2.1 + H2.2 Licht en schaduw

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

NaSk H2 Licht Planning 

§2.1 Licht en schaduw

Blz. 26 Leerboek

Blz. 49 Werkboek

Doelen:

- Ik weet waar licht ontstaat.

- Ik weet hoe schaduw ontstaat.

Lichtbron

is de plaats waar licht ontstaat.

Lichtbron

is de plaats waar licht ontstaat.

Een lichtstraal is een rechte lijn die laat zien hoe het licht vanaf de lichtbron naar de omgeving gaat.

Natuurlijke lichtbron
(door de natuur ontstaan)

Kunstmatige lichtbron
(door mensen gemaakt)

Indirect licht =  licht dat niet rechtstreeks van een lichtbron komt, maar eerst tegen een voorwerp weerkaatst.

verstrooiing

diffuus licht

Dit plaatje is een voorbeeld van

1. natuurlijke lichtbron
2. Kunstmatige lichtbron

Een voorbeeld van een kunstmatige lichtbron is

1. Kaars
2. Maan
3. Zon
4. Sterren

Kaarsen zijn een kunstmatige lichtbron omdat..?

1. Ze geen natuurlijk licht geven
2. Ze door de mens gemaakt zijn
3. In de natuur gevonden worden
4. Ze een natuurlijk licht geven

Aan de slag

Maak nu opdracht 1 t/m 13

Van 2.1

Schaduw ontstaat als een voorwerp fel wordt verlicht.

De schaduw is het gebied achter het voorwerp waar veel minder licht komt.

Schaduw tekenen

Schaduw (kern en half): fout

Gezichtsveld = het gebied dat je kunt zien.

Een zichtlijn = een lijn die je gebruikt om de grens van je gezichtsveld aan te geven.

Aan de slag

Maak opdrachten 1 t/m 21 van H.2 paragraaf 2.1 

Klaar? Kijk na.

Niet klaar? Zorg dat het af en nagekeken is op maandag 11 september! Dus noteren in je agenda!!

H. 2.2 Spiegels

Leerdoel:

• Je leert hoe je een spiegelbeeld kunt zien.
• Je leert hoe je spiegelbeelden tekent.

Dit plaatje is een voorbeeld van

1. natuurlijke lichtbron
2. Kunstmatige lichtbron

Een voorbeeld van een kunstmatige lichtbron is

1. Kaars
2. Maan
3. Zon
4. Sterren

Kaarsen zijn een kunstmatige lichtbron omdat..?

1. Ze geen natuurlijk licht geven
2. Ze door de mens gemaakt zijn
3. In de natuur gevonden worden
4. Ze een natuurlijk licht geven

Spiegelende weerkaatsing

Diffuse weerkaatsing:

Spiegelende weerkaatsing

Diffuse weerkaatsing:

Lichtstralen in alle richtingen.

Spiegelende weerkaatsing

Spiegelende weerkaatsing:

Diffuse weerkaatsing:

Lichtstralen in alle richtingen.

Spiegelende weerkaatsing

Spiegelende weerkaatsing:

lichtstralen in één richting.

Diffuse weerkaatsing:

Lichtstralen in alle richtingen.

Spiegelende weerkaatsing

Spiegelende weerkaatsing:

lichtstralen in één richting.

Diffuse weerkaatsing:

Lichtstralen in alle richtingen.

Eigenschappen spiegelbeeld:

Spiegelende weerkaatsing

Spiegelende weerkaatsing:

lichtstralen in één richting.

Diffuse weerkaatsing:

Lichtstralen in alle richtingen.

Eigenschappen spiegelbeeld:

1. Ziet er hetzelfde uit als voorwerp voor spiegel.

Spiegelende weerkaatsing

Spiegelende weerkaatsing:

lichtstralen in één richting.

Diffuse weerkaatsing:

Lichtstralen in alle richtingen.

Eigenschappen spiegelbeeld:

1. Ziet er hetzelfde uit als voorwerp voor spiegel.

2. Even groot.

Spiegelende weerkaatsing

Spiegelende weerkaatsing:

lichtstralen in één richting.

Diffuse weerkaatsing:

Lichtstralen in alle richtingen.

Eigenschappen spiegelbeeld:

1. Ziet er hetzelfde uit als voorwerp voor spiegel.

2. Even groot.

3. Afstand van de spiegel hetzelfde.

Spiegelende weerkaatsing

Spiegelende weerkaatsing:

lichtstralen in één richting.

Diffuse weerkaatsing:

Lichtstralen in alle richtingen.

Eigenschappen spiegelbeeld:

1. Ziet er hetzelfde uit als voorwerp voor spiegel.

2. Even groot.

3. Afstand van de spiegel hetzelfde.

4. Kan niet op scherm projecteren.

Spiegelende weerkaatsing

Spiegelende weerkaatsing:

lichtstralen in één richting.

Diffuse weerkaatsing:

Lichtstralen in alle richtingen.

Eigenschappen spiegelbeeld:

1. Ziet er hetzelfde uit als voorwerp voor spiegel.

2. Even groot.

3. Afstand van de spiegel hetzelfde.

4. Kan niet op scherm projecteren.

Je kunt een voorwerp via een spiegel zien als de zichtlijn van oog naar spiegelbeeld door de spiegel loopt.

Spiegelende weerkaatsing

Spiegelende weerkaatsing:

lichtstralen in één richting.

Diffuse weerkaatsing:

Lichtstralen in alle richtingen.

Eigenschappen spiegelbeeld:

1. Ziet er hetzelfde uit als voorwerp voor spiegel.

2. Even groot.

3. Afstand van de spiegel hetzelfde.

4. Kan niet op scherm projecteren.

Je kunt een voorwerp via een spiegel zien als de zichtlijn van oog naar spiegelbeeld door de spiegel loopt.

Spiegelende weerkaatsing

Spiegelende weerkaatsing:

lichtstralen in één richting.

Diffuse weerkaatsing:

Lichtstralen in alle richtingen.

Eigenschappen spiegelbeeld:

1. Ziet er hetzelfde uit als voorwerp voor spiegel.

2. Even groot.

3. Afstand van de spiegel hetzelfde.

4. Kan niet op scherm projecteren.

Je kunt een voorwerp via een spiegel zien als de zichtlijn van oog naar spiegelbeeld door de spiegel loopt.

licht van een voorwerp       via spiegel       jouw oog        je ziet het spiegelbeeld.

Spiegelbeelden zien

Bij diffuse weerkaatsing wordt het licht

1. In één richting weerkaatst
2. In allerlei richtingen weerkaatst.

Van wat voor soort weerkaatsing is dit een voorbeeld

1. Diffuse reflectie
2. Spiegelende reflectie

Van wat voor type weerkaatsing is dit een voorbeeld?

1. Diffuse reflectie
2. Spiegelende reflectie

Wat weet je van de afstand tussen het spiegelbeeld en de spiegel en de afstand tussen het voorwerp en de spiegel?

1. Van spiegelbeeld tot spiegel is groter
2. Van voorwerp tot spiegel is groter
3. Beide afstanden zijn evengroot

Aan de slag

Lees hoofdstuk 2.2  (blz 29 -31)

Maken opdrachten 22 t/m 30 (+ nakijken, verbeteren)
Klaar? 31 t/m 34

Dan: nakijken - verbeteren - werk afmaken - lezen

Niet klaar? Zorg dat het af en nagekeken is op maandag 18 september! Dus noteren in je agenda!