Burgerlijk procesrecht H 10 Bewijs

Uitgangspunten
De wettelijke regels vf art. 149 Rv. Ze zijn geschreven voor dagvaardingsprocedures maar zijn ook van toepassing op verzoekschriftprocedures. Voor kort geding gelden deze regels niet. 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BestuursrechtMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Uitgangspunten
De wettelijke regels vf art. 149 Rv. Ze zijn geschreven voor dagvaardingsprocedures maar zijn ook van toepassing op verzoekschriftprocedures. Voor kort geding gelden deze regels niet. 

Slide 1 - Tekstslide

Uitgangspunten
1. Rechter lijdelijk: alleen feiten en rechten bij beslissing betrekken die zijn aangevoerd. Feiten die niet worden betwist als vaststaand aannemen (art. 149 Rv)
2. Wie stelt bewijst (art. 150 Rv): alles wat in de dagvaarding/conclusie wordt aangevoerd, moet bewezen worden. 

Slide 2 - Tekstslide

Uitgangspunten
Geen bewijs nodig voor:
- feiten van algemene bekendheid (bv. nationale feestdagen)
- ervaringsregels (wetenschappelijk bewezen feiten)
- feiten die niet door wederpartij worden tegengesproken

Slide 3 - Tekstslide

Uitgangspunten
3. De rechter bepaalt welke partij met de bewijzen moet komen: verdeling van de bewijslast in een tussenvonnis
4. Rechter waardeert het bewijs (art. 152 Rv): de rechter beslist of het bewijs voldoende is. Dwingend bewijs vormt de uitzondering: de rechter moet deze voor waar aannemen. 
5. Wederpartij mag tegenbewijs leveren: ook tegen dwingend bewijs is tegenbewijs mogelijk (art. 157 lid 2 Rv).

Slide 4 - Tekstslide

Schriftelijk bewijs
Uitgangspunt: open systeem van bewijsmiddelen. Bewijs kan door alle middelen geleverd worden. 4 bewijsmiddelen zijn in de wet opgenomen:
1. Bewijs door getuigen
2. Schriftelijk bewijs
3. Bewijs door deskundigen
4. Bewijs door rechterlijke plaatsopneming

Slide 5 - Tekstslide

Schriftelijke bewijs
Schriftelijk bewijs wordt ook geschriften genoemd. 2 soorten geschriften:
1. Akten: schriftelijke stukken die zijn ondertekend
a. Authentieke akten: zijn opgemaakt in de vereiste vorm door een bevoegde ambtenaar (bv. notariële akte) (dwingend bewijs: materiele + formele bewijskracht)
b. Onderhandse akten: alle akten die niet authentiek zijn (dwingend bewijs: materiele bewijskracht)
2. Niet-akten: de rechter in vrij in het waarderen van het bewijs (bv. kassabon)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Getuigen
Verklaringen over feiten die zij uit eigen waarneming kennen, conclusies uit deze feiten en auditu-verklaringen (art. 163 Rv). Auditu-verklaringen zijn verklaringen uit de derde hand.
Getuigen hebben:
1. plicht om te getuigen
2. verschoningsrecht

Slide 8 - Tekstslide

Getuigen
1. Hebben plicht om te verschijnen. Bij niet verschijnen kan op bevel van de rechter door de openbare macht gedwongen worden om te verschijnen. 
2. Wordt opgeroepen door de partij die belang heeft bij deze verklaring. 
3. De oproeping minstens 1 week voor het verhoor.
4. Legt verklaring af en geeft antwoord op vragen. Anders is de getuige strafbaar. 
5. Vertelt de waarheid. Anders is hij strafbaar. 

Slide 9 - Tekstslide

Verschoningsrecht
Het recht om als getuige te zwijgen en geen verklaring af te leggen (art. 165 Rv).
Geldt voor:
- familieleden, 
- naaste bloed- en aanverwanten 
- voor functionarissen met beroepsgeheim
- voor iedere getuige die door antwoorden zichzelf of direct familielid blootstelt aan strafvervolging.  

Slide 10 - Tekstslide

Deskundigen
Deskundigen voorzien in de procedures van specialistische kennis (art. 195 Rv). Ze moeten hun taak onpartijdig en zo goed mogelijk vervullen. Ze leveren niet alleen feiten, maar ook een oordeel over deze feiten. De rechter is vrij in de waardering van informatie afkomstig van een deskundige. 

Slide 11 - Tekstslide

Plaatsopneming
De rechter stelt zich ter plaatse op de hoogte van de situatie: rechterlijke plaatsopneming of descente (art. 201 Rv). Gebeurt obv een tussenvonnis. Het initiatief kan van zowel de partijen komen als van de rechter (ambtshalve). 
De rechter is vrij in de waardering van de feiten bij plaatsopneming. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Incident
Bewijsaanbod betekent dat er een aparte procedure start: incident. Deze procedure staat los van de hoofdzaak. Het gevolg van bewijsaanbod is tussenvonnis. Pas als deze procedure is afgerond wordt de hoofdzaak weer vervolgd. 

Slide 14 - Tekstslide