H5.4 Oplossingen

H5.4 Oplossingen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5.4 Oplossingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
- Instructie paragraaf 4
- Toetsinzage

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les...
Vorige week: 
... kan ik uitleggen wat het verschil is tussen een verzadigde en een   
    onverzadigde oplossing
... kan ik uitleggen wat oplosbaarheid is en wat het verband is met de       
    temperatuur;

Deze week:
... kan ik berekeningen uitvoeren met gehalte en percentage.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplosbaarheid
Suiker met water --> Oplossing
Krijt met water --> Suspensie
Niet elke stof lost even goed op

Oplosbaarheid = aantal gram van een stof maximaal in 1 L vloeistof kan oplossen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzadigde oplossing

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verzadigde oplossing
- In een verzadigde oplossing is de maximale      
   hoeveelheid stof opgelost
- De vaste stof blijft vast en blijft zichtbaar

- Is er minder opgelost dan is de oplossing onverzadigd

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplosbaarheid
Bij vloeistoffen geldt:
“Hoe hoger de temperatuur hoe meer er kan oplossen!”

Bij gassen geldt:
“Hoe hoger de temperatuur hoe minder er kan oplossen!”

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oplosbaarheid
een andere stofeigenschap is oplosbaarheid.

Oplosbaarheid zegt iets over hoe goed de stof oplost in water

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplosbaarheid
  • verwarm het extractiemiddel --> grotere oplosbaarheid

  • Hogere temperatuur vergroot oplosbaarheid bij een vloeistof
(!let op dit geldt niet voor gassen, bij een hogere temperatuur neemt de oplosbaarheid af)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gehalte van een opgeloste stof in een oplossing 

Het gehalte = het aantal gram stof dat per liter oplossing aanwezig is.

Oplosbaarheid van een stof = het aantal gram stof dat maximaal in 1 liter oplosmiddel kan oplossen bij een bepaalde temperatuur. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

massapercentage
massapercentage is 
aantal gram opgeloste stof dat per 100 g oplossing aanwezig is. 

Massa% = massa stof A / totale massa mengsel x 100% 

zet beiden eerst om naar dezelfde eenheden!!!!!!!!!!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

volume percentage
volumepercentage is
het aantal mL stof dat per 100 mL oplossing aanwezig is.

Volume% = volume stof  A / totale volume mengsel x 100% 

zet beiden eerst om naar dezelfde eenheden!!!!!!!!!!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je aan een verzadigde suiker oplossing een schep suiker toevoegt zal dit...
A
oplossen
B
verdwijnen
C
als vaste stof zichtbaar blijven

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

je lost 5 gram suiker op in 250 ml.
wat is de concentratie in g/L
A
20 g/L
B
5 g/L
C
25 g/L
D
10 g/L

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

concentratie zout in zeewater is 37 g/L
hoeveel kg zout moet je toevoegen bij 15000 liter water?
A
555 gram
B
555 kg
C
2,5 kg
D
250 kg

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
36.550
B
36,55 g
C
3,655 g
D
14,62 g

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zit 200 gram zout in een mengsel van zand en zout dat 800 gram weegt.
wat is het massapercentage% zout?
A
20 massa%
B
25 massa%
C
40 massa%
D
4 massa%

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In 750 mL wijn zit 90 mL alcohol.
Het volumepercentage alcohol in de wijn is:
A
12 vol%
B
66 vol%
C
68 vol%
D
83 vol%

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een chocoladeletter weegt 180 gram. Daar zit 91300 milligram suiker in. Wat is het massapercentage suiker?
A
197,2%
B
50,7%
C
0,51%
D
19,7%

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huishoudazijn bevat 4 massa% azijnzuur.
Hoeveel gram azijnzuur zit in een fles die 800 g huishoudazijn bevat?
A
4 gram
B
8 gram
C
16 gram
D
32 gram

Slide 22 - Quizvraag

4% = X/800 x 100%
0,04 = x / 800
x = 800 x 0,04
x = 
Een biertje bevat 8 vol% alcohol.
hoeveel bier moet je drinken om 15 ml alcohol te drinken?
A
1,2 ml
B
1,9 ml
C
120 ml
D
188 ml

Slide 23 - Quizvraag

8 vol% = 15 ml/ x ml x100%
0,08 = 15 / x
x = 15/0,08
x = 
Ryanne heeft 150 mL verzadigde oplossing van keukenzout gemaakt. Bereken hoeveel keukenzout in 150 mL verzadigde oplossing aanwezig is. (oplosbaarheid zout: 359 g/L)
A
5,39 g
B
53,9 g
C
4,40 g
D
40,4 g

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
19,4 g/L
B
25,7 g/L
C
38,9 g/L
D
51,4 g/L

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit wijn met 14 vol% alcohol wil je cognac maken met 42 vol % alcohol.
hoeveel liter wijn heb je nodig om 1 liter cognac te maken?
A
0,333 liter
B
588 liter
C
3 liter
D
30 liter

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oplosbaarheid zuurstof bij 80graden: 25,1 mg/kg. In 500g water is 15 mg zuurstof toegevoegd. Wat is deze oplossing?
A
Onverzadigd
B
Verzadigd

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk


 Leren H5.4 en maken de opgaven paragraaf 4. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies