3h-ZS-Woche21-les1-Schritt38-Redemittel-Vokabeln

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3,4

Lernziele heute:

Hausaufgabenkontrolle:

-  Ich kann schreiben mit Vokabeln Schritt 37 + Redemittel 36 

Schritt 38/39: 

- ich kenne neue Redemittel und Vokabeln 

Bitte Buch 5 auf den Tisch.

Hausaufgabe war:

Buch 5:

- Schreiben: Stempelaufgabe A of B (S. 32/33)=> Donderdag meenemen, Nora kijkt na

- Leren: Redemittel Schritt 36, Fragen => NL-D, D-NL (Seite 61) 

+ Vokabeln Schritt 37 (Seite 27)

Übersetze: 

1. Zijn de bezienswaardigheden gezellig? = 3p

2. Heeft u een plattegrond voor mij? = 2p

3. De tentoonstelling is in de buurt van het station. = 2p

4. Het entree voor het feest is gemiddeld. = 3p

Kontrolliere: 

1. Zijn de bezienswaardigheden gezellig? = 3p
2. = Sind die Sehenswürdigkeiten gemütlich?
3. Heeft u een plattegrond voor mij? = 2p
4. = Haben Sie einen Stadtplan für mich?
5. De tentoonstelling is in de buurt van het station. = 2p
6. = Die Ausstellung ist in der Nähe des Bahnhofs
7. Het entree voor het feest is gemiddeld. = 3p
8. Der Eintritt für die Feier/das Fest ist durchschnittlich.

Seite 35:

Seite 35:

Seite 35

Zelfstandig werken: 

Schritt 38:

- Aufgabe 3B+C (Seite 36/37)und  Aufgabe 5, S. 37

Schritt 39: Aufgabe 2, Seite 42

= Hausaufgabe, Nora kontrolliert am Donnerstag

quizlet.com

3tho:

quizizz.com

Dieses Video aus "Der Krieg und ich" würde ich auch gerne sehen:

1. Fritjof (Besatzung in Norwegen)

2. Sandrine (Juden verstecken in Frankreich)

3. Calum (Bombenkrieg, Schottland)

4. Romek (Ghetto in Polen)

5. Vera (aus Stalingrad, im Waisenhaus)

6. Justus (Kindersoldat 1945)

7. Eva (Jüdsches Mädchen in Auschwitz)