Grammar: Possessive 's


Possessive 's / Bezitsvorm
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Possessive 's / Bezitsvorm

Slide 1 - Tekstslide

Possessives (Bezitsvorm): 's / ' / of

Slide 2 - Tekstslide

Anna's cat

Slide 3 - Tekstslide

The cat's tail

Slide 4 - Tekstslide

The boy's book

Slide 5 - Tekstslide

Bas' book

Slide 6 - Tekstslide

Possessives (Bezitsvorm): 's / ' / of

Slide 7 - Tekstslide

Possessives (Bezitsvorm): 's / ' / of

Je gebruikt 'of' bij dingen.
- He lives on the corner of the street.
- The name of the ship was Titanic.




Slide 8 - Tekstslide

The wheels of the car

Slide 9 - Tekstslide

The door of the school

Slide 10 - Tekstslide

The days of the week

Slide 11 - Tekstslide

Possessives (Bezitsvorm): 's / ' / of

Slide 12 - Tekstslide

the cats' food

Slide 13 - Tekstslide

the snakes' habitat

Slide 14 - Tekstslide

 Een woord met s
Als er al een S staat aan het eind van een woord, bijvoorbeeld omdat het meervoud is gebruik je alleen een '

- The elephants' ears
- giraffes' necks
- cats' tails

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een 's ?
A
bij dingen
B
bij mensen en dieren

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer gebruik je alleen ' ?
A
als het woord eindigt op een -S
B
als het woord in het meervoud eindigt op -S

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer gebruik je of ?
A
bij dingen
B
bij mensen en dieren

Slide 18 - Quizvraag

Julia - backpack.
A
Julia' backpack
B
Julias's backpack
C
Julia's backpack
D
the backpack of Julia

Slide 19 - Quizvraag

Thyn - table.
A
Thyn' table
B
Thyns's table
C
Thyn's table
D
the table of Thyn

Slide 20 - Quizvraag

Ties - phone.
A
Ties' phone
B
Ties's phone
C
the phone of Ties

Slide 21 - Quizvraag

The students - teacher.
A
The students' teacher
B
The students's teacher
C
The teacher of the students

Slide 22 - Quizvraag

The dogs - owners.
A
The dogs' owners
B
The dogs's owners
C
The owners of the dogs

Slide 23 - Quizvraag

The rules - the school.
A
The schools' rules
B
The schools's rules
C
The rules of the school

Slide 24 - Quizvraag

The windows - the house.
A
The house' windows
B
The houses's windows
C
The windows of the house

Slide 25 - Quizvraag

Homework 
  • Exercise 31-32 (page 75)
  • Slimstampen Grammar 13a-13b

Slide 26 - Tekstslide

I can use possesive 's correctly.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Slide 28 - Tekstslide