Teams-opdracht: Top 2 Sehenswürdigkeiten
Je maakt een presentatie of word-document met 2 dialogen over 2 bezienswaardigheden. Deze bezienswaardigheden kunnen overal zijn.
Je schrijft in het Duits een gesprek per bezienswaardigheid:
1) Welke bezienswaardigheden zijn er in...? => Es gibt... (met foto en informatie)
2) Ik zoek een hotel in de buurt van de bezienswaardigheid. => Ich kann dir ... empfehlen. (met foto en waarom het een goed hotel is)
3) Hoe kom ik van de bezienswaardigheid bij mijn hotel? => Du gehst/fährst... (je geeft een korte routebeschrijving)
Gebruik de Redemittel op blz. 19.
=> Lever jouw 2 dialogen (met foto's!) aan het einde van deze les in op teams-opdrachten
Klaar? Maak alvast het huiswerk: Blz. 27/28, Aufgabe 2 A, B + C