Licht en Beeld les 2

Licht en beeld
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Licht en beeld

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we dit hoofdstuk leren?

Slide 2 - Tekstslide

Welke twee soorten lenzen onderscheiden we?
  • Bolle en holle lenzen

Slide 3 - Tekstslide

Welke drie soorten lichtbundels onderscheiden we?
  • Convergente lichtbundels
  • Divergente lichtbundels
  • evenwijdige lichtbundels
  • Wat voor werking heeft een holle lens?
  • divergente werking
  • Wat voor werking heeft een bolle lens?
  • convergente werkeing

Slide 4 - Tekstslide

Bolle Lens
  • Convergente werking (Lichtstralen worden naar elkaar toe gebogen).
  • Brandpunt voor de lens even grote afstand als na de lens.
  • Positieve lens

Slide 5 - Tekstslide

Holle lens
  • Divergente werking (lichtstralen worden van elkaar af gebogen).
  • "Virtueel brandpunt"
  • Negatieve lens

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer je een voorwerp tussen
de + lens en F zet, dan ontstaat er
een .....
A
reëel vergroot beeld
B
reëel verkleind beeld
C
reëel even groot beeld
D
virtueel vergroot beeld

Slide 7 - Quizvraag

Is een spiegelbeeld een virtueelbeeld of een reëelbeeld?
A
virtueelbeeld
B
reëelbeeld

Slide 8 - Quizvraag

Is het beeld op je netvlies een virtueelbeeld of een reëelbeeld
A
virtueelbeeld
B
reëelbeeld

Slide 9 - Quizvraag

Bereken de vergroting
Je scant een foto van 150mm bij 225mm in en drukt het af op A2 formaat 42cm bij 63cm 
gegeven:
gevraagd
uitwerking:

Slide 10 - Tekstslide

Teken de constructiestralen en bereken de vergroting; Een voorwerp AB van 2 cm hoog staat 4 cm voor de lens. Het scherm staat 5cm achter de lens. Er ontstaat een scherp beeld. 
gegeven:
gevraagd:
uitwerking:

Slide 11 - Tekstslide

Geef aan wat voor lichtbundel het is en of het een + of - lens is
  1. convergerend, bol, +
  2. convergerend, bol, +
  3. divergerend, hol, -
  4. convergerend, bol, +
  5. divergend, hol, -
  6. divergerend, hol, -

Slide 12 - Tekstslide

Accomoderen
Het platter en boller maken van je ooglens. 

Slide 13 - Tekstslide

Accomoderen

Slide 14 - Tekstslide

Dioptrie
  • We drukken de lenssterkte van brillen en lenzen uit in Dioptrie.
  • Het symbool hiervoor is S en de afkorting dpt.
  • We kunnen de dioptrie uitrekenen met de volgende formule:
  • S = 1/f (met f in meters)
  • Grootheid: Lenssterkte, S
  • Eenheid: Dioptrie, dpt

Slide 15 - Tekstslide

Berekeningen:
1. Brandpuntafstand in meter

2. 

3. Het getal is S (lenssterkte)

S = +2, dan is f = 50 cm
f1
S=f1

Slide 16 - Tekstslide

Lenssterkte
  • Een kleine brandpuntsafstand is een sterkte lens.
  • Een grote brandpuntafstand is een zwakke lens.

Slide 17 - Tekstslide

Een bolle lens heeft een brandpuntsafstand van 0,35m Bereken de lenssterkte.
gegeven:
gevraagd:
uitwerking:

Slide 18 - Tekstslide

Een holle lens heeft een brandpuntsafstand van 45cm Bereken de lenssterkte.
gegeven:
gevraagd:
uitwerking:

Slide 19 - Tekstslide

Een bolle lens heeft een lenssterkte van 4,0dpt. Bereken de brandpuntsafstand.
gegeven:
gevraagd:
uitwerking:

Slide 20 - Tekstslide

Verziend
Als je VERziend bent, kun je VERaf goed zien.
Maar als je voorwerpen dichtbij wilt zien, krijg je geen scherp beeld.
Oplossing: bolle lens

Slide 21 - Tekstslide

Bijziend
  • De ooglens is te sterk
  • Hierdoor kan je voorwerpen in de verte slecht zien
  • Je hebt een negatieve lens nodig

Slide 22 - Tekstslide

Holle en Bolle lenzen
Een bolle lens zorgt ervoor dat je beter kan zien wanneer je verziend bent.

Een holle lens zorgt ervoor dat je beter kan zien als je bijziend bent.

Slide 23 - Tekstslide

Piet heeft een lens met een brandpuntsafstand van –50 cm. Wat wil het mintekenzeggen?
  • Dat het om een holle lens gaat

Slide 24 - Tekstslide

Tineke krijgt een bril voorgeschreven met lenzen van -4 dpt. Zij houdt de bril in de zon en probeert de stralen te bundelen om zodoende een stukje papier in brand te steken. Zal zij hierin slagen? Leg uit.
Nee, de holle lens laat de stralen divergeren.
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Een lens heeft een sterkte van –4 dpt. Bereken de brandpuntsafstand van de lens in
mm.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Kees houdt zijn brillenglas in de zon en laat de gebroken lichtstralen op een stuk papier vallen. Na korte tijd vliegt het papier in brand. De afstand tussen de lens en het papier 
bedraagt 40 cm. Bereken de sterkte van het brillenglas

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
Leren § 1 t/m 3
Maken de opdrachten 35,36, 39, 40, 41, 45

Slide 30 - Tekstslide