Entree rekenen procenten

Woensdag 14 november
Rekenen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Woensdag 14 november
Rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Opening
5 minuten
Procenten
30 minuten
Afsluiting
5 minuten

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
- Je kunt procenten uitleggen.
- Je kunt procenten uitrekenen. 
- Je weet wat decimale getallen met procenten te maken heeft. 
- Je kunt een breuk in procenten uitrekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

Decimaal getal
Een decimaal getal noem je ook wel een kommagetal. 

In deze getallen staat dus een komma. 
De cijfers achter de komma noem je decimalen. 


Slide 5 - Tekstslide

Welk getal is groter?
1,4
1,48

Slide 6 - Poll

Decimaal getal
1000 meter = 1 kilometer

Hoe schrijf je 1400 meter op in kilometers?


Slide 7 - Tekstslide

Procenten

Slide 8 - Tekstslide

Procenten %
Latijns woord = één van de honderd

proCENT
Pro = per
Cent = 100

Slide 9 - Tekstslide

Procenten
Denk aan centen. 

1 euro = 100 cent 

80 cent schrijf je als 0,80 
80 procent schrijf je als decimaal getal dus ook als 0,80

Slide 10 - Tekstslide

Welk decimaal getal hoort bij 60%?
Denk aan centen.
0,60
0,65
0,50

Slide 11 - Poll

Voorbeeld
100 blokjes
1 blokje is geel. 

1 van de 100 

Denk aan centen. Hoe schrijf je 1 van de 100?

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
100 blokjes
10 blokjes zijn geel. 

10 van de 100

Denk aan centen. Hoe schrijf je 10 van de 100?

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
100 blokjes
50 blokjes zijn geel. 

50  van de 100

Denk aan centen. Hoe schrijf je 50 van de 100?

Slide 14 - Tekstslide

Procenten en breuken
100 procent is alles

1/4 van 100 procent = 100 : 4
1/2 van 100 procent = 100 : 2
1/5 van 100 procent = 100 : 5

Slide 15 - Tekstslide

En dan verder...
Je hebt een moestuin en je wil 1/3 gebruiken voor de sla. 
Je gebruikt één van de drie delen voor de sla. 
Als je wil weten hoeveel procent dit is, deel je 100 door 3.

1/3 is 100 : 3 =  33,3%


SLA
BONEN
RABARBER

Slide 16 - Tekstslide

Jullie zijn met acht mensen.
Iedereen krijgt één stuk pizza. Dus 1/8.
Hoeveel procent is 1/8?

Slide 17 - Open vraag

Je hebt een taart gebakken.
De taart verdeel je in zes stukken.

Hoeveel procent is 1/6?

Slide 18 - Open vraag

Een cake bestaat uit één deel boter, één deel meel en één deel suiker.

Uit hoeveel procent suiker bestaat de cake?

Slide 19 - Open vraag

Afsluiting

Slide 20 - Tekstslide

Let's go!
Welk decimaal getal of procenten hoort bij het getal?

Slide 21 - Tekstslide

Volgende rekenles 
Rekenen met procenten en het verhoudingstabel.

Slide 22 - Tekstslide

Mentoruur
Ffrekenen, werken aan je eigen planning. 

Slide 23 - Tekstslide