7.4 Krachten in evenwicht

7.4 Krachten in evenwicht
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

7.4 Krachten in evenwicht

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je leert het effect van twee krachten die elkaar tegenwerken.

Slide 2 - Tekstslide

Welke krachten kennen we ook alweer?

Slide 3 - Tekstslide

Spierkracht, Fspier
De spierkracht is de kracht die je met je spieren uitoefent. Bij voetballen geeft de spierkracht de bal een snelheid. Een zeiler gebruikt zijn spierkracht om het zeil op te hijsen.

Slide 4 - Tekstslide

Veerkracht Fv
De veerkracht is de kracht die een gespannen veer of elastiek uitoefent. Een katapult schiet een steentje weg door de veerkracht. 

Slide 5 - Tekstslide

Zwaartekracht Fz
De zwaartekracht is de kracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. Door de zwaartekracht valt alles naar beneden.

Slide 6 - Tekstslide

Wrijvingskracht Fw
De wrijvingskracht of weerstandskracht op een bewegend voorwerp is de kracht die de omgeving op een bewegend voorwerp uitoefent. Als je bij het fietsen stopt met trappen, dan kom je door de wrijvingskracht tot stilstand.

Slide 7 - Tekstslide

Spankracht Fspan
De spankracht is de kracht die een touw of snaar of ander langwerpig voorwerp gespannen houdt - meestal doordat dit voorwerp iets op/aantrekt. Zoals bij de lamp. Op het snoer van de lamp werkt een kracht, dat noem je de spankracht.
Fspan

Slide 8 - Tekstslide

De normaalkracht Fn
De normaalkracht is de kracht die de ondergrond uitoefent op het voorwerp dat op die ondergrond staat. De normaalkracht is steeds even groot als de zwaartekracht.

Slide 9 - Tekstslide

Krachten evenwicht
Bij een lamp die aan het plafond hangt zie je geen effect van een kracht. Dat komt omdat er twee krachten op de lamp werken: de zwaartekracht naar beneden en de spankracht naar boven. De spankracht en de zwaartekracht zijn even groot maar tegengesteld: er is evenwicht. Bij twee krachten is er evenwicht als de krachten even groot en tegengesteld gericht zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Krachten evenwicht

Slide 11 - Tekstslide

Zwaartekracht en normaalkracht
De normaalkracht is de kracht die de ondergrond uitoefent op het voorwerp dat op die ondergrond staat. De normaalkracht is steeds even groot als de zwaartekracht. Bij een te grote zwaartekracht zakt de ondergrond door. Je tekent deze twee krachten vanuit het zwaartepunt.

Slide 12 - Tekstslide

Zwaartekracht en normaalkracht

Slide 13 - Tekstslide

Spierkracht en wrijvingskracht
Als je met een te kleine kracht tegen een auto duwt, komt de auto niet van zijn plaats. Dit komt door de wrijvingskracht die in tegengestelde richting werkt. Als de wrijvingskracht even groot en tegengesteld is aan de spierkracht is er evenwicht. De auto blijft staan.


Slide 14 - Tekstslide

Spierkracht en wrijvingskracht
Als je met een te kleine kracht tegen een auto duwt, komt de auto niet van zijn plaats. Dit komt door de wrijvingskracht die in tegengestelde richting werkt. Als de wrijvingskracht even groot en tegengesteld is aan de spierkracht is er evenwicht. De auto blijft staan.


Slide 15 - Tekstslide

Spierkracht en wrijvingskracht
Als je nog harder gaat duwen dan zal de spierkracht groter worden dan de wrijvingskracht. Hierdoor komt de auto in beweging.
Je tekent de krachten allebei vanuit het zwaartepunt.

Slide 16 - Tekstslide

Spierkracht en wrijvingskracht
Als je nog harder gaat duwen dan zal de spierkracht groter worden dan de wrijvingskracht. Hierdoor komt de auto in beweging.
Je tekent de krachten allebei vanuit het zwaartepunt.

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten maken
Weektaak:
Waar? Bladzijde 141 t/m 148 
Wat? Opdracht 49 t/m 62
Hoe? In je werkboek
Klaar? Nakijken

Slide 18 - Tekstslide