Spelling 1 mavo/havo blok 3 meervoudsvormen

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Meervouden van znw
Meestal schrijf je de meervouden zoals je ze uitspreekt. In het boek staan 9 regels over bijzondere meervoudsvormen. Zo hebben sommige woorden twee meervoudsvormen (keuzes, keuzen). 

Slide 2 - Tekstslide

Blok 3
Doel:
- je kan het meervoud van een zelfstandig naamwoord vormen

Slide 3 - Tekstslide

Meervouden van znw (1)
Belangrijke regels:
- bij woorden op -ee of -ie krijgt het meervoud een trema + e als de klemtoon op de laatste lettergreep valt (WEL: idee - ideeën  Niet: bacterie - bacteriën)
- bij woorden die eindigen op een klinker, schrijf je een apostrof als je het verkeerd uit gaat spreken (oma - oma's, radio - radio's)

Slide 4 - Tekstslide

Meervouden van znw (2)
Vervolg belangrijke regels:
- bij woorden die eindigen op el, -es, -et, -ik of -it krijg je GEEN dubbele medeklinker (dreumes - dreumesen, havik - haviken) als de klemtoon NIET op de laatste lettergreep ligt. 

Slide 5 - Tekstslide

Luiwammesen
Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

Diskjockey's
Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

Medici
Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quizvraag

Paragraven
Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

Kopieën
Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag