Grammatica: Het lijdend voorwerp

Wat ga je leren?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Wat ga je leren?

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Wat is het onderwerp van deze zin?
A
Het onderwerp
B
van deze zin
C
is
D
wat

Slide 3 - Quizvraag

Wat hoort waar bij? 
Sleep de juiste plaatjes naar elkaar.
Wie of wat doet iets?
Alle werkwoorden in een zin.
Het werkwoordelijk gezegde
Het onderwerp

Slide 4 - Sleepvraag

Lijdend voorwerp (LV)
Wat is dat nu eigenlijk, een lijdend voorwerp... Weet je het nog? Grammatica geeft betekenis aan onze zinnen. Kijk hierboven: De aap       een banaan. 
Nu kun je er EEN ACTIE  tussen zetten, bijvoorbeeld EET
 
In de grammatica noemen we dit nu: Onderwerp (de aap) , gezegde (eet) lijdend voorwerp (de banaan ondergaat de actie —> het eten overkomt de banaan. 




Slide 5 - Tekstslide

Die hond bijt mij. Wat is het lijdend voorwerp?
Eerste de vraag maken en daarna luisteren.

Slide 6 - Open vraag

5

Slide 7 - Video

00:42
Wat is de volgorde van benoemen?

Slide 8 - Open vraag

01:17
Welke manier hebben wij geleerd over het vinden van de persoonsvorm?

Slide 9 - Open vraag

02:05
Welke andere manier hebben we geleerd over het vinden van het onderwerp?

Slide 10 - Open vraag

02:46
Vul de vraag en het antwoord in: Wat/wie + onderwerp + gezegde?

Slide 11 - Open vraag

03:47
Wat is het LV in de volgende zin:
Rick loopt naar huis.

Slide 12 - Open vraag

Tot slot...
Ga nu de opdrachten maken zoals ze in je weekplanner staan.  Kom je er niet uit? Bekijk deze les nog eens en je mag het mij natuurlijk ook vragen :-) 

Slide 13 - Tekstslide