In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
Aan het werk als assistent
Hoofdstuk 1
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent beroepshouding?
A
Een onprofessionele houding
B
Een houding die hoort bij een beroep
C
Je gedraagt je hetzelfde als thuis
D
De manier hoe je er bij staat op werk
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent representatief?
A
Dat je netjes praat
B
Dat je de taken van de leidinggevende uitvoert
C
Extra make-up dragen
D
De manier waarop je, je gedraagt en je uiterlijke verzorging
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Bedrijfskleding In welke beroepen?
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
Bij de supermarkt moeten alle werknemers dezelfde kleding dragen zodat de klant weet wie zij kunnen aanspreken. Wat is hier het kenmerk van bedrijfskleding?
A
Herkenbaar
B
Veiligheid
C
Hygiëne
Slide 8 - Quizvraag
Mag je met kapotte werkschoenen aan het werk gaan?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
Is het professioneel om te laat te komen op een afspraak?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Persoonlijke verzorging Geef voorbeelden
Slide 11 - Woordweb
Representatief
Visitekaartje van het bedrijf
Verzorgd uiterlijk
Vriendelijk en beleefd
Slide 12 - Tekstslide
Bedrijfskleding
In veel beroepen dragen mensen bedrijfskleding. Het dragen van bedrijfskleding heeft 3 functies.