H2.1 molecuulmodel les 0,5 uur les
1 / 14
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Leg uit wat het verschil is tussen macro & micro niveau?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Wat zijn de 4 uitgangspunten van het molecuulmodel?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Met het molecuulmodel kun je een vaste stof beschrijven als ...
A
deeltjes ver van elkaar
en bewegend met grote snelheid
B
deeltjes die elkaar raken
en langs elkaar bewegen
C
deeltjes op elkaar gestapeld en trillend op vaste plaats
D
deeltjes die elkaar raken
met open plekken tussen deeltjes
Slide 7 - Quizvraag
Wat gebeurt er op
deeltjesniveau als
water kookt bij het kookpunt?
deeltjesniveau als
water kookt bij het kookpunt?
A
plaatje 1 wordt plaatje 2
B
plaatje 2 wordt plaatje 1
C
plaatje 2 wordt plaatje 3
D
plaatje 3 wordt plaatje 2
Slide 8 - Quizvraag
Molecuulmodellen kunnen ook worden gebruikt om scheidingsmethoden op microniveau weer te kunnen geven.
Welke scheidingsmethode wordt in afbeelding weergegeven?
Welke scheidingsmethode wordt in afbeelding weergegeven?
A
adsorptie
B
extractie
C
filtratie
D
bezinken en afgieten
Slide 9 - Quizvraag
Gas
Vaste stof
Vloeistof
De moleculen zijn regelmatig gerangschikt en trillen op een vaste plaats
De moleculen bewegen dicht langs elkaar
De moleculen bewegen ver uit elkaar en trillen heel veel
Slide 10 - Sleepvraag
Wat gebeurt hier op
macroniveau?
macroniveau?
A
de smaakstoffen komen in het water
B
de theeblaadjes blijven in het zakje
C
de deeltjes verspreiden zich in het water
D
de deeltjes gaan van vast in vloeibare fase
Slide 11 - Quizvraag
Wat gebeurt hier op
microniveau?
microniveau?
A
de smaakstoffen komen in het water
B
de theeblaadjes blijven in het zakje
C
de deeltjes verspreiden zich in het water
D
de deeltjes gaan van vast in vloeibare fase
Slide 12 - Quizvraag
MACRONIVEAU
microniveau
Als een ei gaat rotten gaat het stinken
Doordat gas moleculen door de lucht verspreiden kan ik ruiken dat dit ei rot is.
Als ik een kaarsje brand wordt dit kaarsje steeds kleiner.
Bij het branden van een kaars wordt de kaarsvet moleculen omgezet in de moleculen koolstofdioxide en water.
