Modernisme en Expressionisme

Impressionisme
1870 - 1905

Schilderen van een impressie = indruk, weergeven van een moment.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 85 min

Onderdelen in deze les

Impressionisme
1870 - 1905

Schilderen van een impressie = indruk, weergeven van een moment.

Slide 1 - Tekstslide

In 1863 werd een record aantal schilderijen geweigerd. Meer dan de helft.

Napoleon III  laat 'Salon des Refusés oprichten nav al het commentaar wat er is op de selectieprocedure van de Academische Sallon.
Salon des Refusés heeft meer bezoekers dan de originele Salon.
Het begin van het einde voor de academische kunst.

En critici schrijven het ene na het andere vernietigende artikel. Zo kwamen de impressionisten ook aan hun naam. :-)

Maar de kunstenaars in de Salon des Refusés zijn vooruitstrevend, ze experimenteren en nemen het minder nauw met de officiële regels.
Hoe geven de
impressionisten dan de
impressie weer?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Berthe Morisot, Een zomerdag, 1879.

Huwelijk met Manets broer, welgesteld, beperkte onderwerpkeuze, geen naaktmodellen en niet op straat
  • Observatie is belangrijk
  • Moment weergeven
  • Licht en atmosfeer
  • Plein-air
  • Toevallige composities en abrupte afsnijding
  • Kleur in schaduwen
Kenmerken
Impressionisme

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerken Impressionisten:
* Hun directe waarneming op het doek vastleggen. En bij verhalen of mythologische beelden is dat onmogelijk.
* Net als de realisten de wereld om hen heen schilderen. (Plein air)
* ter plekke hun eindresultaat maken, zodat ze het vluchtige moment van licht en kleur in verf kunnen vangen.
* Snel ivm mogelijke weersveranderingen.
* Aan het toetsmatige karakter van hun schilderijen en de composities die door de afsnijding iets snapshotachtigs krijgen.
Daarom grote interesse in fotografie.

Schilderij Een zomerdag
Berthe Morisot is een van de bekendste impressionisten, maar in die tijd was het verre van zelfsprekend om als vrouw een schilderscarrière te hebben.
Gelukkig geboren in een welgestelde familie. 
En haar huwelijk met de broer van Manet wordt haar loopbaan gestimuleerd. Hij geeft zelfs zijn eigen carrière op voor haar om haar te steunen.

Ten opzichte van haar mannelijke collega's was zij beperkt in haar onderwerpkeuze. Geen naaktmodellen te gebruiken, niet op straat schetsen of schilderen, dat was nl niet gepast.

Dit schilderij is kenmerkend impressionistisch werk: Het boottochtje is alledaagse bezigheid voor de bourgeoise, boot en de 2 dames worden afgesneden, bestaat uit toetsen en vnl heldere kleuren en gebruik gemaakt van spiegelend water.
Édouard Manet, Le déjeuner sur l'herbe, 1863

Slide 4 - Tekstslide

Dit shockerende schilderij van Edouard Manet is gebaseerd op meesterwerken uit de Renaissance periode. Maar de manier waarop hij het gemaakt heeft is volgens de heersende academische norm onacceptabel.

Een ongeklede vrouw kijkt de toeschouwers aan. Geen godin maar een normale blote vrouw. Schande! Zij heeft geen mythologische "functie".

Technische uitwerking is ook niet standaard. Vrouw op achtergrond is te groot, figuren lijken los te staan van de achtergrond. Delen zijn 'slordig' als een soort kleurvlekjes en een groot contrast tussen felle en aardkleuren.

De SALON weigert Manets schilderij.



Waarom is dit werk typerend voor het impressionisme?
A
Weergeven van een moment.
B
Gebruik van verf direct uit tube, mengen op doek.
C
Invloed van de fotografie.
D
Veelvuldig gebruik van lichtwerking.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Claude Monet, Impressie - zonsopgang, 1872
Een op waarneming gebaseerde indruk van licht, kleur en schaduw

Slide 7 - Tekstslide

Tijdens een tentoonstelling door 31 jonge expressionisten schrijft een journalist als reactie op het schilderij; Impressie, zonsopgang van Claude Monet...
"Behangpapier in zijn eerste, ruwe fase is meer af dan dit zeegezicht."

En hij noemt de exposanten neerbuigend:
"een stelletje impressionisten".


Claude Monet, De kathedraal van Rouen, 1892-1894. 
'Voor mij is het motief zelf een onbelangrijke factor. Wat ik wil reproduceren is wat er bestaat tussen het motief en mij.' 


Het motief = een kathedraal


Slide 8 - Tekstslide

Monet was er van overtuigd dat de eerste indruk die je ergens van krijgt, de meest waarheidsgetrouwe.

Zo schildert hij keer op keer hetzelfde, zoals de Kathedraal die hij uit zijn atelier kan zien, op verschillende momenten van de dag.

In de 19e wetenschappelijke theorie over visuele waarneming gaat men er vanuit dat wij niet meer zien dan platte kleurvlakken. Doordat wat we weten, gaan we in 3 dimensies waarnemen en geven betekenis aan een beeld.

Dat echte "zien" proberen de impressionisten weer te geven.
Schilderen wat je ziet en niet wat je weet.

Advies Monet aan student:
Als je naar buiten gaat om te schilderen, probeer dan te vergeten welk onderwerp je voor je hebt, een boom, een huis een veld of wat dan ook. Denk alleen: hier is een vierkantje blauw, hier een langwerpig stukje roze, hier een streek geel en schilder het precies zoals het voor jou uitziet. De exacte kleur en vorm, totdat het jou je eigen ongekunstelde indruk geeft van het tafereel voor jou.
Marry Cassat: Moeder Jeanne voedt haar baby
(1907-08) pastelkrijt op papier, afmetingen onbekend.
Schaduwen...

Volgens de regels van de Academie moesten schaduwen zwart of bruin gemaakt worden.
Maar dat Marry dus nie.

Welke kleuren schaduw zie je?

Slide 9 - Tekstslide

Blauwige vlekken en oranjerode kleuren.

Gevolg van "weergeven wat je ziet".
Wat is het effect van de techniek van de fijne streepjes? 


Op welke manier heeft Degas de tafel rechts met de toiletspullen bij de voorstelling getrokken?
 

Leguit nav een aspect van de voorstelling en een aspect van de vormgeving waarom het aannemelijk is dat Degas va een foto werkt.

Edgar Degas, De Tobbe, 1886. (Pasteltekening op papier) 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het effect van de techniek van de fijne streepjes? 
* De structuur van kleuren en lijntjes zorgen voor licht- en donkereffecten en plasticiteit van bijvoorbeeld het lichaam.
* In de structuur zijn de kleuren gemengd.

Op welke manier heeft Degas de tafel rechts met de toiletspullen bij de voorstelling getrokken?
* Door herhaling van de kleur: roodbruin en geelgroen.
* Door de handgreep van het kannetje en de borstel uit te laten steken vanaf de tafel.

Leguit nav een aspect van de voorstelling en een aspect van de vormgeving waarom het aannemelijk is dat Degas va een foto werkt.
* Geschilderde vanuit een ongebruikelijk standpunt, heel dichtbij en op haar neerkijkend.
* Het hoge standpunt van de compositie en een deel van de toilettafel is fotografisch ivm de afsnijding.
* Het model kan deze houding niet lang volhouden.
Edgar Degas, Danseresje van veertien, 1886.
Beeldhouwkunst

Het is heel lastig om een moment in een beeld te vangen. Maar toch lukt bv Rodin dit.
Hij werkt met levende modellen. 
Ziet hij een pose, schetst hij snel en boetseert het na in klei.
Die studies gebruikt hij later om marmeren of bronzen beelden te maken.

Beelden meestal op de grond ipv op een sokkel.

De sporen (factuur) van de bewerkte klei was zichtbaar.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rodin ging steeds slechter zien.
Waarom was begrijpelijk dat hij meer kleine beeldjes ging boetseren?
A
Dat deed hij niet want, kleine beeldjes zijn onhanteerbaar..
B
Hij maakte de beelden gelijk in marmer.
C
Hij kon de vorm en de verhoudingen met zijn handen voelen.
D
Hij kon de structuur en de kleur zo goed uitbeelden

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kritiek denk je dat Rodin
kreeg op dit beeldje?

Slide 13 - Woordweb

* Het is geen verheven onderwerp maar een alledaagse, oninteressante handeling.
* Balletdanseressen hadden een negatieve reputatie.
* De afwerking was te grof, het lijkt onaf.
* Een wassen beeld tentoonstellen was not done. Alleen bronzen beelden.

Noem twee impressionistische aspecten van dit beeldje.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manier heeft Monet de
slagschaduwen van de bomen op
de weg impressionistisch
weergegeven?
A
De schaduwen hebben een grijsblauwe kleur en niet een donkere tint geel van de weg.
B
De schaduwen zijn heel realistisch en strak weergegeven.
C
De schaduwen zijn grillig / schetsmatig vormgegeven.
D
De schaduwen horen niet op die manier impressionistisch genoemd te worden.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben jij van mening dat olieverf het ideale
materiaal is voor impressionisten?
Geef 1 artistiek en 1 praktisch argument
in je antwoord.

Slide 16 - Open vraag

Artistiek:
* ja, je kan met olieverf losse toetsen neerzetten die niet door elkaar vloeien.
* nee, omdat snel werken, een snelle impressie geven lastig is met de langzaam drogende olieverf.

Praktisch:
* ja, olieverf was in tubes te krijgen dus buitenwerken was mogelijk.
* nee, een nat schilderij vervoeren is erg lastig. Dus als men buiten schilderde moest men een oplossing vinden.
Waarom was specifiek dit beeld van Boulevard
Montmartre een interessante voorstelling om
te schilderen?
A
De straat was heiig en dat gaf een mooi licht effect.
B
De straat was nat en dat gaf een speciale glans-, spiegel- en lichteffecten.
C
De auto's waren nieuw en speciaal. Die konden mooi weergegeven worden.
D
Het was kerstavond en Pissaro wilde de lichtjes ervan weergeven.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke aspecten van de vormgeving laten een
bepaalde vluchtigheid zien?
A
In de techniek van het verf aanbrengen. Het is heel glad aangebracht.
B
Het werk is niet gedetailleerd.
C
In de techniek van het verf aanbrengen. Het is vlekkerig.
D
Het werk is heel gedetailleerd.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Kunst  
beschouwen


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunstbeschouwing

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunst Beschouwen
In deze toets ga je heel goed naar een kunstwerk kijken en beschrijven wat je ziet. Je bespreekt de voorstelling en de beeldaspecten van een kunstwerk. De voorstelling vertelt wat over de inhoud: hierin beschrijf je simpelweg wat je ziet. Beeldaspecten vertellen wat over de vormgeving van een kunstwerk. Je bespreekt dus de 5 beeldaspecten: compositie, kleur, licht, ruimte en vorm.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Edvard Munch, De Schreeuw, 1893

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Gegevens

1. Naam kunstenaar:
2. Titel kunstwerk:
3. Datering kunstwerk:
4. Materiaal:
5. Techniek:

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




Inhoud
1. Om welke emotie gaat het in dit kunstwerk en hoe zie je dat?
2. Levert de titel een aanwijzing voor je interpretatie?
3. Waarom denk je dat de kunstenaar dit werk heeft gemaakt?
4. Wil hij zijn mening of een bepaald idee overbrengen? Wat dan?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




Compositie
1.Welke compositie zie je in het schilderij? 
Leg uit.
2. Is de compositie dynamisch of statisch Leg uit.
1

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




Vormgeving
1. Is er gebruik gemaakt van organische of geometrische vormen? Leg uit.
2. Welke vormgeving is er gebruikt? Leg uit.

geometrische vormen (recht en hoekig)
organische vormen (gebogen en vloeiend)
1
2

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




Vormgeving
3. Zie je vormcontrasten? Leg uit.
4. Welke kleuren gebruikt de kunstenaar? Versterkt dit het werk? Leg uit.


3

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




Vormgeving
5. Waar maakt de kunstenaar gebruik van schaduw? Waarom, leg uit.
6. Welke richting heeft het licht?
7. Huid of textuur (ruw of glad)?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




Leg uit of er ruimtesuggestie 
in het werk zit door:


  1. overlapping,
  2. groot/klein,
  3. scherp/vaag,
  4. beeldafsnijding.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




Functie

• Anekdote (als verbeelding van een verhaal of gebeurtenis.
• Decoratie (om van te genieten zonder bijbedoelingen)
• Expressie (het kunstwerk drukt gevoelens en emoties uit)
• Symboliek (verwijst naar iets anders dan zichzelf) 

• Provocatie(bedoeld om een discussie uit te lokken)
Leg uit welke functie het werk heeft

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




Kunstenaar
1. Vertel kort iets over de kunstenaar in je eigen
woorden.
2. Welke bronnen heb je gebruikt?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies