AFP Bewegingsapparaat, herhaling

• Dierverzorging
• MBO
• Studiejaar 3

AFP Bewegingsapparaat

Bewegingsapparaat

1. Skelet
2. Skeletspieren, pezen: steken gewricht over                                          -> beweging gewricht
3. Gewrichten

            Gewrichtskapsel
            Gewrichtsbanden

Welke functies heeft het skelet?

Functies skelet

1. Mogelijk maken van bewegingen
2. Beschermen van onderliggende structuren
   
3. Maken van bloedcellen
   
4. Geven van vorm, stevigheid en houding aan het lichaam
   

Waar in het bot worden bloedcellen gemaakt?

1. Bij jonge dieren in het beenmerg
2. Bij jonge dieren in de groeischijven
3. Bij volwassen dieren vooral in pijpbeenderen
4. Alle antwoorden zijn goed

Pijpbeen

1. Merg: zachte binnenkant

     Rood beenmerg: aanmaak

bloedcellen

     Geel beenmerg: vet

2. Schors: harde buitenkant

3. Botvlies, periost

4. Schacht, diafyse

5. Uiteinden, epifysen

Welke bewering is NIET juist?
De epifysair-schijf.....

1. is een plek waar kraakbeen wordt omgezet in bot
2. maakt breedtegroei van bot mogelijk
3. is gesloten bij een volgroeid dier
4. ziet er op een röntgen uit als een botbreuk

Botgroei

Lengtegroei vanuit groeischijven (epifysair-schijven)

             Kraakbeen wordt omgezet in been (bot)

              Kraakbeen onzichtbaar op röntgen: lijkt een breuk (fractuur)

                             Hoe differentieer je deze 2? Ook foto maken van goede poot

Breedtegroei: vanuit periost

Noteer voor jezelf: nummers 26-27-28-19-20-21

Welke ziekten van het bewegingsapparaat ken je?

Herkennen kreupelheid

Dier 'valt' op de poot die geen pijn doet; 

           hals beweegt dan ook naar beneden

Kreupelheid achterhand is lastiger te zien:                                                         70% van gewicht zit op voorhand

LET OP: als beiderzijds problemen, dan hoeft dier niet kreupel te zijn

Enostosis is een ander woord voor:

1. Slijtage in het ellebooggewricht
2. Kreupelheid
3. Groeipijn
4. Bottumor

Opdracht

• Koppel de juiste plaatjes aan de juiste aandoeningen
• 6 kaartjes per aandoening

Tijd over? Opdrachten op ELO, zelfstudie, begrippenspel

Normale heupen

Afwijkende heupen. Onderste is jonge hond (afvlakking) en artose

Heupdysplasie = HD

Heupgewricht fout aangelegd: aangeboren

          Kapsel en bandje te slap

          Kop dijbeen past slecht in ondiepe heupkom

Of HD (klinisch) optreedt, is afhankelijk van

Ras (bij grotere rassen); Ouders; Voeding; Beweging, m.n. tijdens de groei

Jonge hond: pijn van subluxeren (tot 1,5 jr)

Later: pijn van kraakbeen-schade en botwoekeringen (mn > 4jr)

HD- 2

Jonge hond: klikken, ontlasten; vb liggend spelen

Bij ouder worden: Stijf na rust, moeilijk opstaan; Minder actief

                                      Evt. kreupel aan 1 poot;

                                      Hond zelden kreupel: meestal beiderzijds

                                      Zwalken, evt. doorzakken achterhand

                                      Soms koehakkig, soms konijnenhuppel

Nog meer gewicht op voorhand, minder bespiering achterhand

Artrose

Diagnose: klin oz, röntgen/CT, arthroscopie

Arthrose-regime: op juiste manier bewegen

      Vaak, kleine stukjes bewegen: niet lang

      Verantwoord bewegen: onbelast, rechte lijnen, zwemmen

      Niet snel wenden, springen, overbelastenSlank krijgen / houden

Pijnstillers (NSAIDs): bijv. Previcox, Onsior, Rimadyl, Metacam

Dieetvoeding / supplementen: glucosamine – chondroitine, omega 3

Normale knie

Patella luxatie

Patella luxatie

Knieschijf niet (altijd) in gleuf op tibia

Paar passen hinkelen

Later schade krkbeen: pijn

Veel toyrassen,    vb Jack Russell

 Ook grotere honden,  vb vroeger Flatcoat

Ther.: evt. operatie

Fokmaatregelen!