2HV - Formules maken bij grafieken

Formules maken
+
Wetenschappelijke notatie


2 Havo en Vwo
§3.1,     §3.2,     §3.3     en     §1.6
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Formules maken
+
Wetenschappelijke notatie


2 Havo en Vwo
§3.1,     §3.2,     §3.3     en     §1.6

Slide 1 - Tekstslide

Met een bijbaantje verdien je €3,- fietsvergoeding per maand en €2,50 per gewerkt uur.

Slide 2 - Tekstslide

Met een bijbaantje verdien je €3,- fietsvergoeding per maand en €2,50 per gewerkt uur.

Inkomsten in € = 3 + 2,50 x gewerkte uren



I = inkomsten in € en t = tijd in uren

Vergelijk:                                   of
I=3+2,50t
y=3+2,5t
y=2,5t+3

Slide 3 - Tekstslide

Met een bijbaantje verdien je €3,- fietsvergoeding per maand en €2,50 per gewerkt uur.

I = inkomsten in € en t = tijd in uren
I=3+2,50t
t
0
1
2
3
4
5
3,-
5,50
8,-
10,50
13,-
15,50

Slide 4 - Tekstslide

Met een bijbaantje verdien je €3,- fietsvergoeding per maand en €2,50 per gewerkt uur.

I = inkomsten in € en t = tijd in uren
I=3+2,50t
t
0
4
3,-
13,-
Rechte lijn = lineair verband

Slide 5 - Tekstslide

Met een bijbaantje verdien je €3,- fietsvergoeding per maand en €2,50 per gewerkt uur.

I = inkomsten in € en t = tijd in uren
I=3+2,50t
Ligt punt (3,11) op de lijn?

Slide 6 - Tekstslide

Met een bijbaantje verdien je €3,- fietsvergoeding per maand en €2,50 per gewerkt uur.

I = inkomsten in € en t = tijd in uren
I=3+2,50t
Ligt punt (3,11) op de lijn?

x-coördinaat invullen in de formule:


De y-coördinaat is dus 10,5, dus nee

I=3+2,503=3+7,50=10,50

Slide 7 - Tekstslide

Hoe stellen we de formule op bij een grafiek?

Slide 8 - Tekstslide

Rechte lijn = lineair verband
y=ax+b

Slide 9 - Tekstslide

Rechte lijn = lineair verband
y=ax+b
I=at+b

Slide 10 - Tekstslide

t
0
1
2
3
4
5
3,-
5,50
8,-
10,50
13,-
15,50
---->
   1
a = stijggetal = richtingscoëfficiënt


----->
2,50
+1
+1
+1
+1
+1
+2,5
+2,5
+2,5
+2,5
+2,5
I=at+b

Slide 11 - Tekstslide

--------------------->
                 4
a = stijggetal = richtingscoëfficiënt


-------------------------->
10
+4
+10
I=at+b
t
0
4
3,-
13,-

Slide 12 - Tekstslide

--------------------->
                 4
a = stijggetal = richtingscoëfficiënt




-------------------------->
10
+4
+10
I=at+b
t
0
4
3,-
13,-
a=horizontaalverticaal

Slide 13 - Tekstslide

--------------------->
                 4
a = stijggetal = richtingscoëfficiënt




-------------------------->
10
+4
+10
I=at+b
t
0
4
3,-
13,-
a=horizontaalverticaal=410=2,5

Slide 14 - Tekstslide

--------------------->
                 4
a = stijggetal = richtingscoëfficiënt



invullen geeft:
-------------------------->
10
I=at+b
a=horizontaalverticaal=410=2,5
I=2,5t+b

Slide 15 - Tekstslide

b = begingetal = snijpunt met y-as

I=2,5t+b

Slide 16 - Tekstslide

b = begingetal = snijpunt met y-as

Vul in:                      dan is 
t
0
4
3,-
13,-
x=0
I=2,5t+b
y=3

Slide 17 - Tekstslide

b = begingetal = snijpunt met y-as

Invullen geeft:
I=2,5t+b
I=2,5t+3

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

P

Slide 21 - Tekstslide

Vwo:
Wat betekent het voor de richtingscoëfficiënt als 2 lijnen evenwijdig zijn?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie

Slide 25 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie:

- 1 cijfer voor de komma, dit is geen 0

- tel het aantal plaatsen dat de komma moet verschuiven om het volledige getal te krijgen

Slide 26 - Tekstslide