De grote Pinguïn-quiz
1 / 24
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe heet lava als het nog in de vulkaan zit?
A
binnenlava
B
magnum
C
magma
D
vuursoep
Slide 3 - Quizvraag
Welke stad staat bekend om zijn aardbevingen?
A
San Francisco
B
New York
C
Eindhoven
D
Parijs
Slide 4 - Quizvraag
Hoe heet het gebied in Amerika waar veel tornado's voorkomen?
A
Tornado Corner
B
Windy Area
C
Stormhoek
D
Tornado Alley
Slide 5 - Quizvraag
Hoe heette de zogenaamde facilitair manager van Eindhoven Zoo?
A
Willem Alexander Strik
B
Jan Willem Strik
C
Henk Jan Hoed
D
Jan Willem Hoed
Slide 6 - Quizvraag
Hoe heet de oppergod
van de Romeinen?
van de Romeinen?
A
Jupiter
B
Allah
C
Minerva
D
Mars
Slide 7 - Quizvraag
Welk Romeins voedsel kon je proeven in de klas?
A
flamingotongetjes en kaneel
B
pauwenhersenen en tijm
C
dadels en dille
D
munt en zout
Slide 8 - Quizvraag
Hoe heet de grens van het Romeinse Rijk?
A
de Limoen
B
de Chinese muur
C
de Limes
D
de Hoge Wal
Slide 9 - Quizvraag
Wanneer begon de tijd van de Oude Romeinen ongeveer?
A
20.000 jaar geleden
B
7000 jaar geleden
C
2000 jaar geleden
D
500 jaar geleden
Slide 10 - Quizvraag
Hoeveel wedstrijden wonnen de Pinguïns op het slagbaltoernooi?
A
1 van de 4
B
2 van de 4
C
3 van de 4
D
4 van de 4
Slide 11 - Quizvraag
Wat was de Pinguïn-yell op het slagbaltoernooi?
Yell, yell, yell, ....
Yell, yell, yell, ....
A
we springen uit ons vel
B
wij zijn supersnel
C
we zitten in de knel
D
de Pinguïns winnen wel
Slide 12 - Quizvraag
6 x 4 is hetzelfde als ...
A
6 + 6 + 6 + 6
B
4 + 4 + 4 + 4 + 4 + 4
C
6 + 6 + 6 + 6 + 6 + 6
D
4 + 4 + 4 + 4
Slide 13 - Quizvraag
7 x 6 =
A
36
B
42
C
48
D
54
Slide 14 - Quizvraag
65 + 8 =
A
70
B
73
C
75
D
79
Slide 15 - Quizvraag
Op deze klok is het ...
A
11:45
B
11:15
C
10:45
D
10:15
Slide 16 - Quizvraag
Wat is goed gespeld?
A
vontein
B
vontijn
C
fontein
D
fontijn
Slide 17 - Quizvraag
Wat is goed gespeld?
A
gebau
B
gebauw
C
gebou
D
gebouw
Slide 18 - Quizvraag
Waar zie je voegwoorden?
A
niet, wel, ooit
B
zon, maan, aarde
C
de, het, een
D
want, omdat, terwijl
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een brandweerkorps?
A
een brandweerslang
B
een brandweerhelm
C
een groep brandweermannen
D
een brandweerauto
Slide 20 - Quizvraag
Wie had er eierkoeken bij zich op de picknick?
A
Jelte
B
Dani
C
Lynne
D
Jasmijn
Slide 21 - Quizvraag
Wie had er gekookte eieren bij zich op de picknick?
A
Ilse
B
Kelso
C
Rosa
D
Jesper
Slide 22 - Quizvraag
Wie maakte er een surprise voor Lynne met Sinterklaas?
A
Max
B
Dani
C
Quinsey
D
Esmee
