Week 2 - les 1/2 eend

Week 2 - les 1/2 
eend
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Week 2 - les 1/2 
eend

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer een /d/ of een /t/
Hoor ik een /t/ aan het eind van het woord.
Dan controleer ik of het ook echt met een /t/ is door het woord langer te maken.

ik hoor zwaart
ik maak het langer = zwaarden
ik weet nu het is zwaard

Slide 2 - Tekstslide

ook bij samengestelde woorden
ik hoor batkamer
ook hoor ik 2 woorden bat + kamer
bat...... hmmm klopt dit?
even kijken, ik maak het langer
baden
het is dus badkamer

Slide 3 - Tekstslide

komt er een /d/ of /t/ aan het eind van dit woord?

baar.
A
t
B
d

Slide 4 - Quizvraag

komt er een /d/ of /t/ aan het eind van dit woord?

grach.
A
t
B
d

Slide 5 - Quizvraag

komt er een /d/ of /t/ aan het eind van dit woord?

mon.
A
t
B
d

Slide 6 - Quizvraag

komt er een /d/ of /t/ aan het eind van dit woord?

mun.
A
t
B
d

Slide 7 - Quizvraag

t
d

Slide 8 - Sleepvraag

hard
hart

Slide 9 - Sleepvraag

Waar staat het woord goed
A
lantkaart
B
landkaard
C
lantkaard
D
landkaart

Slide 10 - Quizvraag

Waar staat het woord goed?
A
stantbeelt
B
standbeeld
C
stantbeeld
D
standbeelt

Slide 11 - Quizvraag

Waar staat het woord goed?
A
voetpat
B
voedpad
C
voetpad
D
voedpat

Slide 12 - Quizvraag

Waar staat het woord goed?
A
schiltpat
B
schildpad
C
schiltpad
D
schildpat

Slide 13 - Quizvraag

Waar staat het woord goed?
A
hantarbeit
B
handarbeid
C
hantarbeid
D
handarbeit

Slide 14 - Quizvraag

Waar staat het woord goed?
A
jachthond
B
jachdhond
C
jachthond
D
jachdhont

Slide 15 - Quizvraag