Vriendschap en relaties - start

Vriendschap en relaties
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vriendschap en relaties

Slide 1 - Tekstslide

A: Luisteren Listening | Dinleme | الاستماع | Escuchar | 听 (Tīng) | Dhagaysi | ስምዖት (Sim’ot) | 
B: Respect | Respect | Saygı | احترام | Respeto | 尊重 (Zūnzhòng) | Xushmad | አክብሮት (Akibrot) 
C: Vertrouwen | Trust | Güven | ثقة | Confianza | 信任 (Xìnrèn) | Kalsooni | ተኣማንቲ (Te’amanti) 
D: Privacy | Privacy | Gizlilik | خصوصية | Privacidad | 隐私 (Yǐnsī) | Qarsoodi | ግሉልነት (Gilulinet)

Slide 2 - Tekstslide

Vriendschap
Vrienden zijn.

Slide 3 - Tekstslide

de vriend

Slide 4 - Tekstslide

de vriendin

Slide 5 - Tekstslide

de vrienden

Slide 6 - Tekstslide

vriendschap

Slide 7 - Woordweb

Hoe belangrijk is vriendschap voor jou?
0100

Slide 8 - Poll

Hoeveel échte
vrienden heb jij?

Slide 9 - Woordweb

Wanneer is iemand een vriend?

Slide 10 - Tekstslide

Vrienden doen alles voor elkaar
Oneens
Eens

Slide 11 - Poll

Vrienden kunnen elkaar alles vertellen
Oneens
Eens

Slide 12 - Poll

Vrienden mogen voor elkaar liegen
Oneens
Eens

Slide 13 - Poll

Vrienden moeten
ongeveer even oud zijn
Oneens
Eens

Slide 14 - Poll

Een jongen en een meisje kunnen geen vrienden zijn
Oneens
Eens

Slide 15 - Poll

Een vriend liket
altijd mijn berichten
Oneens
Eens

Slide 16 - Poll

Bij vrienden
kan ik vertellen hoe ik me voel
Oneens
Eens

Slide 17 - Poll

Vrienden hebben
weleens ruzie met elkaar
Oneens
Eens

Slide 18 - Poll

Een online vriendschap
is ook een vriendschap
Oneens
Eens

Slide 19 - Poll

Je moet altijd alles doen wat jouw vriend(in) ook doet
Oneens
Eens

Slide 20 - Poll

Je moet het eerlijk tegen jouw vriend(in) zeggen als hij/zij iets doet wat je niet goed vindt
Oneens
Eens

Slide 21 - Poll

Een vriend(in) moet dezelfde hobby's hebben
Oneens
Eens

Slide 22 - Poll

Een vriend(in) moet dezelfde hobby's hebben
Oneens
Eens

Slide 23 - Poll

Slide 24 - Tekstslide

Vriend of niet?
VRIEND
GEEN VRIEND
oneerlijk zijn
elkaar helpen
uitlachen
samen lachen
leuke dingen doen
niet reageren

Slide 25 - Sleepvraag

Wat vind jij belangrijk in een vriendschap?


Schrijf het op een hartje

Slide 26 - Tekstslide

Onverwachte vrienden

Slide 27 - Tekstslide

Goed gedaan!

Slide 28 - Tekstslide

Wat is een vriend?
A
Iemand die veel spullen voor me koopt.
B
Iemand met wie ik leuke dingen kan doen.
C
Iemand die ik aardig vindt en die ook aardig tegen mij doet.
D
Iemand die altijd doet wat ik zeg.

Slide 29 - Quizvraag

Heb je vrienden?
A
Jazeker. Ik heb wel meer dan 20 vrienden!
B
Nee. Ik heb geen vrienden
C
Ik heb een paar echte vrienden.
D
Ik heb maar 1 vriend nodig en dat is mijn telefoon.

Slide 30 - Quizvraag


Hoe vaak spreek je af met je vrienden?

A
Nooit
B
Zo vaak mogelijk
C
Als ik daar zin in heb
D
Als ze me iets willen geven

Slide 31 - Quizvraag

Waar ken je je vriend(en) van?
A
Van vroeger...
B
Van school
C
Van sport/vereniging
D
Van het internet.

Slide 32 - Quizvraag

Hebben jij en je vrien(den) dezelfde hobby’s?
A
Gamen!
B
Nee. We houden niet van dezelfde dingen
C
Chillen!
D
Ja. We vinden vaak dezelfde dingen leuk.

Slide 33 - Quizvraag

Hoe begroeten jullie elkaar?
A
Ik stomp hem altijd keihard op zijn rug. Lachen man!
B
Ik zeg niks. Dat vind ik eng.
C
Ik geef hem een dikke high-five
D
Ik zeg gewoon vriendelijk "hallo"

Slide 34 - Quizvraag

Zeg je wel eens iets onaardigs
tegen je vriend?
A
Alleen als hij geen kado voor me heeft meegenomen.
B
Ik zeg eigenlijk nooit iets tegen mijn vriend.
C
We schelden elkaar altijd uit. Dat hoort zo als je vrienden bent.
D
Nee. Eigenlijk doen we altijd aardig tegen elkaar.

Slide 35 - Quizvraag

Heb je wel eens ruzie met je vriend/vriendin?
A
Nooit
B
Altijd, maar hij doet ook nooit wat ik zeg.
C
Soms, maar we maken het altijd snel weer goed.
D
Ik maak nooit ruzie, maar mijn vriend wel

Slide 36 - Quizvraag

Kun je je vriend/ vriendin
alles vertellen?
A
Ja, natuurlijk. Daar zijn we vrienden voor.
B
Ja, natuurlijk. Maar wel jammer dat hij het altijd gelijk op internet zet.
C
Nee, ik vertel mijn vriend liever niets over mezelf.
D
Nee, mijn vriend is te dom.

Slide 37 - Quizvraag

Hebben jullie vaak dezelfde mening?
A
Ja, ik vind altijd alles wat hij ook vindt
B
Ja, We houden allebei van Chilli-saus
C
Niet altijd, maar we begrijpen elkaar wel.
D
Wat is dat, een mening?

Slide 38 - Quizvraag

Wat is jouw manier van
vrienden maken?
A
Ik ga m'n best doen zodat andere kinderen een goeie indruk van mij krijgen.
B
Ik wacht af tot dat er iemand naar mij toe komt en met me wil praten
C
Soms probeer af en toe een gesprek te voeren, maar dat mislukt vaak
D
Ik loop er naar toe en voer een gesprek! DUH!

Slide 39 - Quizvraag

Heb je moeite om vrienden te maken?
A
Soms, ik ben heel verlegen
B
Nee, iedereen wil met mij bevriend zijn
C
Ja altijd
D
Nee. Dat gaat eigenlijk vanzelf

Slide 40 - Quizvraag

Ben jij een goede vriend?
A
ja
B
nee
C
wat krijg ik er voor terug?

Slide 41 - Quizvraag

Jouw vriend(in) ligt ziek op bed.
Ze kan niet naar school. Wat doe jij?
A
Je besteedt geen aandacht aan hem. Als hij met je wilt praten, komt hij maar naar je toe
B
Je wacht tot hij weer op school is.
C
je gaat hoe dan ook bij hem langs, en neemt wat lekkers mee.
D
Je belt hem of haar op en wenst hem beterschap

Slide 42 - Quizvraag

Je vriend(in) en jij hebben ruzie.
Wat doe jij?
A
Je blijft stomme appjes sturen. Moet hij maar reageren!
B
je negeert hem een tijdje. Hij zal ooit wel eens normaal gaan doen
C
Je trekt elke vriend(in) erbij en zet iedereen tegen haar op!
D
Je voelt je naar en kan je niet concentreren. Stiekem wil je het snel goed maken

Slide 43 - Quizvraag

Je wilt afspreken met je vriend(in), maar hij heeft al iets afgesproken
met een ander...
A
Je zegt dat je het jammer vindt dat hij je laat vallen
B
Je stelt voor om ook te komen. Gezellig toch?
C
Je zegt dat je het begrijpt. Je wenst ze veel plezier
D
Je klikt je telefoon uit. Dan niet!

Slide 44 - Quizvraag

Hoe zou je jezelf omschrijven als vriend?
A
'Vaak met zichzelf bezig, maar is er wel voor je
B
Ik geef niet veel om je
C
Troost je als je verdriet hebt, en praat veel met je
D
Altijd vrolijk, zorgzaam en zorgt dat je altijd happy bent

Slide 45 - Quizvraag

Slide 46 - Video

Verliefd zijn 

Slide 47 - Tekstslide

verliefd zijn
  • Iemand héél erg leuk vinden
  • werkwoord
  • ik ben verliefd - wij zijn verliefd
  • zin: Zij is verliefd op Abdul.
36

Slide 48 - Tekstslide

Kusje

Slide 49 - Tekstslide



Verkering hebben.
Als je allebei verliefd bent en samen leuke dingen wil doen.
Wij hebben verkering. Ik heb verkering met Ali.

Slide 50 - Tekstslide

uit
  • aan <---> uit
  • zin: Ik doe het licht uit
  • zin: De verkering is uit.

Slide 51 - Tekstslide

de vriend
  • de jongen die je heel leuk vindt
  • verkering hebben
  • het vriendje
  • zin: Ik ben verliefd op mijn vriend.
37

Slide 52 - Tekstslide

de vriendin
Het vriendinnetje
  • het meisje dat je heel leuk vindt 
  • verkering hebben
  • het vriendinnetje
  • zin: Ik ben verliefd op mijn vriendin.
38

Slide 53 - Tekstslide

Ben jij wel eens verliefd geweest?
Hoe zeg je "verliefd" in jouw taal?
Op welke leeftijd kun je verliefd worden?
Hoe voelt het om verliefd te zijn?

Slide 54 - Tekstslide

Maak de opdracht 
                                                                                    Klaar?
                                                                                   Aan het werk met diglin+


Slide 55 - Tekstslide