4.1 Voor wie werk je?

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: Aan het werk
Paragraaf 1: Voor wie werk je?
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je uitleggen:



  • wat het verschil is tussen werken in loondienst en als zelfstandige​

  • welke arbeidsvoorwaarden er zijn​

  • wat vaste en flexibele arbeid is
LEERDOELEN

Slide 3 - Tekstslide

Werk jij?

Zo ja: waar, hoeveel uur per week en wat is je functie?

Slide 4 - Open vraag

Wat weet jij over
het onderwerp werken?

Slide 5 - Woordweb

BEKEND
BEKEND

Met welk van de volgende begrippen ben jij al bekend?
Loondienst
Zelfstandige
ZZP-er
Arbeidsovereenkomst
Arbeidsvoorwaarden
Loon
Wettelijk minimum loon
Minimum jeugdloon
CAO
Proeftijd
1. Schrijf individueel in 5 minuten op welke begrippen je kent. 
2. De volgende 10 minuten ga je in een groepje bespreken wat jullie allemaal nog weten. Maak jullie lijst compleet met alle begrippen en de betekenis daarachter


Vaste baan
Onbepaalde tijd
Tijdelijke baan
Bepaalde tijd
Flexibele baan
Uitzendbaan
Oproepcontract
Wit werk
Grijs werk
Zwart werk
timer
0:10

Slide 6 - Tekstslide


BENIEUWD

Naar welk van deze begrippen ben jij nog benieuwd?
Wat zou jij graag nog willen leren?
Waar zou je aandacht aan willen besteden?
Welk onderwerp vind jij interessant?

Slide 7 - Open vraag

Loon of winst
In loondienst heb je als werknemers een arbeidsovereenkomst met je werkgever. Je verdient dan een afgesproken loon voor een afgesproken aan tal werkuren.

Als zelfstandige heb je een eigenonderneming. De winst die je daarmee behaalt, is je inkomen.

Slide 8 - Tekstslide

Arbeidsovereenkomst
Als je ergens gaat werken, sluit je een arbeidsovereenkomst af met je werkgever.Er staat bijvoorbeeld in:
  • wat voor werk je doet
  • wat je salaris is
  • wat je arbeidsvoorwaarden zijn.

Je arbeidsvoorwaarden zijn onder andere hoeveel uur per week je werkt, wat je loon is en hoeveel vakantiedagen je hebt.




Slide 9 - Tekstslide

Wat staat er in een
arbeidsovereenkomst?

Slide 10 - Woordweb

timer
1:00
Vul de juiste woorden in.

Afspraken tussen een werknemer en een werkgever staan in de                           . Staat hier een einddatum in, dan gaat het om een                            baan. Staat er geen einddatum in, dan is het een                               baan. Er zijn ook mensen die werken via het uitzendbureau of met een oproepcontract, zij hebben een                           baan.

arbeidsovereenkomst
tijdelijke baan
vaste baan
flexibele baan

Slide 11 - Sleepvraag

Proeftijd

  • Bij een nieuwe baan spreek je een proeftijd af om te kijken of het bevalt.
  • Tijdens de proeftijd mag de werknemer en/of de werkgever op ieder moment de arbeidsovereenkomst beëindigen.


Slide 12 - Tekstslide

collectieve arbeidsovereenkomst


In een cao (collectieve arbeidsovereenkomst) staan arbeidsvoorwaarden die voor alle werknemers in één bedrijf gelden, of voor een hele groep bedrijven.


Slide 13 - Tekstslide

Werknemer
Zelfstandige (ZZP-er)
Arbeidsovereenkomst
Arbeidsvoorwaarden
Eenmanszaak
Je bent in loondienst en hebt een arbeidsovereenkomst met je werkgever
Iemand met een eigen onderneming die zijn inkomen verdient
Dat zijn je functie, het aantal uren per week dat je werkt en je loon.
Ook wel je contract genoemd
Je bent alleen verantwoordelijk voor schulden van je bedrijf met je privé vermogen.

Slide 14 - Sleepvraag

Wettelijk minimumloon
Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
Vof
Bv
Proeftijd
Hierin staan alle arbeidsvoorwaarden die gelden voor de gehele bedrijfstak
Het loon dat je minimaal moet ontvangen
Een periode waarin werkgever en werknemer zonder opgave van reden de arbeidsovereenkomst kunnen beëindigen
Vennootschap onder firma. Je bent met twee of meer eigenaar. Bij schulden ben je met je privé vermogen aansprakelijk
Meerdere mensen zijn eigenaar. Bij schulden kunnen ze niet bij je privé vermogen. Oer je winst, betaal je vennootschapsbelasting.

Slide 15 - Sleepvraag

VAST WERK


FLEXIBEL WERK
Proeftijd = een periode waarin werkgever en werknemer zonder opgaven van rede de arbeidsovereenkomst kunnen beëindigen. Duur: maximaal 2 maanden
Vaste baan = Er staat geen eind datum in je contract. Dat is een baan voor onbepaalde tijd
Tijdelijke baan = een baan voor een bepaalde tijd. Er staat een eind datum in het contract.

Tussen 6 maanden en 1 jaar is één maand proeftijd toegestaan.

Uitzendbaan =
je werkt dan voor een uitzendbureau
Oproepkracht = je hebt dan een contract waarin je uren niet vast zijn. De werkgever kan je bellen als je nodig hebt

Slide 16 - Tekstslide


Wit werk

Werk waarvoor je betaald krijgt en belasting + premies afdraagt

Grijs werk

Vrijwilligerswerk
Werk in het huishouden

Zwart werk

Betaalde arbeid waarover je geen belasting en premies betaald

Slide 17 - Tekstslide

Nynke (21) werkt 12 uur per week. Het minimumjeugdloon voor haar leeftijd is €372,88 voor 40 uur per week.
Bereken hoeveel zij minimaal per week moet verdienen.

Slide 18 - Open vraag

Het minimumloon is €1615,80 per maand. Het minimumjeugdloon voor iemand van 17 is 39% hiervan. Bereken het minimumloon van iemand van 17 
%

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Wat: Maken paragraaf 4.1
Wie: Individueel
Hoe: Stilte (mits je een vraag hebt)
Vraag?: Stel hem eerst aan je buurman/buurvrouw
Tijd: 15 minuten

Klaar: Vraag mij voor de volgende opdracht

Slide 20 - Tekstslide

BEWAARD

Wat heb je geleerd deze les?
Welke onderwerpen blijven je bij?

Slide 21 - Woordweb

Geef deze les een cijfer.
Geef aan wat je leuk vond
Geef aan wat je de volgende keer anders zou willen

Slide 22 - Open vraag