videolesweek27p1a

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Videoles week 27 P1a
Doel; 
1. je oefent je luistervaardigheid
2. je oefent en herhaalt de onderwerpen van chapitre 6

Slide 2 - Tekstslide

Ça va aujourd'hui?
A
Ça va.
B
Comme ci comme ça
C
Ça va bien!
D
Ça ne va pas bien.

Slide 3 - Quizvraag

Luistervaardigheid

Je gaat luisteren naar een uitleg over veel gebruikte woorden en zinnen in een Frans restaurant 

Slide 4 - Tekstslide

7

Slide 5 - Video

00:47
Hoe zeg je "we zijn met z'n vieren?"

Slide 6 - Open vraag

01:41
(ik ga nemen) ...... de la viande
A
je prends
B
je vais prendre
C
j'ai pris
D
je prenais

Slide 7 - Quizvraag

01:41
Je voudrais mon steak (goed doorbakken) .......
A
bien cuit
B
saignant
C
à point
D
medium

Slide 8 - Quizvraag

02:00
Hoe vraag je om de rekening?

Slide 9 - Open vraag

02:18
contant betalen=
A
par carte
B
en espèces
C
par chèque

Slide 10 - Quizvraag

02:58
Als je kraanwater wilt bij het eten bestel je ;
A
une carafe d'eau
B
une bouteille d'eau

Slide 11 - Quizvraag

03:13
Wat krijg je in Frankrijk meestal gratis bij een maaltijd?

Slide 12 - Open vraag

LA GRAMMAIRE
herhaling delend lidwoord en werkwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Delend lidwoord (4) in het Frans?

Slide 14 - Woordweb

Wanneer gebruik je dan
DE/D' ?

Slide 15 - Open vraag

Na de ontkenning of een hoeveelheidswoord
Na een ontkenning of een hoeveelheidswoord (beaucoup / un peu / quelques / deux kilos / un litre...) krijg je de of d'.

Je n'ai pas pris de jambon
J'ai pris beaucoup de salade
J'ai pris 3 litres d'eau
J'ai pris 1 kilo de carottes
Ik heb geenham genomen
Ik hem veel sla genomen
Ik heb 3 liter water genomen
Ik heb 1 kilo wortels genomen

Slide 16 - Tekstslide

DE L'
DES
DE
DES
Je mange ........... fruits.
Tu donnes ......... cadeaux.
Il achète 3 kilos ...... pommes
Il boit ...... eau

Slide 17 - Sleepvraag

Tu veux ..... coca?

A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 18 - Quizvraag

Sleep de delend lidwoorden naar de juiste zinnen.
Je mange ... croissants.
Elle boit ... eau minérale.
Ils achètent ... pain.
Elle n'a pas ... chips.
On a peu ... argent
du
d'
de
des
de l'

Slide 19 - Sleepvraag

Wat is de vertaling van 'veel'
A
beaucoup
B
souvent
C
plusieurs
D
parfois

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de vertaling van 'een glas cola'
A
une glace de coca
B
une tasse de coca
C
un peu de coca
D
un verre de coca

Slide 21 - Quizvraag

Vertaal 'ik eet geen vlees'
A
Je ne mange pas du viande.
B
Je ne mange pas des viande.
C
Je ne mange pas de viande.
D
Je ne mange pas d' viande.

Slide 22 - Quizvraag

Vocabulaire des vacances!
Kijk en luister goed naar het volgende filmpje, er volgen daarna een paar vragen over de woorden

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

(de zomer) commence au mois de juin
A
le printemps
B
l'hiver
C
l'été
D
l'automne

Slide 25 - Quizvraag

(de zon)....... brille
A
la lune
B
le soleil
C
le ciel
D
le sol

Slide 26 - Quizvraag

Au soleil, je mets .....
A
un casque
B
une casquette
C
une écharpe
D
un chapeau

Slide 27 - Quizvraag

Ils adorent aller à ..........
A
la plage
B
la place
C
le sable
D
le lac

Slide 28 - Quizvraag

Hoe zeg je ;
Het is warm?

Slide 29 - Open vraag

Quand il fait trop chaud, il y a une canicule.
Canicule=
A
stortbui
B
onweer
C
hittegolf
D
zonsondergang

Slide 30 - Quizvraag

Je voudrais bien ......
A
une glace
B
un glaçon
C
un sorbet
D
de la crème Chantilly

Slide 31 - Quizvraag

Fin! :) 

Bonnes vacances, profitez bien! 

Slide 32 - Tekstslide