Deviant op weg naar 1F thema 5 moeilijke woorden

Nederlands
Thema 5 hoofdstuk 1

Moeilijke woorden en spreekwoorden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Thema 5 hoofdstuk 1

Moeilijke woorden en spreekwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het einde van deze les:

Ken je de moeilijke woorden en de betekenis van de moeilijke woorden van thema 5
Ken je de spreekwoorden en de betekenis van thema 5

Slide 2 - Tekstslide

Samen oefenen
Even kijken hoeveel woorden je al kent.

Je krijgt zo een aantal vragen en opdrachten.
Doel is om te checken wat je al weet.

Slide 3 - Tekstslide

Welk woord hoort bij deze betekenis:
"de momenten van de dag dat het heel druk is in het verkeer"
A
vervoersmiddel
B
rijbewijs
C
verkeer
D
spits

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord hoort bij deze betekenis:
"iemand die een wagen bestuurt, bijvoorbeeld een auto of bus."
A
passagier
B
chauffeur
C
boete
D
conducteur

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent het woord:
"dienstregeling"

Slide 6 - Open vraag

Wat betekent het woord:
"abonnement"

Slide 7 - Open vraag

Ongeluk
Machinist
File
Openbaar vervoer
Verkeer

Slide 8 - Sleepvraag

Het loopt op rolletjes

Slide 9 - Open vraag

In hetzelfde schuitje zitten

Slide 10 - Open vraag

Welk spreekwoord hoort bij:
"nergens te vinden zijn"

Slide 11 - Open vraag

Welk spreekwoord hoort bij:
"als iemand het gevoel heeft dat hij te veel is."

Slide 12 - Open vraag

Maken
Moeilijke woorden en spreekwoorden en gezegdes op Studiemeter.



timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide