Herhaling 2.1 en 2.2

Herhaling 2.1 en 2.2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
M&mMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Herhaling 2.1 en 2.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al van de Grieken en Romeinen?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de periode waarin de Romeinen leefden?
A
Middeleeuwen
B
Oudheid
C
Nieuwe tijd
D
Prehistorie

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemde de Romeinen gebieden en volken die met hen samenwerkten?
A
Provincies
B
Veroveraars
C
Bondgenoten
D
Vreemdelingen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was de hoogste functie van de leider in het Romeinse Rijk?
A
Farao
B
Keizer
C
Gouverneur
D
Hertog

Slide 5 - Quizvraag

Gouverneur: hoofd van een regering over een stuk van het land bv provincie
Hertog: iemand die heerst over een bepaald gebied. Hij heeft niet altijd een keizer boven zich staan.
Waar lag de grens van het Romeinse Rijk?
A
Tot aan de Maas
B
Groningen
C
Utrecht
D
Tot aan de Rijn

Slide 6 - Quizvraag

Natuurlijke grens, namelijk een rivier
Wat was een belangrijk kenmerk van de landbouwstedelijke samenleving
A
Mensen leefden alleen als nomaden
B
Er waren zowel boeren als steden met handel en ambachten
C
Iedereen woonde in de grote steden
D
Allerlei mensen trokken voortdurend rond

Slide 7 - Quizvraag

Ambachten: producten die gemaakt worden door veel handwerk
Hoe noemen we de cultuur die ontstaat uit een mix van Griekse en Romeinse kenmerken?
A
Latijnse cultuur
B
Europees erfgoed
C
Grieks-Romeinse cultuur
D
Klassieke stijl

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor betaalden inwoners van het Romeinse Rijk belasting?
A
Voor het leger, wegen en bestuur
B
Voor feestdagen van de keizer
C
Voor de landbouwopbrengst
D
Voor de tempels van de buurlanden

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was een slaaf (gemaakte) in het Romeinse Rijk?

A
Een vrijwillige helper van de keizer
B
Een burger met stemrecht
C
Een rijke handelaar
D
Iemand zonder vrijheid die voor anderen moest werken

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zuil?
A
Een Romeinse munt
B
Een onderdeel van het leger
C
Een steunpilaar in tempels en andere gebouwen
D
Een soort belastingsdocument

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het heilige boek van het jodendom?
A
De Bijbel
B
De Thora
C
De Koran

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk gebouw bidden de Joden?
A
Kerk
B
Tempel
C
Synagoge
D
Basiliek

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de godsdienst die ontstond uit de volgelingen van Jezus?
A
Islam
B
Christendom
C
Boeddhisme
D
Jodendom

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat verandererde er toen de Romeinse keizer godsdienstvrijheid toestond?
A
Iedereen moest één god volgen
B
Mensen mochten zelf kiezen welke godsdienst ze hadden
C
Alle godsdiensten werden verboden
D
Alleen de Romeinse goden mochten nog worden vereerd

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de leider van de rooms-katholieke kerk?
A
De paus
B
De bisschop
C
De keizer
D
De gouverneur

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bisschop?
A
Een Romeinse Soldaat
B
Een leider van een christelijke gemeenschap
C
Een schrijver van de Thora
D
Een Romeinse edelman

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk heilig boek hoort bij het christendom?
A
De Bijbel
B
De Thora

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de grote beweging van verschillende volken?
A
De republiek
B
De volksverhuizing

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke taal spraken de Romeinen?
A
Italiaans
B
Spaans
C
Frans
D
Latijns

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor kwam het Romeinse rijk aan zijn einde?
A
Door een grote vulkaanuitbarsting
B
Door het verbod op belastingen
C
Door volksverhuizingen
D
Door invallen vanuit verschillende kanten

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies