H1 §4 Nederland: winnaars en verliezers - havo

Programma
Welkom
Herhaling
Uitleg bij §4 
Aan de slag 
Afsluiting
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma
Welkom
Herhaling
Uitleg bij §4 
Aan de slag 
Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de interne oorzaken?
A
Natuurlijke oorzaken en menselijke oorzaken in een land
B
Ligging van een land
C
Koloniaal verleden
D
Rol van een land in de wereldeconomie

Slide 2 - Quizvraag

Maak de juiste combinaties. Sleep de gele blokjes naar de rode.
I. Communisme
II. Dictatuur
III. Kapitalisme
A. Bestuur van een land waarbij een persoon alle macht heeft. 
B. Politiek en economisch systeem in een land, waarbij gestreefd wordt naar zoveel mogelijk winst.
C. Politiek en economisch systeem in een land waarbij gestreefd wordt naar zoveel mogelijk gelijkheid.

Slide 3 - Sleepvraag

H1 Wereldeconomie: winnaars en verliezers 
§5: Nederland: Winnaars en Verliezers

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je weet welke factoren verklaren waarom de regio Eindhoven zich heeft ontwikkeld tot een brainport. 
  2. Je begrijpt waarom Oost-Groningen tot de armste regio's van Nederland behoort en Eindhoven tot de succesvolste. 
  3. Je kunt beoordelen of Nederland gebaat is bij een meer gesloten of meer open wereldeconomie. 

Belangrijke begrippen: globaliseringsindex, outsourcing, Brainport, vestigingsfactoren, regionaal ontwikkelingsbeleid, hoogwaardige dienstverlening. 

Slide 5 - Tekstslide

Februari 2019

Slide 6 - Tekstslide

Globaliseringsindex
Globaliseringsindex : hierin kun je aflezen hoe sterk een land verbonden is met het buitenland. (0=niet verbonden, 100=super verbonden)

In 2018 stond Nederland op 1. Waarom staat Nederland op 1? 


Slide 7 - Tekstslide

Hoe komt het dat Nederland zo hoog in de globaliseringsindex staat?
- Hoogwaardige maakindustrie
- Open en sterk op het buitenland gerichte economie
- Veel vernieuwende hightechbedrijven, zoals Eindhoven (Brainport).

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Export 
Import

Slide 11 - Tekstslide

De kenniskaart van Nederland:
Welk gebied valt jullie op?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Eindhoven, de slimste
Brainport = Gebied dat hoort tot de kenniseconomie met een hoge dichtheid aan hightech bedrijven, universiteiten en onderzoeksinstituten. (Philips, Daf en ASML)

Vestigingsfactoren spelen hierbij een rol:
  • De aanwezigheid van bedrijven die elkaar aanvullen en ondersteunen.
  • Goed opgeleide (technische) beroepsbevolking. In deze regio is een hechte samenwerking tussen het bedrijfsleven en de wetenschap, gesteund door de overheid.
  • De nabijheid van de interessante afzetmarkten. In een straal van 150 km rond Eindhoven wonen mensen met een bovengemiddeld inkomen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Oost-Groningen, krimpgebied met mogelijkheden
  • Oost-Groningen is een van de armste delen van Nederland. Lang is het gebied op de landbouw gericht.
  • In Nederland is er juist veel hoogwaardige dienstverlening (advieskantoren, banken, hbo/universiteiten). --> Oost-Groningen vindt het moeilijk om hier aan te haken.

  • Vanaf de jaren '60 krijgt dit gebied steun van de overheid:
- Regionaal ontwikkelingsbeleid = extra ondersteuning vanuit Den Haag of de EU voor achterblijvende gebieden. In Groningen deden ze dit door overheidsdiensten naar dit gebied te sturen. --> Het doel was: zorgen voor meer werkgelegenheid en inwoners in Groningen. 


Slide 18 - Tekstslide

Gevolgen?
1. Bevolking 'krimpt'
2. Vergrijzing 
3. Leegstand 

Slide 19 - Tekstslide

Kansen voor Oost-Groningen
  • De leefomgeving: dit gebied geeft rust en ruimte en je woont er goedkoop.

  • Het energiebeleid: het landschap in dit gebied is geschikt voor het opwekken van duurzame energiebronnen, zoals: windenergie, zonne-energie.

  • Overheidsbemoeienis: de overheid gaat in dit aardbevingen getroffen gebied investeren.

De toekomst gaat uitwijzen of Oost-Groningen gaat de krimp weet om te zetten naar een groei in de bevolking.

Slide 20 - Tekstslide

Kansen
  • Overheidsbemoeienis:      De overheid gaat in dit door aardbevingen getroffen gebied fors investeren 

Slide 21 - Tekstslide

Kansen
  • Het energiebeleid (zon, wind, biomassa)


Slide 22 - Tekstslide

Kansen 
  • De leefomgeving – Oost-Groningen biedt rust en ruimte en je woont er goedkoop.
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? §4 opdracht 1 t/m 6a
Hoe? je mag samenwerken met je buur.
Klaar? 
- Nakijken 1.4 
- Voorbereiden 


Slide 24 - Tekstslide

Examenvraag oefenen

Slide 25 - Tekstslide

Antwoorden examenvragen

Slide 26 - Tekstslide

Wat is de globaliseringsindex?
A
Hoever de globalisering tussen landen plaatsvindt
B
Hoe sterk een land verbonden is met de wereld
C
Hoe sterk een land verbonden is met het buitenland
D
Hoe sterk een land verbonden is met de handel binnen haar eigen land

Slide 27 - Quizvraag

Waarom is Nederland zo sterk op het buitenland gericht?
A
We zijn een klein land en hebben dus niet alle grondstoffen in eigen land.
B
Veel mensen spreken Engels.
C
Onze laagwaardige maakindustrie is verplaatst naar lagelonenlanden.
D
We liggen aan zee dus we hebben havens.

Slide 28 - Quizvraag

Welke vestigingsfactor geldt NIET voor Brainport Eindhoven?
A
Agglomeratievoordeel.
B
Goed opgeleide beroepsbevolking.
C
De aanwezigheid van delfstoffen.
D
Goede infrastructuur.

Slide 29 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij "redenen waarom een bedrijf zich ergens vestigt"
A
Vestigingsfactoren
B
Vestigingsplaatsfactoren
C
Vestigingsfactoren
D
Vestigingsplekken

Slide 30 - Quizvraag