekent na, maar dus ook naar.

Slide 2 - Tekstslide

naar -> Duits -> nach
Wanneer gebruik je welke vertaling?
a. Naar richtingen
nach links = naar links
nach Norden = naar het noorden

b. Landen zonder lidwoord
 nach Deutschland – nach Spanien – nach Italien


d. nach Hause = naar huis

Slide 3 - Tekstslide

naar -> Duits -> nach

c. In combinatie met vaste werkwoorden
     Ich werfe nach = Ik gooi naar
     Ich greife nach = Ik grijp naar

d. nach Hause = naar huis

Slide 4 - Tekstslide

naar -> Duits -> zu
a. Naar personen
     Ich gehe zum Arzt. = Ik ga naar de arts.
     Ich gehe zu meiner Tante. = Ik ga naar mijn tante.

b. Richtingen met lidwoord. Je gaat alleen in de richting, dus niet het gebouw in.
    zur Schule gehen = naar school gaan (niet gebouw betreden)


Slide 5 - Tekstslide

naar -> Duits -> in
In: betekent in, maar dus ook naar.
a. Landen met voorzetsel – geografische betekenis met lidwoord
    in die Türkei = naar Turkije
    in die Schweiz = naar Zwiterserland
b. Als je daadwerkelijk een gebouw “in” gaat
     in die Schule gehen = naar school gaan (wel het gebouw betreden)

Slide 6 - Tekstslide

naar -> Duits -> in
c. Vaste uitdrukkingen
     ins Theater gehen = naar het theater gaan
     ins Museum gehen = naar het museum gaan
     ins Konzert gehen = naar het concert gaan
     in die Vorlesung gehen = naar de voorlezing gaan

Er zijn nog meer vaste uitdrukkingen! 

Slide 7 - Tekstslide

naar -> Duits -> auf
auf: betekent op, maar dus ook naar.
a. bij gemeente/officiële instanties (kan ook zu zijn).
     auf die Post – zur Post = naar het postkantoor
     auf das Rathaus = naar het raadhuis
b. Vaste uitdrukkingen
     aufs Klo = naar het toilet
     auf eine Party = naar een feestje

Slide 8 - Tekstslide

naar -> Duits -> an

bij meren/zeeën
 an den Golf = naar de golf.
 ans Ufer = aan de oever
 an die Nordsee= aan de Noordzee

Slide 9 - Tekstslide