23/24 week 5 - les 2

  • lire
  • écrire
Le but: à la fin de ce cours:
  • begrijp ik het forumbericht van Cédric.
  • heb ik zijn vragen beantwoord -  een paar zinnen over mezelf geschreven aan een Franse leeftijdsgenoot.

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  • lire
  • écrire
Le but: à la fin de ce cours:
  • begrijp ik het forumbericht van Cédric.
  • heb ik zijn vragen beantwoord -  een paar zinnen over mezelf geschreven aan een Franse leeftijdsgenoot.

Slide 1 - Tekstslide

Lire - Salut! Qui es-tu?

Ik lees de eerste alinea van het Forum bericht voor. Je leest zelf mee. 

Daarna volgen een paar vragen in het Frans.


Page 34

Slide 2 - Tekstslide

Réponds aux questions
Il s'appelle comment?

Ik habite où?

Il est néerlandais?

Il habite dans un appartement? 
Il s'appelle Cedric
Il habite à Nice.
Non, il est français.
Non, il habite dans une maison.

Slide 3 - Tekstslide

Réponds aux questions
Il a un jardin?

Il aime Nice et le quartier?

Il aime quel sport?


Oui, il a un petit jardin.
Oui, il aime Nice et le quartier.
Il laime le foot et le tennis.

Slide 4 - Tekstslide

Nice - 5 grootste stad van Frankrijk

Slide 5 - Tekstslide

Quelles sont les plus grandes villes de France ?

Slide 6 - Tekstslide

Quelles sont les plus grandes villes de France ?

Slide 7 - Tekstslide

Lire - Salut! Qui es-tu?
Je leest de 2e alinea zelf
Daarna beantwoord je  de 3 vragen op de volgende slide in je schrift.

Vind je het moeilijk: antwoorden kort of in NL
Vind je het makkelijk: antwoorden in Frans, maak hele zin.




Slide 8 - Tekstslide

Réponds aux questions
1. Il est en quelle classe?

2. Il va à l'ecole en métro? 

3. Où habite Jules?


Il est en cinquième.
Non, en bus.
Dans le même quartier.
In dezelfde wijk.

Slide 9 - Tekstslide

Écrire !
  • ik kan in het Frans reageren op een forum bericht
  • ik vertel minimaal 5 zinnen iets over mezelf.
  • ik gebruik de woorden en de zinnen die ik geleerd heb

Slide 10 - Tekstslide

Écrire - exercice 29
Je gaat antwoord geven op de eerste 5 vragen van Cédric.

Et toi, comment tu t'appelles?
Tu es français?
Tu habites où?
C'est une ville ou un village?
Comment s'appelle ton collège?
ou en où?
en voiture
en bus
à vélo


Slide 11 - Tekstslide

Slim werken! 

Slide 12 - Tekstslide

Aimer + le/la/les

J'aime le foot
J'aime le tennis
J'aime la musique
J'aime les vacances

Slide 13 - Tekstslide

Travaillez à deux
Lees de tekst voor aan je buurman/buurvrouw
Verbeter elkaar op schrijffouten en op uitspraak
Wie wil straks zijn tekst voorlezen aan de klas?
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld uitwerking
Salut !
Je m’appelle Anna.
Je suis néerlandaise.
J’habite à Delft.
C’est une ville.
Le collège s’appelle Stanislas College.
C'est à 5 minutes à vélo.
J’aime le hockey.

Slide 15 - Tekstslide

J'aime...
le ski, le hockey
l'équitation
l'athlétisme
la danse
le cyclisme
le VTT
le skate
la natation
le volley
le badminton
le hand-ball
J'aime...
le cinéma
le shopping
chanter
les voyages
les dessins
la peinture
les jeux

Slide 16 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 17 - Tekstslide

Test jezelf
1. Wat betekent: près de la mer?
2. Wat is het verschil tussen ou en où?
3. wat is het woord voor fiets in het Frans?
4. wat betekent grand-petit?
5. Hoe zeg je: ik houd van tennis / voetbal?

Slide 18 - Tekstslide

Ik begreep het leestekstje over Cédric.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Ik kon de vragen over de tekstvragen in het Frans beantwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Het is me gelukt om ten minste 5 zinnen op te schrijven over mezelf in het Frans
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Ik vind het leuk om Frans te praten
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Ik heb deze les veel geleerd
0100

Slide 23 - Poll

Ik vond deze les leuk
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Les devoirs
Leren alle apprendres

Slide 25 - Tekstslide