OWK3 werkbundel Maxiclass

Opdrachten werkbundel Maxiclass
Jullie hebben zelfstandig aan de theorie gewerkt. Deze les gaan we kijken naar de opdrachten in de werkbundel.
Je mag de opdrachten ook zelfstandig maken, dan lever je ze in een WORD document in of je doet actief mee tijdens de LessonUp.
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
onderwijskundeMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Opdrachten werkbundel Maxiclass
Jullie hebben zelfstandig aan de theorie gewerkt. Deze les gaan we kijken naar de opdrachten in de werkbundel.
Je mag de opdrachten ook zelfstandig maken, dan lever je ze in een WORD document in of je doet actief mee tijdens de LessonUp.

Slide 1 - Tekstslide


Les 1
de beginsituatie
de kleding
opstelling in de klas
werkvormen 
behaviorisme - constructivisme
(ongewenst gedrag)

Les 2 
groepsopdracht ongewenst gedrag
leiderschapstijl kiezen
Inhoud

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van deze periode :
- weet je wat welbevinden, betrokkenheid en competentie is en hoe je hier invloed op kunt hebben
- heb je kennis gemaakt met verschillende leertheorieën.
- kun je bewust je eigen handelen aanpassen aan de situatie
- heb je nagedacht over gepast en ongepast gedrag en kun je dit uitleggen aan je klasgenoten
- kun je je handelen tijdens de eerste sessie van Maxiclass evalueren

Slide 3 - Tekstslide

De beginsituatie

Slide 4 - Tekstslide

Bespreek de volgende vragen
  • Wat viel je op aan de beginsituatie van de game?
  • Uit hoeveel leerlingen bestond de groep?
  • Vind je dat een realistische groepsgrootte? Waarom (niet)?

Slide 5 - Tekstslide

Hadden de leerlingen al voorkennis over het onderwerp van de les?
Heb je hier rekening mee gehouden in de game op de een of andere manier?

Slide 6 - Open vraag

De kleding

Slide 7 - Tekstslide

1                   2               3
1                    2                   3

Slide 8 - Tekstslide

Welke kleding koos jij, en waarom?

Slide 9 - Open vraag

Denk na over de volgende vragen en bespreek ze met je medestudenten.
Is kleding belangrijk wanneer je voor de klas staat?
Heb je als leerkracht een voorbeeldfunctie wat kleding betreft?
Kan je je te formeel kleden?
Wat zou jij dragen tijdens je stagelessen?

Vind je dat er kledingstukken (of kapsels/sieraden, etc.) die echt niet kunnen? En waarom? (vraag volgende dia)

Slide 10 - Tekstslide

Vind je dat er kledingstukken (of kapsels/sieraden, etc.) die echt niet kunnen? En waarom?

Slide 11 - Open vraag

Denk eens aan je eigen basisschooltijd, zouden er toen meer dingen zijn geweest die als ongepast werden gezien?
M.a.w. is het beeld daarop veranderd?

Slide 12 - Open vraag

Opstelling in de klas

Slide 13 - Tekstslide

Plaats van de leerlingen in de klas.
In de MaxiClass-game kan je kiezen uit verschillende werkvormen, zoals een onderwijsleergesprek, doceren, opdrachten in duo’s enzovoort.
Voor iedere werkvorm zijn er bepaalde groeperingsvormen die er goed bij aansluiten. De groeperingsvorm verwijst naar de wijze waarop de leerlingen worden ingedeeld en de plaats die ze in het klaslokaal innemen. Je kan het klaslokaal uiteraard geen drie keer per lesuur van opstelling veranderen, omdat je dan meer tijd spendeert aan het verplaatsen van banken dan aan de eigenlijke les.
In de MaxiClass-game kan je de opstelling van de klas niet veranderen. Welke zouden volgens jou de beste opstellingen zijn voor de verschillende werkvormen die in de game voorkomen? Zet een kruisje in de meest geschikte kolom.

Slide 14 - Tekstslide

Instructie geven
Individuele opdracht
Onderwijsleergesprek
Groepswerk

Slide 15 - Sleepvraag

Achtergrondinfo: 
  • Hoefijzer: voor doceerlessen, spreekbeurten, het vertonen van dia’s, video’s enzovoort.
  • Rijen: voor frontaal onderwijs en individueel zelfstandig werk, zoals bij sommige toetsen, het oplossen van vraagstukken, vertalingen enzovoort.
  • Viertallen: om samen te werken aan een opdracht, samen taken te maken, voor groepswerk enzovoort.
  • Vierkant of cirkel: voor bepaalde discussievormen, kringgesprekken enzovoort.
  • ! Elke opstelling heeft voor- en nadelen. Als jij goed kunt uitleggen waarom je ergens voor kiest, dan is dat niet verkeerd!

Slide 16 - Tekstslide

Wat valt op:
Leerling met dyslexie (Cato) zit voor de leerkracht.
De ‘pestkop’ Kobe zit achteraan de klas, samen met Aaron, die ADHD heeft. Ze hebben een plaatsje ver van de leerkracht gekozen, in de hoop dat de leerkracht zo weinig mogelijk ziet van wat ze doen.

Slide 17 - Tekstslide

Wat zou jij doen?
  • Hoe zou jij de leerlingen in de klas plaatsen?
  • Zou jij de leerlingen zelf hun plaats laten kiezen? Waarom wel of niet?
  • Wie zou jij naast elkaar laten zitten en wie niet? Waarom?
  • Welke leerlingen zou jij zeker vooraan plaatsen? Waarom?
  • Zou jij vrienden naast elkaar laten zitten? Waarom (niet)?

Slide 18 - Tekstslide

Wat zou jij doen?

Slide 19 - Open vraag

Zet je vrienden naast elkaar in de klas?

Lees het artikel op pagina 17.

https://www.researchgate.net/publication/256078066_Zet_je_vrienden_naast_elkaar_in_de_klas

Slide 20 - Tekstslide

Wat doe jij en waarom?

Slide 21 - Open vraag

Werkvormen

Slide 22 - Tekstslide

Variatie in werkvormen
Werkvormen kunnen we indelen in categorieën. Een vaak gebruikte indeling, bedacht door Standaert & Troch (1998), vind je hieronder:

Slide 23 - Tekstslide

Iedere leerkracht heeft een voorkeur voor bepaalde didactische werkvormen, die onder meer beïnvloed wordt door zijn of haar doceerstijl. Als leerkracht moet je wel zorgen voor voldoende afwisseling in de gekozen werkvormen. Op die manier kan je tegemoet komen aan de verschillende leerstijlen van de leerlingen. De keuze van de didactische werkvorm heeft natuurlijk gevolgen voor de groeperingswijze (zie 3.3.1. Opstelling van de klas).

Slide 24 - Tekstslide

Op de cartoon zie je links een behavioristische lessituatie en rechts een constructivistische. Welke kenmerken kan je hieruit afleiden?

Slide 25 - Open vraag

Kenmerken behaviorisme
  • De leerkracht draagt de volledige verantwoordelijkheid voor het instructieproces.
  • De leerstof is op het voorhand geselecteerd en gestructureerd.
  • De leerlingen bouwen feitenkennis op.
  • Er is weinig aandacht voor samenwerking tussen de leerlingen en de leerkracht. De onderwijssituatie is ‘koel’.
  • De leerlingen leren door herhaling: stimulus-respons. Van mentale processen als gedachten en gevoelens wordt niet uitgegaan.

Slide 26 - Tekstslide

Kenmerken constructivisme
De leerkracht treedt op als begeleider en geeft dus geen directe instructie.
Onder meer de eigen ervaringen, betekenisgeving, interpretatie en probleemstelling van de lerende(n) zijn belangrijke uitgangspunten voor het leerproces. Dit activeert de aanwezige kennisstructuren bij de leerlingen en zorgt voor actieve betrokkenheid van de leerlingen.
De volgende kernwoorden vatten het constructivisme samen:
o actief
o constructief
o gericht op samenwerking
o gericht op interactie
o reflectief
o contextueel

Slide 27 - Tekstslide

Welke werkvormen passen bij het constructivisme?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Video

Ongewenst gedrag
Hierna vind je een aantal situaties die je mogelijk hebt meegemaakt in de MaxiClass-game. Zijn de volgende situaties volgens jou voorbeelden van ongepast gedrag of niet? 

Slide 30 - Tekstslide

Falke werkt haar make-up bij op het toilet tijdens de speeltijd.
Ja
Nee

Slide 31 - Poll

Falke werkt haar make-up bij tijdens de les.
Ja
Nee

Slide 32 - Poll

Jasper vraagt aan de leerkracht of hij naar het toilet mag gaan tijdens de les.
Ja
Nee

Slide 33 - Poll

Jasper staat op zonder iets te zeggen en verlaat de klas om naar het toilet te gaan.
Ja
Nee

Slide 34 - Poll

Cato gebruikt haar smartphone tijdens de les als rekenmachine bij wiskunde.
Ja
Nee

Slide 35 - Poll

Cato gebruikt haar smartphone tijdens de les om te sms’en naar een vriendin die in een andere klas zit.
Ja
Nee

Slide 36 - Poll

Furkan vraagt aan de leerkracht of hij hem of haar een vriendschapsverzoek mag sturen op Facebook.
Ja
Nee

Slide 37 - Poll

Kobe zegt tegen Jasper: “Wat heb jij voor een stomme bril! Het lijken net twee confituurpotten op een stokje.”
Ja
Nee

Slide 38 - Poll

De rest van de klas lacht met de opmerking van Kobe.
Ja
Nee

Slide 39 - Poll

Sommige leerlingen beginnen tien minuten voor het einde van de les hun spullen in te pakken.
Ja
Nee

Slide 40 - Poll

Les 2
Je gaat in groepjes aan de slag met de vragen op de dia's. De antwoorden noteer je.

Slide 41 - Tekstslide

Groepsopdracht
Vergelijk in groep wat je aanduidde als ongepast. Zijn jullie het over alle situaties eens? Over welke situaties zijn jullie het oneens? Verklaar je standpunt voor de situaties waar je het oneens over bent.

Slide 42 - Tekstslide

Waar zijn jullie het over oneens?

Slide 43 - Open vraag

2. Probeer nu in je groep op basis van jullie ervaringen ongepast gedrag te definiëren. Wanneer is gedrag in de klas ongepast? Noteer dit!

Slide 44 - Open vraag

3. Met welk ongepast gedrag werd je geconfronteerd in het spel?

Slide 45 - Open vraag

4. Hoe heb jij in het spel gereageerd op de onderstaande situaties? 
o Falke bracht make-up aan tijdens de les.
o Jasper vroeg om naar het toilet te mogen gaan.
o Cato’s smartphone rinkelde.
o Lara droeg een topje met spaghettibandjes.
o Jo werkte niet mee tijdens een duo opdracht.
o Kobe pestte een medeleerling met bril.
o De leerlingen pakten tien minuten voor het einde van les in.

Slide 46 - Tekstslide

Antwoord vraag 4

Slide 47 - Open vraag

5. Wat gebeurde er vervolgens? Had je reactie het gewenste effect of niet?
6. Wat gebeurde er als je niet ingreep?

Slide 48 - Open vraag

7. Zijn er mensen in je groepje die anders gereageerd hebben dan jij? Wat was het effect daarvan?

Slide 49 - Open vraag

8. Elke situatie van de MaxiClass-game heeft een aantal reactiemogelijkheden. In de praktijk zijn er natuurlijk veel meer mogelijkheden. Zou jij in de praktijk op dezelfde manier reageren als in het spel? Wat zou jij op dezelfde manier doen en wat niet?

Slide 50 - Open vraag

9. Welke andere reactiemogelijkheden zijn er volgens jullie?

Slide 51 - Open vraag

Leiderschapstijl kiezen
Je krijgt van de docent een bestand, waarmee je kunt ontdekken welke leiderschapsstijl bij jou past.

Slide 52 - Tekstslide