Les 6 Broer vos en broer konijn

les 6 Broer vos en broer konijn
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

les 6 Broer vos en broer konijn

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les
  • Ken je 11 nieuwe woorden
  • Weet je of broer vos en broer  konijn nog 
        vrienden zijn.

Slide 2 - Tekstslide

woordenschat
op vrijersvoeten:                    als je op vrijersvoeten bent, zoek je 
                                                       naar een vriendinnetje of vriendje





werkelijkheid:                          zoals het echt is
inderdaad:                                het klopt
herstellen:                                (van een ziekte) weer beter worden
met een klein stemmetje:  zachtjes
grommen:                                 dieren maken een laag geluid wanneer ze boos
                                                       zijn









Slide 3 - Tekstslide

Woordenschat
geruststellen:      zorgen dat iemand geen zorgen meer heeft of
                                    bang is

snikken:                   huilen
in orde maken:     zorgen dat het gaat zoals het moet gaan
de teugels:             de riemen waarmee je een paard bestuurt
te voet:                     lopend







Slide 4 - Tekstslide

filmpje
Op de volgende dia staat een link naar het sprookje 
van de vos en de raaf.
Ook hier is een van de dieren erg slim.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Denkvraag

Er wordt altijd gezegd dat een vos slim is. 
Wat voor slims deed de vos in dit filmpje, denk je?

Slide 7 - Tekstslide

voorspellen

Slide 8 - Tekstslide

De inleiding
Broer Vos en broer konijn waren vroeger de beste vrienden. Ze gingen overal samen naar toe, zelfs als ze op vrijersvoeten waren. De vos had in een dorpje vlakbij een vrouwtjes vos opgemerkt en broer konijn ging altijd met hem mee op bezoek bij haar.

Slide 9 - Tekstslide

Denkvraag
Is het gewoon dat je samen op vrijersvoeten gaat, 
volgens de schrijver?

Slide 10 - Tekstslide

Alinea 1
Toen de vos verkouden was, ging het konijn alleen naar het vossinnetje. In werkelijkheid was broer konijn een beetje jaloers op de vos. Toen ze samen zaten te praten, hadden ze het over broer vos.” Oh, die vos, zei broer, konijn, “Ik ken hem vrij goed. Hij is mijn beste paard. Als ik ergens naartoe moet, zadel ik hem op en rij als een heer.” 

Slide 11 - Tekstslide

Denkvraag

Waarom was broer konijn jaloers op broer vos, denk je?

Slide 12 - Tekstslide

Alinea 2

Het vossinnetje was zeer verbaasd, maar broer konijn hield vol dat de vos zijn paard was. Toen bedacht het konijn dat hij maar niet zo moest opscheppen. Anders zouden vos misschien boos worden. 

Slide 13 - Tekstslide

Denkvraag

Waarom was het vossinnetje verbaasd? 
Leg je antwoord uit. 

Slide 14 - Tekstslide

Alinea 3

En inderdaad, de vos was boos. Nauwelijks was hij hersteld of hij ging op bezoek bij het vossinnetje. Daar hoorde hij alles wat het konijn over hem verteld had. Woedend rende hij naar het huis van het konijn, klopte op de deur en zei,: “Broer konijn, kom naar buiten!”

Slide 15 - Tekstslide

Waarom was broer vos woedend op broer konijn
A
het vossinnetje hem nu niet meer zo leuk vond
B
broer konijn iets vervelends over hem had gezegd
C
broer konijn alleen op bezoek was gegaan bij het vossinnetje
D
het vossinnetje nu dacht dat hij een paard was

Slide 16 - Quizvraag

Alinea 4

Broer konijn stond al te wachten op de vos. Hij vroeg met een klein stemmetje: Wat wil je broer vos?” “Ik wil je spreken!”, gromde de bos boos. “Ik hoorde dat je gezegd hebt dat ik je paard ben.” “Dat is niet waar, “ zei broer konijn zachtjes. “Zoiets heb ik niet gezegd.”

Slide 17 - Tekstslide

Denkvraag
Broer konijn wist al dat broer vos boos was. 
Waar kan je dat lezen in deze alinea?

Slide 18 - Tekstslide

Alinea 5
Broer vos was al een beetje gerustgesteld. “Als het niet waar is, gaat het dan maar vertellen aan mijn vriendinnetje”, zei hij. Broer konijn begon te snikken. “Ik wil dat wel, mijn vriend, maar ik kan het niet,” zei hij “Gisteren ben ik gevallen en ik kan nauwelijks lopen. Maar als je me zou willen dragen op je rug, zou ik kunnen gaan.

Slide 19 - Tekstslide

Denkvraag

Waardoor was broer vos al een beetje gerust gesteld ?
(kijk in alinea 4)

Slide 20 - Tekstslide

Alinea 6
De vos wilde het zo snel mogelijk in orde maken met het vossinnetje, dus hij gromde: In orde, kom op, ik zal je erheen brengen.” Broer konijn kwam naar buiten, keek naar de Vos en zei toen bescheiden: “Zo gaat het niet vos, zo kan ik je niet vasthouden. Als je een zadel op je rug hebt en teugels, dan heb ik iets om aan vast te houden.

Slide 21 - Tekstslide

Denkvraag

Wat probeert broer konijn te doen in deze alinea, denk je?

Slide 22 - Tekstslide

Alinea 7
De vos wilde het konijn zo snel mogelijk naar zijn liefje brengen. De gromde hij: “In orde, als het niet anders kan, maar schiet een beetje op.” Dat hoefde je het konijn niet twee keer te zeggen. Vlug haalde hij een zadel uit de stal. Toen het konijn ook een zweepje had gepakt, gingen ze op weg.

Slide 23 - Tekstslide

Dat hoefde je het konijn niet twee keer te zeggen betekent:
A
Broer konijn kent de tafel van 2.
B
Broer konijn zegt alles twee keer.
C
Broer konijn ging snel de spullen regelen.
D
Broer konijn vindt het gezellig dat ze samen naar het vossinnetje gaan.

Slide 24 - Quizvraag

Alinea 8
Even later kwamen ze bij het dorpje waar het vossinnetje woonde. De vos stopte en zei: “Kom maar af broer. We gaan te voet verder. Ik draag je niet meer.” Maar broer konijn stapte niet af. Hij sloeg met zijn zweep de vos zo hard dat hij er pijlsnel vandoor ging en niet stopte voordat hij in de tuin van het vossinnetje was. Broer konijn sprong eraf en maakte de teugels aan het hek vast en ging naar binnen.

Slide 25 - Tekstslide

Denkvraag
Kom eraf broer.
Waarom wilde broer vos dat broer konijn 
van zijn rug af gaat, denk je?


Slide 26 - Tekstslide

Alinea 9
“Nu zie je het”, zei het konijn tegen het vossinnetje,”dat ik niet gelogen heb en de vos echt mijn paard is. Kijk maar naar buiten!” Het was waar. De vos sprong heen en weer In de tuin. Op zijn rug zat een zadel en aan zijn kop zaten teugels die aan het hek gebonden waren. Pas toen hij zo hard trok tot de teugels teugels braken, kon hij wegrennen om zich nooit meer In het dorp te vertonen.

Slide 27 - Tekstslide

Denkvraag 

Waarom sprong broer vos heen en weer in de tuin, denk je?

Slide 28 - Tekstslide

Afsluiting
Voordat je de tekst ging lezen heb je een voorspelling gedaan.
Klopte je voorspelling?

Slide 29 - Tekstslide