Maatschappijleer les 4.3

4.3: Wij en zij
Door Tim, Merlijn, Casper, Daniel en Terence
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

4.3: Wij en zij
Door Tim, Merlijn, Casper, Daniel en Terence

Slide 1 - Tekstslide

Wij en zij
  • Wat is het?
  • Hoe ontstaat het?
  • Gevolgen
Hoe werkt wij-zij-denken en welke maatschappelijke gevolgen heeft dit?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het?
Kenmerken:
  • Positief beeld van de eigen groep (ingroup), negatief beeld van de anderen (outgrouup).
  • Afzetten tegen de andere groep versterkt de onderlinge band en saamhorigheid in de eigen groep.
  • Gaat vaak samen met stereotypen en vooroordelen

Functie:
  • Vervult behoefte om ergens bij te horen.
  • Draagt bij aan een positieve identiteit
  • Zorgt voor verbondenheid in de ingroup.
   Pluriforme samenleving
4.3: Wij en zij
Wat is het?  
wij-zij-denken
Het onderscheiden van een wij-groep en een zij-groep. Je denkt positiever over jouw wij-groep dan de andere zij-groep.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe ontstaat het?
   Pluriforme samenleving
4.3: Wij en zij
Hoe ontstaat het?  
Categoriseren
Stereotypen
Vooroordelen
Wij-zij-denken

Slide 4 - Tekstslide

Categoriseren
  • Hokjesdenken
  • Wereld overzichtelijk maken
  • Snel beslissingen maken
   Pluriforme samenleving
4.3: Wij en zij
Hoe ontstaat het? > Categoriseren  
Categoriseren
Het plaatsen van personen in hokjes (categorieën) met bepaalde simpele kenmerken waardoor je gaat generaliseren.

Slide 5 - Tekstslide

Denk in hokjes!
Chinees
Nerd
Fransman
Van adel

Slide 6 - Sleepvraag

Stereotypen
  • Een beeld over mensen
  • Voorbeeld: buitenlanders begrijpen niet goed hoe Nederland werkt.
  • Socialisatieprocessen
  • Beinvloed door cultuur en media
   Pluriforme samenleving
4.3: Wij en zij
Hoe ontstaat het? > Stereotypen  
Stereotypen
Een vast gegeneraliseerd beeld over een bepaalde groep. Dit is ooit ontstaan, klopt meestal niet voor het individu en verdwijnt moeilijk.

Slide 7 - Tekstslide

Is dit een stereotype?
'Alle islamieten zijn terroristen'
Stereotype
Geen stereotype, gewoon waar
Geen stereotype en niet waar

Slide 8 - Poll

Is dit een stereotype?
'Fransen drinken altijd wijn en Duitsers drinken altijd bier. '
Stereotype
Geen stereotype, gewoon waar
Geen stereotype en niet waar

Slide 9 - Poll

Is dit een stereotype?
'Amerikanen zijn dikke ongecultureerde barbaren'
Stereotype
Geen stereotype, gewoon waar
Geen stereotype en niet waar

Slide 10 - Poll

Is dit een stereotype?
'Oostblokkers werken altijd hard'
Stereotype
Geen stereotype, gewoon waar
Geen stereotype en niet waar

Slide 11 - Poll

Vooroordelen
  • Oordeel zonder fundatie
  • Positief of negatief
  • Voorbeeld: Nerds zijn slim
   Pluriforme samenleving
4.3: Wij en zij
Hoe ontstaat het? > Vooroordelen  
Vooroordeel
Een oordeel over een persoon of groep zonder fundatie. Je kent de groep dus nog helemaal niet maar hebt al wel iets over ze te zeggen door bijvoorbeeld je referentiekader. Dit vooroordeel is gebaseerd op categorie of stereotype.

Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen
   Pluriforme samenleving
4.3: Wij en zij
Gevolgen  
Discriminatie
Angst voor
het vreemde
Polarisatie
Wij-zij-denken
Reactie van de outgroup
Racisme
Verbinden

Slide 13 - Tekstslide

Bedenk een positief gevolg van
wij-zij-denken.

Slide 14 - Open vraag

Discriminatie
  • Ongelijke behandeling
  • Voorbeeld: als gedacht wordt dat mensen uit bepaalde
    landen niet goed werken (Stereotype),
    worden ze niet aangenomen (Discriminatie)
  • Op basis van nationaliteit, geslacht, leeftijd, ...
   Pluriforme samenleving
4.3: Wij en zij
Gevolgen > Discriminatie  
Discriminatie
Een ongelijke behandeling tussen verschillende groepen, op basis van vooroordelen in een gelijke situatie. Ook heeft de ongelijke behandeling niks te maken met de eisen die benodigd zijn voor de situatie.
Institutioneel rascisme
Racisme
Systematisch racisme,  omdat het in de regels of wetten staat van bijvoorbeeld de overheid, organisaties en verenigingen. Het kan zich ook bevinden in onze dagelijkse samenleving.
De gedachtegang dat iedereen ingedeeld kan worden op basis van ras en dat er betere en slechtere rassen zijn. Tegenwoordig gaat de term ook over discriminatie door afkomst.

Slide 15 - Tekstslide

Angst voor het vreemde
  • Haat/angst tegen onbekende dingen
  • xeno = vreemd, fobie = angst
  • voorbeeld: Buurtbewoners protesteren tegen een moskee, want dat is vreemd/anders.
  • Het probleem: anders is niet altijd slecht
   Pluriforme samenleving
4.3: Wij en zij
Gevolgen > Angst voor het vreemde  
Xenofobie
Een soort haat of angst tegen vreemde onbekende dingen. Binnen de zin van het woord vallen hier LHBTIQA+, buitenlanders en vreemdelingen onder. Meestal wordt de term wel alleen gebruikt in racistische context.

Slide 16 - Tekstslide

Polarisatie
  • 2 polen die tegen over elkaar staan (zoals de noord en zuid pool)
  • 2 verschillende meningen/kanten
  • Media
  • Stille midden
   Pluriforme samenleving
4.3: Wij en zij
Gevolgen > Polarisatie  
Polarisatie
Het verder uit elkaar stromen van de 2 verschillende kanten over een disscusie. Bij polarisatie hebben beide kanten extremere meningen over de andere kant, gaan ze minder met elkaar overleggen en vindt geweld vaker plaats.

Slide 17 - Tekstslide

Noem een recente gebeurtenis dat heeft geleid tot polarisatie.

Slide 18 - Open vraag

Reactie van de outgroup
  • Reactie van de mensen die ongelijk worden behandeld
  • Legitiem: naar de rechter
    voorbeeld: protest tegen apartheid
  • Terugtrekken: minder sociale cohesie
    voorbeeld: uiteenvallen Joegoslavië
  • Tegen de groep keren: radicalisering/extremisme
    voorbeeld: genocide Rwanda
   Pluriforme samenleving
4.3: Wij en zij
Gevolgen > Reactie van de outgroup  

Slide 19 - Tekstslide

Verbinden
  • Positief
  • Versterkt sociale cohesie
  • Inclusieve samenleving: iedereen mag erbij horen
   Pluriforme samenleving
4.3: Wij en zij
Gevolgen > Verbinden  
Inclusieve samenleving
Een samenleving waar iedereen deel van mag zijn en zichzelf mag zijn, ongeacht geaardheid, huidskleur, geloof, man of vrouw etc.

Slide 20 - Tekstslide

Noem een persoonlijke factor wat de sociale cohesie versterkt.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

Einde

Slide 23 - Tekstslide