Aan het einde van de paragraaf kan/weet jij:
Je kunt uitleggen wat de functie en werking van de geslachtshormonen is
Je kan benoemen vanaf welk punt een man en vrouw vruchtbaar zijn
Je kunt de geslachtshormonen van de man en vrouw benoemen
Je weet de functie en werking van de geslachtshormonen
Je kunt omschrijven hoe de menstruatiecyclus verloopt
Je weet wat de ovulatie is