Les 3 Beelden maken met een lens

LENZEN
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

LENZEN

Slide 1 - Tekstslide

Deze les...
  • Beelden maken met een lens (§5.3)
     - Soorten lenzen
     - Werking van lenzen
  • Practicum donderdag
  • WB §5.3 nakijken


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Soorten lenzen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Lichtbreking bij lenzen

Slide 7 - Tekstslide

Lenzen

Slide 8 - Tekstslide

Construeren van lenzen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide




- een lichtstraal door het optisch midden
- een lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas en dan door brandpunt achter de lens
- een lichtstraal vanuit brandpunt dan achter de lens evenwijdig.
Beeld construeren

Slide 12 - Tekstslide

Welke lenzen zijn
positieve lenzen?
Er zijn meer antwoorden mogelijk.
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 13 - Quizvraag

Met sommige lenzen kun je een reëel beeld construeren.
Hoeveel constructiestralen heb je ten minste nodig om een beeldpunt te vinden?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quizvraag

Voorwerp
Hoofdas
Lens
Brandpunt
Beeldpunt

Slide 15 - Sleepvraag

Met een positieve lens kun je een voorwerp afbeelden op een scherm. Dit noemen we construeren .
Welke uitspraken zijn waar?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Lichtstralen door t midden gaan rechtdoor
B
Lichtstralen evenwijdig aan de optische as gaan door t brandpunt
C
Elke lichtstraal dat op een bolle lens valt noemen we divergent
D
Alle lichtstralen van één punt van het voorwerp komen samen in één punt van het beeld.

Slide 16 - Quizvraag

Met een positieve lens kun je een voorwerp afbeelden op een scherm. Je kunt zo’n beeld ook
zelf construeren.
Welke uitspraak is dan waar?
A
Alle lichtstralen van het voorwerp moeten door het brandpunt gaan.
B
Een lichtstraal die evenwijdig aan de hoofdas loopt, verandert niet van richting.
C
De lichtstralen van het voorwerp zijn na de lens divergent.
D
Alle lichtstralen van één punt van het voorwerp komen samen in één punt van het beeld.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Positieve lens
Een positieve (bolle) lens:
- vergroot 
- midden dikker dan de rand
- convergerende werking
- hoe boller de lens, des te 
   sterker (vergroot en
  convergeert meer) de lens.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Construeren

Slide 27 - Tekstslide

Construeren

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video