Krachten (herhaling klas 2)

Krachten  (herhaling van klas 2)
Lesdoelen:
- verschillende krachten kennen
- eenheid (Newton, N) en symbool (F) kennen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Krachten  (herhaling van klas 2)
Lesdoelen:
- verschillende krachten kennen
- eenheid (Newton, N) en symbool (F) kennen

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze uitleg:
  1. Je kunt 6 verschillende krachten noemen
  2. Je kent de letter en de eenheid van kracht
  3. Je weet welke 2 dingen krachten kunnen doen
  4. Je weet wat het zwaartepunt is
  5. Je kunt een kracht tekenen











Slide 2 - Tekstslide

Soorten krachten

Slide 3 - Tekstslide

Zwaartekracht: trekt aan alles, richting: naar beneden.

Slide 4 - Tekstslide

Spierkracht

Slide 5 - Tekstslide

Elektrische kracht
Elektronen die elkaar aantrekken of afstoten

Slide 6 - Tekstslide

Wrijvingskracht
Altijd tegengesteld aan de bewegings-richting.
Voorbeelden: ruwe vloer, luchtweerstand, zachte band, tegenwind. De snelheid gaat hierdoor omlaag.

Slide 7 - Tekstslide

Spierkracht
Spankracht: in een touw, ketting of kabel staat spanning doordat er aan getrokken wordt.

Slide 8 - Tekstslide

Magnetische kracht

Slide 9 - Tekstslide

Veerkracht

Slide 10 - Tekstslide

Door een kracht  verandert:
- de richting
- de snelheid
- de vorm van het voorwerp

Slide 11 - Tekstslide

Krachten teken je op schaal: 1cm = ... N

Slide 12 - Tekstslide

Veerunster
Met een veerunster kan je krachten meten. Er zit een veertje erin dat uitrekt door de hoeveelheid kracht. Hoe groter de meetbereik is van een veerunster is, hoe stugger (sterker) een veer is. 

Slide 13 - Tekstslide

F (van force
Omdat er zoveel soorten krachten zijn krijgen veel krachten een kleine letter extra:
Fz = zwaartekracht
Fv = veerkracht
Fs = spankracht
enzovoort

Slide 14 - Tekstslide

Zwaartekracht berekenen
Fz = m x g
m = massa (in kg)
g = 10 N/kg
g wordt ook wel de zwaartekrachtversnelling genoemd.

Slide 15 - Tekstslide

voorbeeldvraag
Een appel van 150 gram ligt op een tafel.
Bereken hoeveel kracht de zwaartekracht uitoefent op de appel.
Fz = m x g
m = 150 gram = 0,15 kg
g = 10
->  Fz = 0,15 * 10 = 1,5 N

Slide 16 - Tekstslide

Zwaartekracht
Pijl tekenen:
  • Begin: in het zwaartepunt
  • Richting: naar beneden
  • Langte: hoe zwaarder hoe langer

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video