2D - vr171221

Was machen wir heute?
  • Überhören
  • Kontrollieren und korrigieren  
  • Grammatik
  • An die Arbeit
  • Hausaufgaben
Ziel: weten hoe je een regelmatig werkwoord vervoegt 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Was machen wir heute?
  • Überhören
  • Kontrollieren und korrigieren  
  • Grammatik
  • An die Arbeit
  • Hausaufgaben
Ziel: weten hoe je een regelmatig werkwoord vervoegt 

Slide 1 - Tekstslide

Überhören

Slide 2 - Tekstslide

Überhören
Zet de woorden in het meervoud

Slide 3 - Tekstslide

der Affe

Slide 4 - Open vraag

der Elefant

Slide 5 - Open vraag

der Vogel

Slide 6 - Open vraag

die Maus

Slide 7 - Open vraag

das Tier

Slide 8 - Open vraag

Korrigieren Aufgabe 14, 15 und 16
Seite 110 

Slide 9 - Tekstslide

Korrigieren Aufgabe 15 
  1. A
  2. B
  3. B
  4. B
  5. B
  6. A

Slide 10 - Tekstslide

Korrigieren Aufgabe 16
  1. nur - slechts, maar
  2. auch - ook
  3. zum Beispiel - bijvoorbeeld
  4. aber - maar
  5. schon - al
  6. obwohl - hoewel

Slide 11 - Tekstslide

Korrigieren Aufgabe 16
  1. nur
  2. Obwohl
  3. schon
  4. auch
  5. aber
  6. zum Beispiel

Slide 12 - Tekstslide

Grammatik - regelmatige werkwoorden op -en
Ich spiele gern Fußball, aber mein Bruder spielt lieber Tennis. 
Zusammen spielen wir ab und zu auch Badminton. 

Wat valt je op aan de werkwoordsvormen?

Slide 13 - Tekstslide

Stappenplan
Voorbeeldwerkwoord: spielen 
  1. Hele werkwoord -en 
  2. Stam over 
  3. Vaste uitgang achter de stam
ich
+e
du
+st
er/sie/es/man
+t
wir
+en
ihr
+t
sie
+en
Sie
+en

Slide 14 - Tekstslide

Stappenplan
Voorbeeldwerkwoord: spielen 
ich spiele
du spielst
er/sie/es/man spielt
wir spielen
ihr spielt
sie spielen
Sie spielen

Slide 15 - Tekstslide

Achtung!
Eindigt de stam op een s-klank?   (s, ss, z, ß)
dan krijgt de du-vorm niet nog een extra S! 

du spiel + st = du spielst
du heiß + t = du heißt 

Slide 16 - Tekstslide

Mal üben .. 
  1. Wir ... (heißen) 
  2. Ich ... (tanzen) 
  3. Du ... (tanzen) 
  4. Maria ... (wohnen) 
  5. Sie ... (versorgen)  

Slide 17 - Tekstslide

Dobbelen 
Online dobbelsteen 
Tweetallen 
2x 4 minuten 



Slide 18 - Tekstslide

Dobbelen met werkwoord 'kommen'
1 - ich
2 - du
3 - er/sie/es/man
4 - wir
5 - ihr 
6 - sie/Sie 


timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Dobbelen met werkwoord 'heißen'
1 - ich
2 - du
3 - er/sie/es/man
4 - wir
5 - ihr 
6 - sie/Sie 


timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

An die Arbeit 
Aufgabe 19 bis 22

Check: 
  1. ezelsbruggetje
  2. uitzondering

Slide 21 - Tekstslide

Hausaufgaben
Dienstag 21. Dezember

Lernen: Seite 132 ND
Machen: Aufgabe 19 - 22

Slide 22 - Tekstslide