vwo 1 week 2 les 2

Salut et bienvenue! 
* oefenen leesvaardigheid voor TW
* Rangtelwoorden 
* huiswerk maken
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Salut et bienvenue! 
* oefenen leesvaardigheid voor TW
* Rangtelwoorden 
* huiswerk maken

Slide 1 - Tekstslide

Les 6 chapitre 3 
lees mee, maak korte aantekeningen zodat je weet waar de teksten over gaan.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Van welke sporten houden Nederlanders, volgens tekst 1?

Slide 4 - Open vraag

In welke maand wordt de Tour de France georganiseerd?

Slide 5 - Open vraag

Voor wie is le Jeu officiel du Tour de France bedoeld?

Slide 6 - Open vraag

le maillot jaune=

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel km loop je tijdens de marathon van Parijs?

Slide 9 - Open vraag

Welke nationaliteit hebben de deelnemers? (4x)

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Waar wordt dit spel vooral gespeeld in Frankrijk?

Slide 12 - Open vraag

Tu lances le cochonnet
tu lances=

Slide 13 - Open vraag

Grammaire 
de rangtelwoorden ; 1e,2e,3e, etc

Slide 14 - Tekstslide

Les nombres ordinaux
  • Je maakt een rangtelwoord door achter het hoofdtelwoord 'ième' te zetten.
  • Als een hoofdtelwoord eindigt op een 'e' dan valt deze 'e' weg. Bijvoorbeeld: quatre -> quatrième (en niet quatreième).
  • Uitzonderingen:
    un - premier, première
    cinq -> cinquième
    neuf -> neuvième

Slide 15 - Tekstslide

Le deuxième jour
A
de eerste dag
B
de tweede dag
C
de derde dag
D
de vierde dag

Slide 16 - Quizvraag

pour la quatrième fois.
A
voor de vierde keer
B
voor de veertiende keer
C
voor de vijfde keer
D
voor de derde keer

Slide 17 - Quizvraag

Lundi, notre premier jour à l'ecole.
A
Maandag, onze tweede dag op school
B
Donderdag, onze derde dag op school
C
Maandag, jullie eerste dag op school
D
Maandag, onze eerste dag op school

Slide 18 - Quizvraag

Het rangtelwoord vorm je door achter het hoofdtelwoord .......... te zetten.
A
ème
B
eième
C
ième
D
aime

Slide 19 - Quizvraag

vijfde
A
cinqième
B
quatrième
C
cinquème
D
cinquième

Slide 20 - Quizvraag

derde
A
troisième
B
troizième
C
treizième
D
treizeième

Slide 21 - Quizvraag

negende
A
huitième
B
neuvième
C
neufième
D
neuvème

Slide 22 - Quizvraag

Au boulot! 
Ga nu aan de slag met het maken van oef 1 t/m 6 van les 6 chapitre 3. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide