2HV Aanpassingen bij planten

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Wat gaan we vandaag doen?

• Leerdoelen T6B8
  
• Herhalingsvragen T6B7
• Uitleg T6B8
• Zelfstandig aan het werk
  

Leerdoelen

1. Je moet bij planten aanpassingen aan de biotoop kunnen beschrijven.

Ad en Ton vergelijken landdieren met waterdieren. Ad zegt dat alle dieren die in het water leven een gestroomlijnde lichaamsvorm hebben. Ton zegt dat alle dieren die op het land leven aanpassingen hebben om hun eigen lichaamsgewicht te dragen. Wie heeft (hebben) gelijk?

1. Ad
2. Ton
3. Beide
4. Geen van beide

Is een egel een topganger of een zoolganger?

1. Zoolganger
2. Topganger

Zijn de poten van een egel vooral aangepast aan het lopen op een zachte bodem of aan het lopen op een harde bodem?

1. Harde bodem
2. Zachte bodem

Welke poot kan van een loopvogel zijn?

1. Poot 1
2. Poot 2
3. Poot 3
4. Poot 4

Welke poot kan van een roofvogel zijn?

1. Poot 1
2. Poot 2
3. Poot 3
4. Poot 4

Hoe gebruikt deze vogel zijn snavel bij het verkrijgen van voedsel?

1. Deze vogel kraakt met zijn snavel noten en harde zaden
2. Deze vogel prikt met zijn snavel in de bodem naar bodemdiertjes
3. Deze vogel vangt met zijn snavel insecten
4. Deze vogel zeeft met zijn snavel kleine plantjes en diertjes uit het water

Voorbeelden van een gestroomlijnde lichaamsbouw zijn een gladde huid en een geleidelijke overgang van de kop, romp en staart.

1. Juist
2. Onjuist

De bodem van de Noordpool is zacht door alle sneeuw die er ligt. Je zakt er makkelijk in weg. Zul je op de Noordpool vooral teengangers, topgangers of zoolgangers tegenkomen?

1. Teengangers
2. Topgangers
3. Zoolgangers

Waarvoor zouden planten
zich kunnen aanpassen
in een biotoop?

Aanpassingen aan de hoeveelheid licht:

Zonplanten hebben kleine, dikke bladeren en schaduwplanten juist grote smalle bladeren. Ook zijn er voorjaarsbloeiers die al bloeien voordat de bomen gaan bloeien.

Aanpassingen aan de hoeveelheid water

Opslag van water in stengels.

Waterplanten (waterlelie, waterpest) hebben slappe stengels met luchtkanalen. Hierdoor kan er zuurstof van de bladeren naar de wortels worden gebracht.

Zelfstandig werken

Maken opdrachten van basisstof 8 (27 t/m 29)