2v2 - di281123

Was machen wir heute?
  • Überhören
  • Korrigieren
  • Grammatik
  • An die Arbeit
  • Hausaufgaben

Ziel: 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Was machen wir heute?
  • Überhören
  • Korrigieren
  • Grammatik
  • An die Arbeit
  • Hausaufgaben

Ziel: 

Slide 1 - Tekstslide

Überhören

  1. gesprongen - gesprungen
  2. gelopen - gelaufen
  3. gevlogen - geflogen
  4. beschreven - beschrieben
  5. de paarden - die Pferde
  6. de poten - die Beine
  7. de varkens - die Schweine
  8. de wortels - die Karotten

Slide 2 - Tekstslide

Lesen Aufgabe 14 -17  
Seite 110

Slide 3 - Tekstslide

Grammatik - regelmatige werkwoorden op -en
Ich spiele gern Fußball, aber mein Bruder spielt lieber Tennis. 
Zusammen spielen wir ab und zu auch Badminton. 

Wat valt je op aan de werkwoordsvormen?

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan
Voorbeeldwerkwoord: spielen 
  1. Hele werkwoord -en 
  2. Stam over 
  3. Vaste uitgang achter de stam
ich
+e
du
+st
er/sie/es/man
+t
wir
+en
ihr
+t
sie
+en
Sie
+en

Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan
Voorbeeldwerkwoord: spielen 
ich spiele
du spielst
er/sie/es/man spielt
wir spielen
ihr spielt
sie spielen
Sie spielen

Slide 6 - Tekstslide

Achtung!
Eindigt de stam op een s-klank?   (s, ss, z, ß)
dan krijgt de du-vorm niet nog een extra S! 

du spiel + st = du spielst
du heiß + t = du heißt 

Slide 7 - Tekstslide

Achtung!
Eindigt de stam op een -d / -t?
dan krijgen du/er/sie/es/man-vorm een extra e

du spiel + st = du spielst
du red+ est = du redest

er spiel + t = er spielt
er red + et = er redet

Slide 8 - Tekstslide

Mal üben .. 
  1. Wir heißen (heißen) 
  2. Ich tanze (tanzen) 
  3. Du tanzt (tanzen) 
  4. Maria wohnt (wohnen) 
  5. Sie reitet / reiten (reiten)  

Slide 9 - Tekstslide

Dobbelen 
Online dobbelsteen 
Tweetallen 
2x 4 minuten 



Slide 10 - Tekstslide

Dobbelen met werkwoord 'kommen'
1 - ich
2 - du
3 - er/sie/es/man
4 - wir
5 - ihr 
6 - sie/Sie 


timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Dobbelen met werkwoord 'heißen'
1 - ich
2 - du
3 - er/sie/es/man
4 - wir
5 - ihr 
6 - sie/Sie 


timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

An die Arbeit 
Aufgabe 18 bis 22

Check: 
  1. ezelsbruggetje
  2. uitzondering

Slide 13 - Tekstslide

Hausaufgaben
  • Mittwoch 29. November

Lernen: de aap t/m vaak
Machen: Aufgabe 18 t/m 22

Slide 14 - Tekstslide