H4 De rol van de overheid 2223

4.  De rol van de overheid  
Wat gaan we doen? 
 Uitleg H4
Zelfstandig werken
Ook als je de les zelfstandig volgt, 
maak je alle opdrachten en kijk je alle filmpjes in deze LessonUp! 
Meld je aan bij LessonUp met klascode zgxet
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

4.  De rol van de overheid  
Wat gaan we doen? 
 Uitleg H4
Zelfstandig werken
Ook als je de les zelfstandig volgt, 
maak je alle opdrachten en kijk je alle filmpjes in deze LessonUp! 
Meld je aan bij LessonUp met klascode zgxet

Slide 1 - Tekstslide



Leerdoelen 
  • Waarom is persvrijheid belangrijk voor de democratie? 
  • Waarom is pluriformiteit van informatie belangrijk voor de democratie
  • Uitzonderingen mbt de vrijheid van meningsuiting kunnen noemen.
  • De werking van de mediawet
  • Reclame > doelgroep >internetreclame 
  • Regels voor reclame en sluikreclame



Begrippen 
  • Vrijheid van meningsuiting
  • Censuur
  • Persvrijheid
  • pluriformiteit
  • mediawet
H 4 De rol van de overheid      

Slide 2 - Tekstslide

Democratie en de grondwet
Elk democratisch land (dus ook Nederland) heeft een grondwet waarin staat dat mensen vrijheid van meningsuiting hebben.

In de Nederlandse grondwet staat het volgende (in iets andere woorden......)
  •  Je mag schrijven wat je wilt en dit openbaar maken en verspreiden door het te laten drukken of op internet te plaatsen.

Slide 3 - Tekstslide

Persvrijheid
Dat dit artikel in de Grondwet staat is voor ons allemaal belangrijk, maar vooral voor journalisten. Die hebben daardoor persvrijheid

Dit wil zeggen > de media in ons land mogen bijna alles schrijven en laten zien wat ze willen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Censuur
Persvrijheid en democratie horen bij elkaar. Oftewel: in een democratie is persvrijheid voor de media.

In een dictatuur is  géén persvrijheid maar precies het tegenovergestelde. 

Dit noem je  censuur. Dat betekent dat artikelen van journalisten vóóraf worden gecontroleerd door de machthebbers. (China of Noord Korea)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Vier  beperkingen voor de media
Beperking 1 >  Media mogen niet discrimineren!   
Beperking 2 > Media mogen geen onzedelijke informatie verspreiden. (kinderporno, expliciete seksfilms) 
Beperking 3: Media mogen geen onwaarheden verspreiden (niet bewust nepnieuws plaatsen)
Beperking 4: Media mogen geen opruiende uitspraken plaatsen. (Niet tot haat of geweld aanzetten met hun beelden of teksten) 

 

Slide 8 - Tekstslide

Controle achteraf
  • In landen waar geen persvrijheid is,  wordt de pers vooraf gecontroleerd.
  • In democratische landen wordt achteraf bepaald of een film, tekst of programma verboden moet worden.

Zet een publicatie aan tot haat, is deze discriminerend, onzedelijk of onwaar kan de rechter verbieden dat het gepubliceerd wordt. Maar niet dat het gemaakt wordt...

Slide 9 - Tekstslide

In Nederland is er sprake van persvrijheid.
In Nederland is er sprake van persvrijheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Als een roddelblad onwaarheden opschrijft over een BN-er, dan valt dat onder persvrijheid.
A
Dat is juist.
B
Nee, media mogen niet discrimineren.
C
Nee, media mogen niet liegen.
D
Nee, media mogen niet oproepen tot geweld.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is censuur?
A
Vrijheid van meningsuiting
B
Weglaten van informatie
C
Alle informatie op tafel leggen
D
een mening die je wordt opgedrongen

Slide 12 - Quizvraag

Het feit dat een journalist mag schrijven wat hij wil en waarover hij wil, noem je:
A
Censuur
B
Persvrijheid

Slide 13 - Quizvraag

Censuur is het tegenovergestelde van persvrijheid. Wat betekend censuur voor journalisten?
A
Zij krijgen opdracht waar zij over moeten schrijven.
B
Zij mogen niet met hun eigen naam schrijven.
C
De artikelen worden vooraf gecontroleerd.
D
De artikelen mogen maar 1 lettertype geschreven worden.

Slide 14 - Quizvraag

Pluriformiteit van de media
De overheid vind het belangrijk dat wij uit verschillende kranten, radiozenders, tv-zenders en bladen kunnen kiezen.           
WAAROM?          Zodat we informatie met elkaar kunnen vergelijken en een eigen mening kunnen vormen.

Dit noem je de pluriformiteit van de massamedia         veel verschillende soorten media voor verschillende (doel)groepen in onze samenleving. 

Slide 15 - Tekstslide

Betrouwbare informatievoorziening
Betrouwbare informatievoorziening is belangrijk ik een democratie:
  • Je kan zo zelf je mening vormen over vraagstukken in de samenleving
  • Het vergroot de betrokkenheid bij de samenleving

Slide 16 - Tekstslide

Publieke omroepen en de mediawet
Publieke omroepen zijn mede opgericht op verzoek van de overheid > 500 miljoen subsidie  > maar meer regels om zich aan te houden. 

De belangrijkste regels staan in de Mediawet > 
  • Het einddoel voor de publieke omroepen is dat mensen ondanks de culturele verschillen in een groep of samenleving, elkaar kunnen begrijpen en verdraagzaam zijn. 

Publieke omroepen: 
  • Moeten een betrouwbare bron van informatie zijn
  • Moeten een pluriform aanbod hebben

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

De mediawet
Regels voor publieke omroepen
  1. Een publieke omroep moet een vereniging zijn en geen commercieel bedrijf.
  2. Een publieke omroep moet een eigen identiteit hebben
  3. Een publieke omroep moet minstens 50.000 betalende leden hebben voordat ze mogen gaan uitzenden
  4. Een publieke omroep moet een volledig programma verzorgen > amusement, nieuws, educatieve en culturele programma's
  5. Reclame mag alleen in sterblokken
  6. Product placement in programma's is niet toegestaan

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Hoe reclame werkt
Om ervoor te zorgen dat je iets graag wilt kopen, gebruiken de makers van reclame een aantal manieren of trucs:

> Product koppelen aan een gevoel, zoals gezelligheid. 
> Een ideaalbeeld laten zien.
> BN'ers in reclame hebben invloed op 
jouw koopgedrag 


Beelden van mensen en situaties die er helemaal perfect uitzien.

Slide 21 - Tekstslide

Doelgroep
Reclamemakers maken reclame voor een doelgroep, een doelgroep wordt bepaald door:

  • de leeftijd 
  • de sekse (het geslacht; m/v)
  • het inkomen

Slide 22 - Tekstslide

Waarom werken reclames?

  • Wat is het doel van deze reclames?
  • Hoé word je 'overgehaald' om het product te kopen?
  • Welk gevoel wordt opgeroepen? 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Waarom werken deze reclames?


  • Gevoel
  • Ideaalbeeld
  • Bekende Nederlanders


Wat is het doel van de reclame?
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 26 - Tekstslide

Werkt reclame?

Slide 27 - Tekstslide

Internetreclame
  • Reclame op internet is specifieker gericht op gebruiker. 
  • Algoritmes bepalen adhv verzamelde data waar jouw interesse ligt > advertenties gericht op jou

  • Ook Influencers adverteren op internet. Maken filmpjes en showen daarin producten en verdienen zo vaak veel geld. 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Regels voor reclame
  • Niet meer dan 12 minuten reclame per uur.
  • Op publieke omroepen geen onderbreking van programma.
  • Sluikreclames zijn verboden.
  • Een programma mag een sponsor hebben, maar het moet wel duidelijk zijn dat er een sponsor is ('Dit programma wordt mede mogelijk gemaakt door Rexona')
  • Geen alcoholreclames voor 20.00 uur.
  • Geen tabaksreclames.

Slide 30 - Tekstslide

Wat is het doel van 
reclame?
kenmerken van 
doelgroepen
 3 Manieren om 
reclame
te laten werken
Ideaal
beelden
Leeftijd
Producten verkopen
Sekse
Gevoel
Inkomen
Bekende
Nederlanders
(BN'ers)

Slide 31 - Sleepvraag

Aan de slag

Verplicht H4  De rol van de overheid
Lezen: blz 50 t/m 53
Maken en nakijken: 1, 3, 5 t/m 7, 11, 13, 14, 15, 16, 18, 19, 22 + begrippenlijst of samenvatting blz 62/63
 
Keuze
Oefen met Quizlet! (laatste slide) 
Eindexamensite > Analyse Maatschappelijk vraagstuk
Kijk de aflevering over social infuencing (volgende slide)
Meld je aan bij LessonUp met klascode zgxet

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

Slide 34 - Video

Slide 35 - Link