Schrijven

- Lezen
- Schrijfopdracht (onderdeel van 2-t Schrijven)
PROGRAMMA
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

- Lezen
- Schrijfopdracht (onderdeel van 2-t Schrijven)
PROGRAMMA

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Activerend schrijven
Met een activerende tekst kun je iemand overhalen om iets te doen, bijvoorbeeld lid worden van het Wereld Natuur Fonds. Je kunt natuurlijk gewoon schrijven: Steun het Wereld Natuur Fonds. 
Maar je boodschap wordt veel overtuigender door het gebruik van uitroeptekens en krachtige synoniemen of versterkende woorden.

Slide 3 - Tekstslide

Activerend schrijven
Uitroeptekens gebruik je in zinnen zonder onderwerp, waarin een bevel of een oproep staat. Bijvoorbeeld:

Stop het dierenleed! Teken deze petitie!

Slide 4 - Tekstslide

Activerend schrijven
Krachtige synoniemen versterken je boodschap ook. 

Bijvoorbeeld: 
doden → slachten; 
helpt niet → is volstrekt nutteloos; 
is goed → is fantastisch.

Slide 5 - Tekstslide

Activerend schrijven
Versterkende (bijvoeglijke naam)woorden maken een uitspraak nóg mooier, leuker of erger. 

Je kunt bijvoorbeeld zeggen: Kom naar de open dag van het dierenasiel. Maar je boodschap komt veel beter over als je zegt: Kom naar de afwisselende open dag en maak kennis met onze geweldige dieren!

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk de foto op de volgende dia
Wat zijn kernmerken van 
de lay-out van een folder? 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Lay-out van een folder. Denk aan:
- het lettertype en de lettergrootte;
- het gebruik van kleuren;
- de verdeling van de pagina in kolommen of blokken;
- het gebruik van beeld (foto's, grafieken, plattegronden etc.).
De afbeeldingen in een folder kunnen verschillende functies hebben:
- extra informatie geven;
- een bepaald gevoel oproepen bij de lezer;
- de aandacht trekken;
- de tekst verduidelijken.

Slide 9 - Tekstslide

Een folder maken 
Kies: alleen of in tweetal. 
Kies een onderwerp:
- Kom naar Werenfridus (voor groep 8)
- Houd ons schoolgebouw schoon
- Zorg voor een gezellige sfeer op Werenfridus
Maak eerst een kladversie. Bedenk hoe je de lay-out wilt en wat erin komt. Plaatjes mag je geprint meenemen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hoe schrijf je een goede alinea?
  • De belangrijkste informatie van de alinea zet je in de eerste zin, de kernzin.
  • Vraag je daarna af wat de lezer nog meer moet weten over dit onderwerp, die informatie zet je in de volgende zinnen.
  • Begin een nieuwe alinea als je over een nieuw deelonderwerp gaat schrijven.

Slide 13 - Tekstslide

Let op:
  • Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.
  • Binnen een alinea schrijf je de zinnen achter elkaar door.

Op een nieuwe regel beginnen kan op twee manieren 

Slide 14 - Tekstslide

Door de regel niet door te laten lopen, maar na het laatste woord op de volgende regel door te gaan.
Door het gebruik van een witregel.

Slide 15 - Tekstslide

Opening - kern - slot
Net als de gehele tekst, is een alinea ook in te delen in een opening, een kern en een slot.
Opening: een korte inleiding van het (deel)onderwerp in die alinea; 
Kern: uitleg, voorbeeld of iets anders;
Slot: samenvatting of conclusie.


Slide 16 - Tekstslide

Wat zou jij aan deze alinea veranderen?
Veel verenigingen hebben moeite met het vinden van voldoende vrijwilligers. Vrijwilligers zijn nodig voor het bemensen van de bar. Vrijwilligers zijn nodig voor het fluiten de wedstrijden. De jeugdteams worden door vrijwilligers getraind. Sommige sportverenigingen besluiten om de contributie te verhogen om zo betaalde krachten in te kunnen huren. 
De meeste leden zijn te druk met hun werk of hun gezin.
timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

Wat zou jij aan deze alinea veranderen?
Er wordt te weinig gebruikgemaakt van synoniemen van 'vrijwilligers'. 
Voegwoorden ontbreken. 
Er moeten overgangszinnen aan de alinea worden toegevoegd.

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld
Veel sportverenigingen hebben moeite met het vinden van voldoende vrijwilligers. Die zijn nodig voor allerlei taken. Denk aan het bemensen van de bar, het fluiten van wedstrijden en het trainen van de jeugdteams. Sommige sportverenigingen besluiten daarom om de contributie te verhogen om zo betaalde krachten in te kunnen huren. De meeste leden zijn namelijk te druk met hun werk of gezin om vrijwilligerswerk te doen.

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
H2 Schrijven (online)
Maak alle opdrachten en schrijf ten slotte je tekst van opdracht 3B 
over in je schrift.
(O/V/G in Somtoday)

Slide 20 - Tekstslide

- Lezen
- Schrijven H2: feedback op je opdracht (herschrijven)
- Formuleren H2


PROGRAMMA

Slide 21 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Feedback
Drie alinea's van ongeveer 5 regels                
Elke alinea begint met een kernzin.
Daarna lees je uitleg, een voorbeeld
Originele titel
Goede spelling en variatie in woordgebruik
Drie deelonderwerpen                                     
                                           Verbeter je tekst en lever je schrift in.

Slide 23 - Tekstslide

Formuleren
NN online

H2 Verwijzen naar de- en het-woorden
H3 Verbanden tussen delen van zinnen

Slide 24 - Tekstslide

- Lezen
- Schrijven
- Formuleren H4

PROGRAMMA

Slide 25 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

- Lezen
- Verslag feedback geven/ verbeteren en inleveren. (O/V/G)
- Formuleren H4-5-6 NN online

PROGRAMMA

Slide 27 - Tekstslide

- Lezen
- Kies: 
1. Verslag verbeteren en inleveren. (O/V/G)
2. Formuleren H4-5-6 NN online
3. Oefenen/leren voor de herkansing.           4. Lezen

PROGRAMMA

Slide 28 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag
H4 Schrijven 
Maak opdracht 3 in je schrift.
(O/V/G in Somtoday)

Klaar? NN online H4 Formuleren.

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
H4 Schrijven 
Maak opdracht 3 in je schrift.
(O/V/G in Somtoday)

Klaar? NN online H4 Formuleren.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide