oefentoets h/v klas 2 hfd 2

de moedernegotie heet ook wel
A
de handel op de oost
B
de handel zonder winst
C
de Oostzeehandel
D
de handel naar Amerika
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

de moedernegotie heet ook wel
A
de handel op de oost
B
de handel zonder winst
C
de Oostzeehandel
D
de handel naar Amerika

Slide 1 - Quizvraag

winsten investeren in de hoop nog meer te verdienen heet....?

Slide 2 - Open vraag

een plek waar spullen tijdelijk opgeslagen liggen om doorverkocht te worden heet een ….
A
handelsmerk
B
stapelmarkt
C
zolder
D
handelsmarkt

Slide 3 - Quizvraag

welke stad was voor Amsterdam de belangrijkste stad in de Nederlanden
A
Utrecht
B
Londen
C
Antwerpen
D
Brussel

Slide 4 - Quizvraag

Welke (tijds)volgorde is juist?
A
VOC - WIC - Oostzeehandel
B
Oostzeehandel - VOC - WIC
C
Oostzeehandel - WIC - VOC
D
VOC - Oostzeehandel - WIC

Slide 5 - Quizvraag

VOC
WIC

Slide 6 - Sleepvraag

Welke rechten had VOC?

Slide 7 - Open vraag

in welk jaar werd de Nederlandse republiek onafhankelijk
A
1579
B
1588
C
1589
D
1602

Slide 8 - Quizvraag

Waarom noemen we de Gouden eeuw een Gouden eeuw?

Slide 9 - Open vraag

Wie heeft het slingeruurwerk uitgevonden?
A
Antoni van Leeuwenhoek
B
Hugo de Groot
C
Christiaan Huygens
D
René Descartes

Slide 10 - Quizvraag

De wetenschappelijke revolutie was:
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 11 - Quizvraag

Wie kreeg de schuld van het Rampjaar?
A
Maurits
B
Johan van oldenbarevelt
C
Hugo de groot
D
De Witt

Slide 12 - Quizvraag

Zet in de juiste tijdsvolgorde:
1 Stadhouderloze tijdperk. 2 Willem II.
3 Einde Gouden Eeuw. 4 Rampjaar
A
1-4-3-2
B
2-1-4-3
C
4-2-1-3
D
1-2-3-4

Slide 13 - Quizvraag

Wie zaten er tijdens de Republiek in het bestuur van de Nederlanden?
A
Stadhouders
B
Vorsten
C
Regenten
D
2e Kamerleden

Slide 14 - Quizvraag

Waaruit blijkt de verdraagzaamheid in de Republiek?
A
In de republiek werden geen zware straffen uitgedeeld
B
In de republiek was slavernij toegestaan
C
Iedereen kon een bestuursfunctie krijgen in de republiek
D
Mensen hadden in de republiek godsdienstvrijheid

Slide 15 - Quizvraag

stadhouder
raadspensionaris

Slide 16 - Sleepvraag

Een andere naam voor een kleine groep rijke burgers is …..
A
regenten
B
stadhouders
C
kooplieden
D
burgerlieden

Slide 17 - Quizvraag

In welk jaar vond deze gebeurtenis plaats?

Slide 18 - Open vraag

Geen taak van de raadspensionaris is...?
A
hoogste ambtenaar
B
contacten met nadere landen
C
Adviseur staten-generaal
D
hoogste legerbaas

Slide 19 - Quizvraag

Geen voorbeeld van een monarchie in de 17e eeuw is....?
A
Frankrijk
B
Nederlanden
C
Engeland
D
Spanje

Slide 20 - Quizvraag

Koning Lodewijk XIV regeerde. Welk woord past het beste bij hem?
A
monarchie
B
democratie
C
absolutisme
D
dictatuur

Slide 21 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij het absolutisme?
A
Droit divin
B
Alle macht aan de koning
C
Versailles
D
Parlement heeft macht

Slide 22 - Quizvraag

Waarom vonden veel mensen het absolutisme heel gewoon?
A
Ze hielden van de koning
B
Een koning was door god op die plek gezet
C
Een koning was belangrijk
D
Men vond alles wel goed in die tijd

Slide 23 - Quizvraag

Lodewijk XIV wilde dat in Frankrijk iedereen.....?
A
rijk werd
B
protestant werd
C
katholiek werd
D
gelukkig werd

Slide 24 - Quizvraag