Moderne Tijd: Week 3: Algemene inleiding

Moderne Tijd
Hoofdstuk 2: Algemene Inleiding
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Moderne Tijd
Hoofdstuk 2: Algemene Inleiding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Week 3: lesdoel
Ontdekken wat de invloed is van technologie, nieuwe denkers en maatschappelijke veranderingen op de kunst.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke ontwikkelingen van de 19e eeuw zijn
A
Impressionisme
B
Fotografie
C
De salon
D
Romantisch ballet

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een van de kenmerken van impressionisme is:
A
strakke lijnen
B
felle kleuren
C
werking van het licht
D
gebalanseerde compositie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het realisme in het theater kenmerkt zich NIET door:
A
realistische voorstelling
B
realistische vormgeving
C
geloofwaardigheid
D
gebruik van liederen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag: Kijk je HW na en dan...
Minder dan 2 vragen goed:
Bekijk Hoofdstuk 1 nogmaals en gebruik eventueel Les 1 en 2 in Lesson-up. Beantwoord de vragen op de volgende slides.
vervolgens lees je pagina 14 t/m 18. 
2 of drie de vragen goed?
Maak een foto met het thema: beweging.
Lees en vat samen: pagina 14 tot en met 18


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor werd bepaald wat 'goede kunst' was en wat niet in de 19e eeuw?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee kenmerken die het romantische ballet onderescheiden van het hofballet.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf het effect van de industriele revolutie op de samenleving. Benoem in ieder geval de socialistische bewegingen.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sterrennacht - van Gogh (1889)

Slide 10 - Tekstslide

#post-impressionisme #freud #expressionisme #beweging
De sterrennacht is door Van Gogh geschilderd in juni 1889 in de psychiatrische inrichting Saint-Paul-de-Mausole in Saint Rémy in de Provence. Hij had net voor de tweede maal een zenuwinzinking achter de rug, waarvoor hij in de inrichting werd opgenomen. Het schilderij wordt gerekend tot de beroemdste kunstwerken uit de kunstgeschiedenis aller tijden. Het behoort tot de absolute topstukken van het Museum of Modern Art in New York.
Hoewel het een landschap bij nacht laat zien, schilderde Van Gogh het overdag. Hij was geobsedeerd door het idee om een nachtelijk landschap te schilderen vanuit zijn geheugen. Er wordt ook wel gezegd dat het schilderij het uitzicht laat zien vanuit de inrichting. Maar het is opmerkelijk dat het kerkje onderin het centrum van het doek meer overeenkomsten vertoont met de architectuur van een Nederlands kerkgebouw dan met een Franse kerk. De enorme afgesneden cipres linksvoor lijkt in beweging, net als de turbulente sterrenhemel, waarin de maan en de sterren haast lijken te exploderen en rond te tollen. Het beeld wordt versterkt door het golvende en draaiende patroon van koortsachtig ritmisch geplaatste penseelstreken.
Kunsthistorici hebben geprobeerd de opmerkelijke inhoud van het schilderij te verklaren op basis van bestaande literaire verhalen, astronomie en religie. Gebieden, die allemaal de interesse van Van Gogh hadden. Maar er is nooit een eenduidige verklaring uitgekomen. Er wordt ook wel een psychologische uitleg aan het schilderij gegeven. Het zou de geestelijke hypergevoelige staat waarin Van Gogh verkeerde illustreren. In dit type interpretatie zou het schilderij een spirituele meditatie van de kunstenaar kunnen zijn op leven, dood en de oneindigheid van het heelal. De herhaalde golfbeweging in het schilderij zou de leven gevende oerkracht van de natuur verbeelden. Een kracht die door sommigen God wordt genoemd. Aan zijn broer Theo had Van Gogh eens geschreven, dat hij dacht dat sterren de laatste bestemming waren voor een mens na zijn dood. Het moet gezegd dat het heel aantrekkelijk is om in deze intrigerende uitleg mee te gaan.
Week 3: lesdoel
Ontdekken wat de invloed is van technologie, nieuwe denkers en maatschappelijke veranderingen op de kunst.

Je kunt beweging in een beeldend werk herkennen en benoemen.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Extra opdracht:
Maak een foto met het thema beweging. Hoe vang je beweging in 1 beeld?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke ontwikkelingen uit de
19e eeuw zijn van invloed
op de moderne cultuur?

Slide 14 - Woordweb

filmpje lambo /  algemene inleiding gebruiken

Slide 15 - Tekstslide

van top tot teen in de sterrennacht anno 2022. Waarom  zou dit werk zo beroemd geworden zijn?

Impressie
gevoel, emotie, ervaring, feeling, gevoeligheid, gewaarwording, idee, indruk, instinct, intuïtie, sensatie, vermoeden, voorgevoel

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Impressionisme            1870-1905
Momenten vastleggen
Zuivere kleuren (pastel en paars)
Alledaagse onderwerpen
Toetsen
Schetsmatige techniek
Sfeer en lichtval belangrijk
Niet glad afgewerkte beelden
Veel beelden met diepe plooien
Compositie en uitsnijding wordt meer 'toevallig'


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Caillebotte
        

Manet
Monet

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monet

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Licht
Een aantal termen om licht te beschrijven zijn:
 Licht/ Donker/Transparantie Natuurlijk licht / lichtinval/ reflectie Schaduw / contrast / plasticiteit (Half) doorschijnend / licht doorlatend
Bekijk de afbeelding hiernaast met de focus op het licht

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het impressionisme kun je zien als de ultiem voortzetting van het realisme.
Het idee dat kunst eigentijds en direct moet zijn.
Kunstenaars willen het moment verbeelden. Ze verbeelden de wereld zoals ze hem zien en niet zoals ze weten dat hij eruit ziet.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postimpressionisme  1880-1900
Kunstenaar schildert niet wat hij ziet, maar wat hij voelt of denkt
Invloeden van andere culturen
Kunstenaars ontwikkelen een eigen stijl

Cézanne: Wiskundige vormen, afgewogen composities
Seurat:   Pointillisme: stippen, zuivere kleuren, duidelijke toetsen of stippen
Van Gogh: Felle kleuren en fors toetsen, gevoel speelt een belangrijke rol
Gauguin: Felle Kleuren, exotische invloeden


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Post-impressionisme
Van gogh (emotie (-> expressionisme)
Gaugain (primitivisme)
Seurat (pointillisme)
Cezanne (vorm (-> kubisme))

Impressionisme breekt met de 'gladde' weergave.
Post-impressionisme breekt ook met de realistische weergave.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van Gogh

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cézanne

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gauguin

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seurat

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe denkers (pag. 15)
Freud (meer filmpjes in het extra materiaal)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Darwin ontleent zijn roem aan zijn theorie dat evolutie van soorten wordt gedreven door natuurlijke selectie. Survival of the fittest. De sterksten zullen overleven en zich verder ontwikkelen.
De grondlegger van de psychoanalyse. In 1899 verscheen zijn boek 'Die Traumdeutung', over de relatie tussen het onbewuste en de inhoud van dromen. In dromen zouden verborgen boodschappen van het onderbewustzijn zitten: dromen zijn verkapte vervullingen van onbewuste wensen. Door dromen te analyseren kon men dus dingen over het onbewuste te weten komen.
De grondlegger van de quantummechanica. In het kort is dat onderzoek naar het grootst denkbare deel van het universum en het meest kleine denkbare deeltje. Hij was op zoek naar de essentie van de dingen om zich heen.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

RATIO en EMOTIE
Kunstenaars werken autonomoom
Breken met het verleden
Ratio -> Abstractie
Gevoel -> Emotie

Wereldpolitiek (crisis, klassenproblematiek, kapitalisme, socialisme, fascisme) leiden tot protestkunst.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A
B
C

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel gehaald?
Ontdekken wat de invloed is van technologie, nieuwe denkers en maatschappelijke veranderingen op de kunst + beweging herkennen en benoemen.
0100

Slide 33 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
Maak vragenblok 1.4 van de inleiding over film in je schrift.

Lees voor volgende week Hoofdstuk 3 pagina 20-24 (tot en met de Blaue Reiter) 
Samen lezen en delen mag ook natuurlijk!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Post-impressionisme
Supercursus in een kwartier op de volgende slide

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Freud Extra

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nietzsche

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Karl Marx

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies