3.5 Lineaire formules

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Terugblik op 3.3
  • Leerdoelen van de les
  • Uitleg van 3.5
  • Aan de slag met 3.5
  • Lesevaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de leerdoelen?
  • Je kunt de grafiek van een lineaire formule tekenen
  • Je kunt met een berekening controleren of een punt op een grafiek ligt

Slide 3 - Tekstslide

Formules
In paragraaf 3.1 hebben we gekeken naar letterformules als:

bedrag in € = 4 + 6p
p: aantal posters

Slide 4 - Tekstslide

Formules
bedrag in € = 4 + 6p
p: aantal posters

Om het bedrag te berekenen dat je moet betalen bij bijvoorbeeld 5 posters, vul je 5 in voor p:


Slide 5 - Tekstslide

Formules
bedrag in € = 4 + 6p
p: aantal posters

Om het bedrag te berekenen dat je moet betalen bij bijvoorbeeld 5 posters, vul je 5 in voor p:
bedrag in € = 4 + 6 * 5 = €34

Slide 6 - Tekstslide

Formules
bedrag in € = 4 + 6p
p: aantal posters

Om het bedrag te berekenen dat je moet betalen bij bijvoorbeeld 5 posters, vul je 5 in voor p:
bedrag in € = 4 + 6 * 5 = €34
Dus je moet €34 betalen als je 5 posters laat afdrukken.

Slide 7 - Tekstslide

Formules
bedrag in € = 4 + 6p
p: aantal posters

In de wiskunde kan dit ook anders worden opgeschreven.

Slide 8 - Tekstslide

Formules
 y = 4 + 6x

Is een voorbeeld van een lineaire formule.

Slide 9 - Tekstslide

Formules
In de wiskunde kan dit ook anders worden opgeschreven.
Namelijk:    y = 4 + 6x

Om het bedrag te berekenen dat je moet betalen bij bijvoorbeeld 5 posters, vul je nu 5 in voor x:
bedrag in € = 4 + 6 * 5 = €34
Dus je moet €34 betalen als je 5 posters laat afdrukken.

Slide 10 - Tekstslide

Lineaire formules
Bij grafieken die een rechte lijn zijn, hoort een lineaire formule.

Slide 11 - Tekstslide

Lineaire formules
Bij grafieken die een rechte lijn zijn, hoort een lineaire formule.

Andere voorbeelden van lineaire formules zijn:
I=3+25t
b=5a0,25

Slide 12 - Tekstslide

Is dit een lineaire grafiek?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Is dit een lineaire grafiek?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

De woorden uit de bovenste rij van de tabel zet je bij ....


A
aan de horizontale as
B
aan de verticale as

Slide 15 - Quizvraag

De stapgrootte in een grafiek ...
A
verzin ik zelf
B
is bij de horizontale en de verticale as gelijk
C
gaat altijd per 5
D
haal ik uit de tabel

Slide 16 - Quizvraag

3.5: Lineaire formules
Stappenplan lineaire grafiek tekenen:
  1. Maak een tabel bij de formule. 
    Bereken hierin minstens 2 punten.
  2. Maak het assenstelsel.
    Kijk in de tabel hoe groot deze moet worden.
    Denk aan de titel en de namen van de assen.
  3. Teken de punten uit de tabel in de grafiek met potlood.
  4. Trek een lijn door de punten met geodriehoek.

Slide 17 - Tekstslide

Teken de grafiek van:
y=2x+8

Slide 18 - Tekstslide

Teken de grafiek van:
y=2x+8
x
0
2
y

Slide 19 - Tekstslide

Teken de grafiek van:
y=2x+8
x
0
2
y
8
4

Slide 20 - Tekstslide

Teken de grafiek van:
y=2x+8
x
0
2
y
8
4

Slide 21 - Tekstslide

Teken de grafiek van
y=2x+8
x
0
2
y
8
4

Slide 22 - Tekstslide

Grafieken en formules

Slide 23 - Tekstslide

Teken de grafiek van
y=2x+8
x
0
2
y
8
4

Slide 24 - Tekstslide

Opdrachten maken
Maak opgave van 3.5; TL:  58 t/m 62, 65 t/m 69, 71
                                HAVO: 60 t/m 62, 64, 66, 68, 73, 75, 79, 81, 83
Wat niet af is, is huiswerk voor woensdag

Je werkt in stilte en mag even geen vragen stellen.
Je werkt in stilte en mag vragen stellen aan de docent
Je mag overleggen met je buurman/buurvrouw

Slide 25 - Tekstslide