TOA Patienten met beperkingen

Communicatie met....
...patiënten met lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen 
 

TOA B1A FEB
23 mei 2023
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Communicatie met....
...patiënten met lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen 
 

TOA B1A FEB
23 mei 2023

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
VOLGENDE WEEK: 
Gastles over patiënten met dementie: 
30 mei 10.30-12.30- in lokaal T37

https://www.samendementievriendelijk.nl/
Bereid je voor door starttraining te maken.






Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jullie ervaring met patiënten met een lichamelijke of verstandelijke beperking?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les…
  • Ken je minimaal drie verschillende beperkingen die patiënten kunnen hebben
  • Weet je hoe je kunt communiceren met deze patiënten
  • Weet je wat CVA is en ken je de verschillende vormen van CVA
  • Weet je hoe je kunt communiceren met deze patiënten



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke communicatieprobleem kan een beperking geven?

Slide 5 - Open vraag

Onmogelijk spreken, gezichtsuitdrukkingen, geluiden, natuurlijke gebaren of schrift.
Functiebeperkingen op lichamelijk gebied
o.a:
  • Motorische beperking
  • zintuigelijke beperking
  • niet-aangeboren hersenletsel

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen met een motorische beperking
Is een stoornis in of aan de ledematen, waardoor iemand gehinderd wordt in handelen en/of bewegen.

bijv:
  • Dwarslaesie
  • Spierziekten
  • Multiple sclerose
  • Reuma

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen met een zintuigelijke beperking
Beperkt in het opnemen en verwerken van informatie:

  • Doofheid
  • Slechthorendheid
  • Blindheid
  • Slechtziendheid

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke aandachtspunten zijn er denk je in het contact met mensen die doof en slechthorend zijn?


Slide 9 - Woordweb

Praat rustig en duidelijk, maar overdrijf niet.
Gezicht en mond goed te zien, voldoende licht, waarbij gesprekspartner niet tegen het licht in laten kijken.
Houd een blocnote bij de hand om lastige woorden op te kunnen schrijven
Niet aangeboren hersenletsel (NAH)

Verzamelnaam voor alle letsels aan de hersenen die op latere leeftijd zijn ontstaan

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 NAH's

Slide 11 - Open vraag

Hersenschudding. Door een hersenschudding kun je je misselijk, moe, duizelig of in de war voelen. ...
Hersenkneuzing. ...
Beroerte. ...
Hersentumor. ...
Hersenvliesontsteking (meningitis) ...
Hersenontsteking (encefalitis) ...
NAH door te weinig zuurstof. ...
Wat betekent NAH

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Patiënten met CVA
CVA = “accident” “vasculair” “cerebro”
“Ongeluk” met “de vaten” in “de hersenen”

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jullie ervaring mbt communicatie met deze doelgroep?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TAAL-stoornis


Afasie:

Motorisch: verminderd vermogen tot uitdrukken. Weet het niet meer.
Sensorisch: maakt verwarde ‘onzin’ zinnen. En heeft dat zelf niet in de gaten.



 SPRAAKstoornis


Dysarthrie 

Verminderde verminderde spierkracht/verminderde samenwerking spieren. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communicatie met patiënten met een beperking

  •  Neem een rustige en gelijkwaardige houding aan
  • Pas de communicatie aan op het niveau van de patiënt 
  • Gebruik korte zinnen zonder moeilijke woorden
  • Stel enkelvoudige vragen
  •  Controleer begrip 
  • Probeer een andere manier van communiceren. Bijvoorbeeld met lichaamstaal, pictogrammen, beeldlezen of gebaren, digitale technieken of tolk.

Slide 18 - Tekstslide

Beeldlezen: praten met pictogrammen. Een pictoverhaal
Waar of niet waar?

In Nederland hebben ca.1/2 miljoen mensen een verstandelijke beperking (IQ < 70)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

142.000 mensen
Waar of niet waar?

In Nederland hebben ongeveer 75.000 mensen een licht verstandelijke beperking (IQ tussen 50 en 70)

A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

74.000 mensen
Waar of niet waar?

In Nederland is ca 2,2 miljoen mensen zwakbegaafd (IQ tussen 70 en 85)

A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?

In Nederland lopen elk jaar 140.000 mensen hersenletsel op

A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Niet aangeboren hersenletsel
Waar of niet waar?

In totaal ervaren in Nederland 650.000 mensen de gevolgen van niet-aangeboren hersenletsel (NAH)

A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nog meer communicatietips 

  • Neem de tijd voor een gesprek en laat blijken dat je tijd en belangstelling hebt.
  • Zorg voor een rustige omgeving (geen drukte, radio, …).
  • Zorg dat je steeds zichtbaar bent voor de patiënt. Zet voorwerpen ook altijd in zijn gezichtsveld als een deel van zijn blikveld uitgevallen is.
  • Praat met eenvoudige woorden en korte zinnen. Las pauzes in en leg de klemtoon op het belangrijkste woord.
  • Beperk de hoeveelheid informatie. Patiënten kampen vaak met geheugenstoornissen en kunnen nieuwe informatie soms niet of slechts gebrekkig onthouden.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Gebruik gebaren, beelden of tekeningen als woorden tekort schieten. 
  • Wijs voorwerpen aan en stimuleer de patiënt hetzelfde te doen.
  •  Zorg ervoor dat informatie eventueel opgeschreven kan worden.
  •  Probeer informatie te krijgen met ja- en nee-vragen. 
  • Controleer wel of ‘ja’ en ‘nee’ correct gebruikt worden want sommige patiënten halen dit door elkaar.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Observeer de lichaamstaal van de patiënt.
  • Blijf herhalen tot de boodschap begrepen is, desnoods door steeds trager of op een steeds eenvoudiger manier te herhalen.
  • Geef de patiënt de tijd om een woord te zoeken en dwing niet tot praten. Herhaal wat je denkt begrepen te hebben.
  • Praat niet met anderen over het hoofd van de patiënt. Toon respect en betrek hem/haar in de conversatie.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet elke beperking 
is een handicap! 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies