paragraaf 5.3

5.3 Wat kost dat?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.3 Wat kost dat?

Slide 1 - Tekstslide

Bedrijfskosten + inkoopwaarde van de omzet
Bedrijfskosten zijn de kosten die gemaakt moeten worden om omzet te kunnen maken.
Naast bedrijfskosten zijn er ook nog kosten die gemaakt worden bij de inkoopkosten. Dit noem je de inkoopwaarde van de omzet.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

voorbeelden van bedrijfskosten die vaak bij een onderneming voorkomen
loonkosten
huisvestingskosten
verkoopkosten

Slide 4 - Tekstslide

Noem twee voorbeelden van vaste kosten.

Slide 5 - Open vraag

Noem twee voorbeelden van variabele kosten.

Slide 6 - Open vraag

In formulevorm zien de kosten er zo uit.
TK (totale kosten) = 2q + 2.000
Wat zijn de vaste kosten en wat zijn de variabele kosten in deze functie?

Slide 7 - Tekstslide

Opdrachten die we maken over deze theorie
Opdrachten 28,31,32,34,35

Slide 8 - Tekstslide

Afschrijvingskosten

Slide 9 - Woordweb

Afschrijvingskosten
Zijn kosten die een onderneming maakt doordat de duurzame productiemiddelen ieder jaar minder waard worden

Slide 10 - Tekstslide

Berekenen van de afschrijvingskosten
Jaarlijkse afschrijvingskosten = (aanschafwaarde - restwaarde)/ aantal gebruiksjaren 

Slide 11 - Tekstslide

Multibouw heeft een nieuwe elektronische bouwlift besteld van €25.000. Na 10 jaar zal de restwaarde nog €2.000 zijn. Bereken de jaarlijkse afschrijvingskosten wanneer ieder jaar een gelijk bedrag wordt afgeschreven.

Slide 12 - Open vraag

De volgende opdrachten kun je maken bij de theorie
Opdrachten 38,39.
Snap je de opdrachten nog niet zo goed dan kun je opdrachten 40 en 41 nog maken.

Slide 13 - Tekstslide

Welke twee soorten bedrijfskosten zijn er?

Slide 14 - Open vraag

Noem twee huisvestingskosten

Slide 15 - Open vraag

Noem twee verkoopkosten?

Slide 16 - Open vraag

Nakijken paragraaf 5.3
Kom je opdrachten tegen tijdens het nakijken die je niet begrijp zoek mij dan op tijdens de inloopuren.
Dinsdag ben ik op school van het 9.00 - 13.00 uur in ruimte 1.03
Donderdag ben ik op school van het 9.00 - 13.00 in ruimte 0.16

Slide 17 - Tekstslide