H1 Getallen - les 2

Startrekenen Vooraf
H 1 : getallen 


waarde van getallen
meer-minder
rekenmachine

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Startrekenen Vooraf
H 1 : getallen 


waarde van getallen
meer-minder
rekenmachine

Slide 1 - Tekstslide

Getallen
Getallen hebben verschillende waarde.





De 6 is een honderdtal       De 6 staat voor 600

De 3 is een tiental                 De 3 staat voor    30

De 8 is een eenheid             De 8 staat voor       8


Slide 2 - Tekstslide

Getallen
Je kunt het getal in een raster schrijven.







H
T
E
6
3
8

Slide 3 - Tekstslide

Getallen
Wat gebeurt er met
de waarde van het getal
als je er een 0 achter 'plakt'?

Slide 4 - Tekstslide

Getallen


De 6 is een duizendtal      De 6 staat voor 6.000

De 3 is een honderdtal     De 3 staat voor     300


De 8 is een tiental               De 8 staat voor       80


De 0 is een eenheid            De 0 staat voor         0

Slide 5 - Tekstslide

Getallen
Je kunt het getal in een raster schrijven.







D
H
T
E
6
3
8
0

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het getal waard?

Slide 7 - Tekstslide


Wat is het getal
9 waard?
A
duizendtal
B
honderdtal
C
tiental
D
eenheid

Slide 8 - Quizvraag


Wat is het getal
7 waard?
A
duizendtal
B
honderdtal
C
tiental
D
eenheid

Slide 9 - Quizvraag


Wat is het getal
2 waard?
A
duizendtal
B
honderdtal
C
tiental
D
eenheid

Slide 10 - Quizvraag


Wat is het getal
3 waard?
A
duizendtal
B
honderdtal
C
tiental
D
eenheid

Slide 11 - Quizvraag


Wat is het getal
3 waard?
A
duizendtal
B
honderdtal
C
tiental
D
eenheid

Slide 12 - Quizvraag


Wat is het getal
3 waard?
A
duizendtal
B
honderdtal
C
tiental
D
eenheid

Slide 13 - Quizvraag


Wat is het getal
8 waard?
A
duizendtal
B
honderdtal
C
tiental
D
eenheid

Slide 14 - Quizvraag

Getallen vergelijken

Slide 15 - Tekstslide

Getallen vergelijken
Je kunt getallen vergelijken.

Je gebruikt dan de woorden: meer en minder.

Dit kan ook met een teken:           >               <



TIP:
- Je kunt de letter K maken van Kleiner
- De punt wijst naar het kleinste getal.

Slide 16 - Tekstslide

Getallen vergelijken
voorbeeld:






15 ballonnen is ...................... dan 25 ballonnen.
                                                    
                        meer                     minder          
                            >                               <                           

Slide 17 - Tekstslide


100 ballonnen
is ....... dan
75 ballonnen.
A
meer
B
minder
C
>
D
<

Slide 18 - Quizvraag


200 puzzelstukjes
is ....... dan
240 puzzelstukjes.
A
meer
B
minder
C
>
D
<

Slide 19 - Quizvraag


80 snoepjes
zijn ....... dan
85 snoepjes.
A
meer
B
minder
C
>
D
<

Slide 20 - Quizvraag

Zet de getallen van 
  klein naar groot.

Slide 21 - Sleepvraag