2 havo les 13, tussenletters in samenstellingen

Samenstellingen, even terugkijken...


Wanneer schrijf je twee woorden aan elkaar of los? Wanneer gebruikt je een streepje?
Als twee woorden samen één begrip vormen, schrijf je de woorden aan elkaar. De woorden hebben los een andere betekenis.

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Samenstellingen, even terugkijken...


Wanneer schrijf je twee woorden aan elkaar of los? Wanneer gebruikt je een streepje?
Als twee woorden samen één begrip vormen, schrijf je de woorden aan elkaar. De woorden hebben los een andere betekenis.

Slide 1 - Tekstslide

Los of aaneenschrijven?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Samenstellingen, nu verder....


Wanneer gebruik je een tussenletter?
Soms gebruik je een 's', soms een 'e', soms 'en' en soms helemaal niks.

Slide 6 - Tekstslide

Tussenletters bij samenstellingen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

seconde + wijzer =
A
secondenwijzer
B
secondewijzer

Slide 10 - Quizvraag

rogge + brood =
A
roggenbrood
B
roggebrood

Slide 11 - Quizvraag

spin + web=
A
spinnenweb
B
spinneweb

Slide 12 - Quizvraag

dronken + lap =
A
dronkenlap
B
dronkelap

Slide 13 - Quizvraag

en nu zelf

- Maak opdracht 1 t/m 5;

Opdracht 4 mag je opzoeken in een woordenboek.

- Controleer de antwoorden;

- Leer de regels uit je hoofd.


Slide 14 - Tekstslide