Paragraaf 2.1 Oplossen met een grafiek
1 / 42
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Opgave 1 a
José werkt bij een tuincentrum. Haar inkomsten berekent zij met de formule inkomsten in € = 5 + 2,50 × tijd in uren. Hoeveel verdient José als zij 4 uur werkt?
José werkt bij een tuincentrum. Haar inkomsten berekent zij met de formule inkomsten in € = 5 + 2,50 × tijd in uren. Hoeveel verdient José als zij 4 uur werkt?
Slide 6 - Open vraag
Opgave 1 b
José werkt bij een tuincentrum. Haar inkomsten berekent zij met de formule inkomsten in € = 5 + 2,50 × tijd in uren. Hoeveel verdient José als zij 6 uur werkt?
José werkt bij een tuincentrum. Haar inkomsten berekent zij met de formule inkomsten in € = 5 + 2,50 × tijd in uren. Hoeveel verdient José als zij 6 uur werkt?
Slide 7 - Open vraag
Opgave 1 c (blz 70)
Vul je antwoord in de formule in en bereken het bedrag.
Sleep de juiste antwoorden naar de juiste plek.
Formule: inkomsten in € = 5 + 2,50 × tijd in uren
€ 45
€ 5
€ 15
€ 25
€ 17,50
€ 27,50
€ 19,50
€ 30
€ 60
Slide 8 - Sleepvraag
Opgave 1 c blz 70
José inkomsten berekent haar inkomsten met de formule: in € = 5 + 2,50 × tijd in uren. Maak van de ingevulde tabel nu een grafiek (blz 70 1d van je boek). Upload een foto hiervan hieronder.
José inkomsten berekent haar inkomsten met de formule: in € = 5 + 2,50 × tijd in uren. Maak van de ingevulde tabel nu een grafiek (blz 70 1d van je boek). Upload een foto hiervan hieronder.
Slide 9 - Open vraag
De grafiek van vraag 1d blz 70 moet er
zo uitzien. Heb jij hem juist getekend?
zo uitzien. Heb jij hem juist getekend?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Opgave 2a (blz 71)
Kiekstra berekent het bedrag voor het afdrukken van foto’s met de formule: bedrag in € = 1,50 + 0,10 × aantal foto’s. Vul de tabel in. Sleep het juiste antwoord naar het juiste vak.
€1,50
€6,50
€3,50
€1,75
€7,75
€ 3,75
€ 4,75
€ 3,25
€ 1,25
€ 6,25
€ 6,75
Slide 11 - Sleepvraag
Slide 12 - Tekstslide
De grafiek van vraag 2b blz 71 moet er
zo uitzien. Heb jij hem juist getekend?
zo uitzien. Heb jij hem juist getekend?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Opgave 2 c en d (blz 71)
Achmet betaalt € 4,50 voor het afdrukken van foto’s bij Kiekstra. Zet daarom een punt op de grafiek bij hoogte € 4,50. Ga vanaf dit punt recht naar beneden tot aan de horizontale as. Hoeveel foto’s horen bij € 4,50?
Achmet betaalt € 4,50 voor het afdrukken van foto’s bij Kiekstra. Zet daarom een punt op de grafiek bij hoogte € 4,50. Ga vanaf dit punt recht naar beneden tot aan de horizontale as. Hoeveel foto’s horen bij € 4,50?
Slide 14 - Open vraag
Opgave 2 e (blz 71)
Vul je gevonden antwoord van vraag 2c en d in de formule in en bereken het bedrag. Sleep hiervoor de juiste antwoorden naar de juiste plek. Het antwoord moet op € 4,50 uitkomen.
40
50
30
€ 4,50
€ 4,05
€ 3,45
€ 3,50
€ 5,50
Slide 15 - Sleepvraag
Opgave 3a (blz 72)
Digifoto berekent het bedrag voor het afdrukken van posters met de formule:
bedrag in € = 3 + 1,50 × aantal posters. Vul de tabel in
3
0
90
180
31
Slide 16 - Sleepvraag
Opgave 3b (blz 72)
Digifoto berekent het bedrag met de formule:
bedrag in € = 3 + 1,50 × aantal posters.
Maak de grafiek bij de tabel van de vraag hiervoor (zie vraag 3b op blz 72). Upload een foto van deze grafiek hieronder.
Digifoto berekent het bedrag met de formule:
bedrag in € = 3 + 1,50 × aantal posters.
Maak de grafiek bij de tabel van de vraag hiervoor (zie vraag 3b op blz 72). Upload een foto van deze grafiek hieronder.
Slide 17 - Open vraag
De grafiek van vraag 3b blz 72 moet er
zo uitzien. Heb jij hem juist getekend?
zo uitzien. Heb jij hem juist getekend?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Opgave 3 c en d (blz 71)
Saar betaalt € 48 voor het afdrukken van posters. Zet daarom een punt op de grafi ek bij hoogte € 48. Hoeveel foto’s horen bij € 48?
Saar betaalt € 48 voor het afdrukken van posters. Zet daarom een punt op de grafi ek bij hoogte € 48. Hoeveel foto’s horen bij € 48?
Slide 19 - Open vraag
Opgave 3 e (blz 71)
Vul je gevonden antwoord van de vraag hiervoor in de formule in en bereken het bedrag. Sleep hiervoor de juiste antwoorden naar de juiste plek. Het antwoord moet op € 48 uitkomen.
35
40
30
€ 48
€ 4,05
€ 45
€ 45,50
€ 47,50
25
Slide 20 - Sleepvraag
Opgave 4a (blz 72)
Martijn heeft al € 150 op zijn spaarrekening. Hij spaart elke week € 15.
Hierbij hoort de formule spaarbedrag in € = 150 + 15 × tijd in weken.
Vul de tabel in. Sleep het juiste antwoord naar het juiste vak.
Slide 21 - Sleepvraag
Opgave 4b (blz 72)
Martijn heeft al € 150 op zijn spaarrekening. Hij spaart elke week € 15.
Hierbij hoort de formule spaarbedrag in € = 150 + 15 × tijd in weken. Maak de grafiek van de hiervoor ingevulde tabel. Zie blz 72 hiervoor. Upload een foto hiervan hieronder.
Martijn heeft al € 150 op zijn spaarrekening. Hij spaart elke week € 15.
Hierbij hoort de formule spaarbedrag in € = 150 + 15 × tijd in weken. Maak de grafiek van de hiervoor ingevulde tabel. Zie blz 72 hiervoor. Upload een foto hiervan hieronder.
Slide 22 - Open vraag
De grafiek van vraag 4b blz 72 moet er
zo uitzien. Heb jij hem juist getekend?
zo uitzien. Heb jij hem juist getekend?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quizvraag
Opgave 4c (blz 72)
Martijn wil een surfboard kopen van € 285. Na hoeveel weken sparen kan Martijn het surfboard. Let op: los de vraag op met de grafiek. Zet een punt bij het juiste bedrag in de grafiek om het aantal weken te vinden.
Martijn wil een surfboard kopen van € 285. Na hoeveel weken sparen kan Martijn het surfboard. Let op: los de vraag op met de grafiek. Zet een punt bij het juiste bedrag in de grafiek om het aantal weken te vinden.
Slide 24 - Open vraag
Vraag 4d.
Controleer je antwoord van vraag 4c blz 72. Gebruik hiervoor de formule. Het ingevoerde aantal weken moet uitkomen op € 285. Kom jij ook op dit antwoord uit?
Controleer je antwoord van vraag 4c blz 72. Gebruik hiervoor de formule. Het ingevoerde aantal weken moet uitkomen op € 285. Kom jij ook op dit antwoord uit?
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quizvraag
Deze vraag is alleen voor Kader klassen
Vraag 5a blz 73. Bij het branden van een kaars hoort de formule
lengte in cm = 12 – 1,5t. Vul de tabel in.
12
6
0
3
4
9
11
10
Slide 26 - Sleepvraag
Deze vraag is alleen voor Kader klassen
Vraag 5a blz 73. Bij het branden van een kaars hoort de formule
lengte in cm = 12 – 1,5t. Maak de grafiek van de hiervoor ingevulde tabel. Zie blz 73 hiervoor. Upload een foto hiervan hieronder.
Vraag 5a blz 73. Bij het branden van een kaars hoort de formule
lengte in cm = 12 – 1,5t. Maak de grafiek van de hiervoor ingevulde tabel. Zie blz 73 hiervoor. Upload een foto hiervan hieronder.
Slide 27 - Open vraag
Vraag is alleen voor kader klassen
De grafiek van 5a blz 73 moet er zo uit zien.
Klopt jouw grafiek?
De grafiek van 5a blz 73 moet er zo uit zien.
Klopt jouw grafiek?
A
Ja
B
Nee
Slide 28 - Quizvraag
Deze vraag is alleen voor Kader klassen
Vraag 5b blz 73. Bij het branden van een kaars hoort de formule
lengte in cm = 12 – 1,5t. Na hoeveel uur branden is de kaars 3 cm lang? Gebruik de getekende grafiek als hulp om het aantal uren te vinden.
Vraag 5b blz 73. Bij het branden van een kaars hoort de formule
lengte in cm = 12 – 1,5t. Na hoeveel uur branden is de kaars 3 cm lang? Gebruik de getekende grafiek als hulp om het aantal uren te vinden.
Slide 29 - Open vraag
Deze vraag is alleen voor Kader klassen
Vraag 5c blz 73.
Controleer je antwoord van vraag 5b blz 73. Gebruik hiervoor de formule. Het ingevoerde aantal uren moet uitkomen op 3 cm. Kom jij ook op dit antwoord uit?
Vraag 5c blz 73.
Controleer je antwoord van vraag 5b blz 73. Gebruik hiervoor de formule. Het ingevoerde aantal uren moet uitkomen op 3 cm. Kom jij ook op dit antwoord uit?
A
Ja
B
Nee
Slide 30 - Quizvraag
Vraag 6a blz 73. Bij aankopen in bouwmarkt Weigam krijg je bij iedere euro een spaarpunt. Zo’n spaarpunt is 2 cent waard. Iedere klant kan een pasje laten maken. Op dat pasje staat al € 1. Met een formule kun je het spaarbedrag berekenen.
spaarbedrag in € = 1 + 0,02 × aantal punten. Vul de tabel in.
€ 1
€ 13
€ 7
€ 4
€5
€6
11
13
14
15
Slide 31 - Sleepvraag
Vraag 6 b blz 73.
De formule voor het spaarbedrag is: spaarbedrag in € = 1 + 0,02 × aantal punten. Maak de bijbehorende grafiek van de tabel die hiervoor is opgesteld. Maak een foto en upload deze grafiek hieronder.
De formule voor het spaarbedrag is: spaarbedrag in € = 1 + 0,02 × aantal punten. Maak de bijbehorende grafiek van de tabel die hiervoor is opgesteld. Maak een foto en upload deze grafiek hieronder.
Slide 32 - Open vraag
De grafiek van 6b blz 73 moet er zo uit zien.
Klopt jouw grafiek?
Klopt jouw grafiek?
A
Ja
B
Nee
Slide 33 - Quizvraag
Vraag 6c blz 73.
De formule was: spaarbedrag in € = 1 + 0,02 × aantal punten. Rinske heeft € 10 gespaard. Hoeveel punten horen daarbij?
De formule was: spaarbedrag in € = 1 + 0,02 × aantal punten. Rinske heeft € 10 gespaard. Hoeveel punten horen daarbij?
Slide 34 - Open vraag
Vraag 6d blz 73.
De formule was: spaarbedrag in € = 1 + 0,02 × aantal punten. Erik heeft € 5 gespaard bij bouwmarkt Weigam. Hoeveel spaarpunten horen daarbij?
De formule was: spaarbedrag in € = 1 + 0,02 × aantal punten. Erik heeft € 5 gespaard bij bouwmarkt Weigam. Hoeveel spaarpunten horen daarbij?
Slide 35 - Open vraag
Vraag 6e blz 73.
De formule was: spaarbedrag in € = 1 + 0,02 × aantal punten. Miron heeft € 9 gespaard bij bouwmarkt Weigam.
Hoeveel spaarpunten horen daarbij?
De formule was: spaarbedrag in € = 1 + 0,02 × aantal punten. Miron heeft € 9 gespaard bij bouwmarkt Weigam.
Hoeveel spaarpunten horen daarbij?
Slide 36 - Open vraag
Vraag 7a blz 74
Milat laat posters afdrukken. Het bedrag dat hij moet betalen, berekent hij met de formule bedrag in € = 4 + 6 × aantal posters. Vul de tabel in. 4
40
64
60
66
2
3
38
42
Slide 37 - Sleepvraag
Vraag 7b blz 74
Milat laat posters afdrukken. Het bedrag dat hij moet betalen, berekent hij met de formule bedrag in € = 4 + 6 × aantal posters. Maak de bijbehorende grafiek van de tabel die hiervoor is opgesteld. Maak een foto en upload deze grafiek hieronder.
Milat laat posters afdrukken. Het bedrag dat hij moet betalen, berekent hij met de formule bedrag in € = 4 + 6 × aantal posters. Maak de bijbehorende grafiek van de tabel die hiervoor is opgesteld. Maak een foto en upload deze grafiek hieronder.
Slide 38 - Open vraag
Vraag 8a blz 74
Fleur laat posters afdrukken bij een ander bedrijf. Zij berekent het bedrag met de formule bedrag in € = 8 + 5 × aantal posters. Vul de tabel in. 8
28
58
26
60
6
10
30
26
Slide 39 - Sleepvraag
Vraag 8b blz 74
Fleur laat posters afdrukken bij een ander bedrijf. Zij berekent het bedrag met de formule bedrag in € = 8 + 5 × aantal posters. Maak de bijbehorende grafiek. Teken deze grafiek in de grafiek van Milat van vraag 7b. Maak een foto en upload deze grafiek hieronder.
Fleur laat posters afdrukken bij een ander bedrijf. Zij berekent het bedrag met de formule bedrag in € = 8 + 5 × aantal posters. Maak de bijbehorende grafiek. Teken deze grafiek in de grafiek van Milat van vraag 7b. Maak een foto en upload deze grafiek hieronder.
Slide 40 - Open vraag
Vraag 8b blz 74
De grafiek van Milat en Fleur samen moet
eruit zien als hiernaast. Klopt jouw grafiek?
De grafiek van Milat en Fleur samen moet
eruit zien als hiernaast. Klopt jouw grafiek?
A
Ja
B
Nee
Slide 41 - Quizvraag
Vraag 8c blz 74.
Bij hoeveel posters betalen Milat en Fleur evenveel?
Gebruik hiervoor de grafiek van Milat en Fleur van vraag 8b blz 74.
Bij hoeveel posters betalen Milat en Fleur evenveel?
Gebruik hiervoor de grafiek van Milat en Fleur van vraag 8b blz 74.
