Oma is gek
1 / 17
Lesduur is: 40 minInstructies
Leerdoelen:
- De leerling ervaart gevoelens, gedachten en fantasieën bij het kijken van een film en verwoordt ze.
- De leerling beschrijft in eenvoudige taal wat hij ziet en hoort.
- De leerling vertelt wat er op het gebied van het verhaal wordt waargenomen.
- De leerling omschrijft op informele wijze dramatische concepten (o.a. personage, verhaal) en vertelt iets over de personages en gebeurtenissen in een film.
- De leerling maakt kennis met filmmakers.
- De leerling maakt kennis met de visie of intentie van een maker.
- De leerling maakt kennis met de 'boodschap' van de film.
- De leerling kent een paar rollen binnen het productie-proces op basis van eenvoudige omschrijvingen (bijv. 'degene die de camera bedient, de persoon die de kleding uitkiest, degene die de filmbeelden knipt en aan elkaar plakt').
- De leerling geeft aan de hand van eenvoudige kijkvragen aan wat hij van de film (het verhaal, de vorm of het thema) vindt en praat daarover met medeleerlingen).
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
- Vertel: Vandaag gaan we een film kijken in de klas! En we gaan met elkaar praten over de film. We kijken de film 1 keer helemaal, en daarna gaan we stukjes terugkijken om te praten over wat we hebben gezien en gehoord.
Slide 2 - Tekstslide
Toelichting:
- Het vraagicoontje geeft een kijk-, luister- of nadenkvraag aan. In de les kun je op dit icoon klikken om de vraag te bekijken. Dit geldt ook voor de tip en opdracht buttons.
- Er zijn geen goede of foute antwoorden.
- Je kunt kiezen voor verschillende werkvormen: individueel, in groepjes of klassikaal.
- N.B.: Ons advies is om bij deze les niet te werken met ‘devices in de klas’. Je kunt dit uitzetten door het vinkje onderin het scherm van de lespresentatie te deactiveren.
Slide 3 - Tekstslide
- Vraag: De film heet ‘mijn oma is gek’. Waar denk je dat de film over gaat? Waarom denk je dat oma gek wordt genoemd en wat vind je daarvan? Antwoord: Eigen antwoord van de leerling.
Slide 4 - Video
- Vertel: Jullie hebben kunnen bedenken waar de film over gaat en nu gaan we de hele film kijken!
Slide 5 - Tekstslide
- Vertel: Dat was de film oma is gek! Wat vonden jullie ervan? Welke stukjes vonden jullie grappig, verdrietig of gek? Wat vonden jullie van oma? Waarom? Antwoord: Eigen antwoord van leerling.
- Tip: kijk actief mee en vertel welk fragment je zelf grappig, verdrietig, opvallend of gek vond en waarom. Wat zag en hoorde je zelf waardoor je dat vond?
Slide 6 - Tekstslide
- Vertel: Voordat jullie de film gingen bekijken, hebben jullie aan de hand van de titel nagedacht waar de film over zou kunnen gaan.
- Vraag: Klopte dat een beetje of was het heel anders? Wat is er volgens jullie daadwerkelijk met oma aan de hand, waarom wordt oma gek genoemd? Antwoord: Oma bleek een beetje in de war en vergeetachtig te zijn. Af en toe gedroeg ze zich daardoor een beetje gek, vandaar de titel!
Slide 7 - Tekstslide
- Vertel: Net hebben we het al even over Saäda en haar oma gehad. Dit zijn de personages in de film. Een personage is dus iemand die in de film speelt. Dit kan bijvoorbeeld ook een dier of een fantasiewezen zijn.
- Vraag: Welke personages uit de film kun jij naast Saäda en haar oma nog meer noemen? Antwoord: Voorbeelden: De vader en moeder van Saäda, haar klasgenootjes en haar neefjes en nichtjes.
- Vraag: Denk je dat Saäda in het vorige fragment al wist wat er met haar oma aan de hand was? Antwoord: Tijdens het fragment vond Saäda het al gek dat oma alleen wol in haar koffer had en geen kleding, misschien dat zij het dus al een beetje wist.
- Vraag: Welke andere personages denk jij dat er tijdens het vorige fragment al wisten dat oma in de war was? Waarom denk je dat? Waaraan kon je dat zien of horen? Antwoord: Ook hoorde je aan het eind van het fragment haar oma met andere familieleden ruziën. Misschien ging dat ook wel over oma haar vergeetachtigheid en verwardheid?
Slide 8 - Video
- Vertel voorafgaand aan het kijken: Net hebben we het gehad over de verschillende momenten in de film waarop te merken was dat oma vergeetachtig en verward was. Ook in het volgende fragment was dat te zien en te horen. Kijk en luister maar eens goed!
- Tip: Druk op de play-knop, het fragment start en stopt vanzelf op het juiste moment.
Slide 9 - Tekstslide
- Vertel: Net hebben we het al even over Saäda en haar oma gehad. Dit zijn de personages in de film. Een personage is dus iemand die in de film speelt. Dit kan bijvoorbeeld ook een dier of een fantasiewezen zijn.
- Vraag: Welke personages uit de film kun jij naast Saäda en haar oma nog meer noemen? Antwoord: Voorbeelden: De vader en moeder van Saäda, haar klasgenootjes en haar neefjes en nichtjes.
- Vraag: Welke personages denk jij dat er tijdens het vorige fragment al wisten dat oma in de war was? Waarom denk je dat? Waaraan kon je dat zien of horen?Antwoord: Tijdens het fragment vond Saäda het al gek dat oma alleen wol in haar koffer had en geen kleding, misschien dat zij het dus al een beetje wist. Ook hoorde je aan het eind van het fragment haar oma met andere familieleden ruziën. Misschien ging dat ook wel over oma haar vergeetachtigheid en verwardheid?
Slide 10 - Video
- Vertel voorafgaand aan het kijken: Toen Saäda ontdekte dat haar oma vergeetachtig en in de war was, had ze veel verschillende gevoelens. Let maar eens goed op het volgende fragment!
- Tip: Druk op de play-knop, het fragment start en stopt vanzelf op het juiste moment.
Slide 11 - Tekstslide
- Vraag: Welke gevoelens herken je bij Saäda? Antwoord: Eigen antwoord leerling. Voorbeelden: Blij dat oma mee naar school mag om uitnodigingen uit te delen, beschaamd en verdrietig toen haar oma in de war was op het schoolplein en daarna boos toen ze met haar moeder ging praten.
- Vraag: Begrijp je dat ze die gevoelens had? Waarom wel/niet? Antwoord: Eigen antwoord leerling.
Slide 12 - Tekstslide
- Vertel: Speciaal voor jullie is er een filmpje opgenomen met de scenarist van de film Oma is Gek. Dat is de persoon die het verhaal van de film heeft bedacht en geschreven.
- Vraag: Weet jij nog meer filmberoepen te noemen? Welke mensen heb je allemaal nodig om een film te kunnen maken?
- Tip: Tijdens het maken van een film heb je acteurs nodig, maar bijvoorbeeld ook een regisseur en een cameraman. Na het filmen zijn er ook nog mensen die bijvoorbeeld muziek en andere geluidseffecten onder de film zetten.
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
- Vertel: Doordat Saäda het soms een beetje zielig vond voor oma, probeerde ze haar te helpen door voor oma een muts te breien zodat haar gedachten niet meer konden wegwaaien.
- Opdracht: Bedenk en teken/maak een andere uitvinding die verwarde en vergeetachtige mensen kan helpen. Bijvoorbeeld: een gehoorapparaat waar al je gedachten en herinneringen in zitten die kunnen worden voorgelezen zodat je nooit meer wat vergeet.
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Ga naar Schooltv
