Grammar unit 3

Grammar - extra uitleg
mavo/havo 1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammar - extra uitleg
mavo/havo 1

Slide 1 - Tekstslide

Behandelde grammatica
  1. This/that, these/those
  2.  (question) tags
  3. Present continuous
  4. One/ones 

Slide 2 - Tekstslide

These apples
That apple
Those apples
this apple
Verder weg, 2+ (meervoud)
dichtbij, 1 (enkelvoud)
Verder weg, 1 (enkelvoud)
Dichtbij, 2+ (meervoud)

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

Question tags:
You're at school together, ............?
A
are you?
B
aren't you?

Slide 5 - Quizvraag

He's not happy, ........?
A
isn't he?
B
is he?
C
are he?
D
aren't he?

Slide 6 - Quizvraag

Typ nu zelf het goede antwoord.
They can help me, .............

Slide 7 - Open vraag

Present continuous
Vorm van to be (am/are/is) + werkwoord + ing
I am teaching. (bevestigend)
She is not walking. (ontkennend) 
Is he wearing a jacket ? (vragend)
We gebruiken de present continuous als iets nu bezig is. 

Slide 8 - Tekstslide

I
you
he
she
it
we
they
am
are
is

Slide 9 - Sleepvraag

Present continuous bevestigend
1. (work) I ........................ right now.


Slide 10 - Open vraag

bevestigend.
2. (talk) My mother ..................... on the phone.

Slide 11 - Open vraag

bevestigend.
3. (write) You .................. a song.

Slide 12 - Open vraag

Present continuous, ontkennend
1. (water/not). I ..................... the plants.

Slide 13 - Open vraag

ontkennend.
2. (take/not) We ...................... photos.

Slide 14 - Open vraag

ontkennend.
3. (tell/not) You ............. the truth.

Slide 15 - Open vraag

Present continuous, vragend (hele zin maken!) 1. (laugh) ........you..............?

Slide 16 - Open vraag

vragend. (hele zin maken!)
2. (dance) ................she.....................?

Slide 17 - Open vraag

vragend. (hele zin maken!)
3. (bark) ............ those dogs ..............?

Slide 18 - Open vraag

One/ones 
One of ones kan je vaak vervangen voor een zelfstandig naamwoord. 
glasses --> ones (mv)
ring --> one (ev)

Slide 19 - Tekstslide

1. Usually men don't wear skirts but my dad sometimes wears ........... at the weekend.
A
one
B
ones

Slide 20 - Quizvraag

2. Most students come to school by bike but the ......... who live in Hoorn usually take the bus.
A
one
B
ones

Slide 21 - Quizvraag

3. I like your new top. It's so much nicer than the .......... Hannah is wearing.
A
one
B
ones

Slide 22 - Quizvraag

Indien er tijd over is: Willen jullie nog extra uitleg? Zo ja, waarover?

Slide 23 - Open vraag