V3 Sk 2.1 Chemische reacties

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

2.1 Molecuulmodel

leerdoelen:

Je leert over moleculen.

Je leert over molecuulmodel van vaste stof, vloeistof en gas.

Je leert over scheikunde op macroniveau en microniveau.

Je leert over faseovergang op microniveau.

Je leert over mengsels scheiden op microniveau.

Hoofdstuk 2

2.1 Molecuulmodel

2.2 Mengen of reageren

2.3 Ontleding

2.4 Massa bij chemische reacties

Stoffen verspreiden zich

Sommige mannelijke insecten ruiken de geur van een vrouwtje op kilometers afstand. 

Rotte eieren stinken door het gas waterstofdisulfide, dit ruik je al als er 0,5 mL aanwezig is in 1.000.000 L lucht. 

Een druppel olie met een volume van 0,03 cm³ verspreid zich over een oppervlakte van 250 cm².

Model als hulpmiddel

Vaak als je iets heel groots of heel kleins wil afbeelden is het handiger om hier een model voor te gebruiken.

In de scheikunde worden vaak 

tekeningen of schaalmodellen gebruikt.

Model als hulpmiddel

Het molecuulmodel is een voorstelling die in de scheikunde gebruikt wordt als schaalmodel en denk model.

Dit betekend dat het het uiterlijk verklaard en hoe het zich gedraagt.  

Het model is ruim 2 eeuwen oud, en nog steeds geldig. 

4 kernprincipes molecuulmodel

1. Elke stof bestaat uit hele kleine deeltjes genaamd moleculen

2. Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen.

3. De moleculen zijn altijd in beweging.

4. De moleculen trekken elkaar aan. 

Macro vs Micro

Als we in de scheikunde naar een stof kijken kan dat op 2 maineren: macro of micro.

Macro niveau is het kijken naar de stofeigenschappen, dit kan je waarnemen en meten. 

Om scheikundige verschijnselen te verklaren gebruik je de modellen, en dan praat je over micro.

Destilleren op microniveau

leerdoelen:

Je leert over moleculen.

Je leert over molecuulmodel van vaste stof, vloeistof en gas.

Je leert over scheikunde op macroniveau en microniveau.

Je leert over faseovergang op microniveau.

Je leert over mengsels scheiden op microniveau.

Aan de slag.

Maak opdrachten: 2 t/m 5, 7 en 8