H6.2

H6.1
Voorkennis
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H6.1
Voorkennis

Slide 1 - Tekstslide

Aardoliefracties worden gescheiden door middel van .....
A
filtratie
B
verbranding
C
extractie
D
destillatie

Slide 2 - Quizvraag

Een aardoliefractie is een mengsel en heeft dus een .....
A
kooktraject
B
kookpunt

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de algemene formule van een alkaan?
A
CnH2n
B
CnH2n+2
C
CnH2n+4
D
C2nHn+2

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heet het proces waarbij grote koolwaterstofmoleculen in kleinere delen worden gesplitst
A
breken
B
splitsen
C
kraken
D
hakken

Slide 5 - Quizvraag

H6.2 Kunsstoffen

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen

Je leert:

  • Hoe kunststoffen worden gemaakt;
  • De naam van een plastic af te leiden;
  • Welke soort kunststoffen er zijn;
  • Stofeigenschappen van kunststoffen.

Slide 7 - Tekstslide

Kunststoffen

  • Na het kraken van koolwaterstoffen ontstaan er monomeren
  • Een monomeer is een gedeelte van een kunststof. Voorbeeld: etheen (C2H4)
  • Mono = één

Slide 8 - Tekstslide

Kunststoffen

  • Na het kraken van koolwaterstoffen ontstaan er monomeren
  • Een monomeer is een gedeelte van een kunststof. Voorbeeld: etheen (C2H4)
  • Mono = één

Slide 9 - Tekstslide

Kunststoffen

  • Na het kraken van koolwaterstoffen ontstaan er monomeren
  • Een monomeer is een gedeelte van een kunststof. Voorbeeld: etheen (C2H4)
  • Mono = één

Slide 10 - Tekstslide

Kunststoffen

Slide 11 - Tekstslide

Kunststoffen

Slide 12 - Tekstslide

Kunststoffen

Slide 13 - Tekstslide

Kunststoffen

Slide 14 - Tekstslide

Kunststoffen

Slide 15 - Tekstslide

Kunststoffen

Slide 16 - Tekstslide

Kunststoffen

  • Meerdere monomeren vormen uiteindelijk een polymeer (polymerisatiereactie)
  • Kunststoffen zijn polymeren. Een polymeer bestaat dus uit monomeren
  • Dit noemen we nu polyetheen
  • Poly = veel 

Slide 17 - Tekstslide

Kunststoffen

  • Meerdere monomeren vormen uiteindelijk een polymeer (polymerisatiereactie)
  • Kunststoffen zijn polymeren. Een polymeer bestaat dus uit monomeren
  • Dit noemen we nu polyetheen
  • Poly = veel 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Kunststoffen

  • Polyetheen wordt uiteindelijk gebruikt voor onder andere speelgoed, emmers  en draagtassen

Slide 20 - Tekstslide

Kunststoffen

  • Je hebt 2 soorten polymeren (kunststoffen): thermoplasten en thermoharders
  • Deze twee polymeren hebben verschillende eigenschappen 

Slide 21 - Tekstslide

Thermoplast
  • Lange losse moleculen
  • Moleculen komen los van elkaar bij verwarmen
  • Thermoplast vervormt bij verwarmen
  • Hebben geen        dwarsverbindingen 

Slide 22 - Tekstslide

Thermoharder
  • Hebben wel dwarsverbindingen
  • Smelt niet bij verhitten, maar ontleedt
  • Zijn hard en breken daardoor sneller (b.v.  steel van een koekenpan)

Slide 23 - Tekstslide

Thermoplasten en thermoharders

Slide 24 - Tekstslide

Eigenschappen kunststoffen
  • Zijn licht en sterk;
  • Zijn bestand tegen corrosie;
  • Je kunt ze in alle vormen maken;
  • Je kunt ze in alle kleuren maken;
  • Ze gaan lang mee;
  • Ze zijn goedkoop. 

Slide 25 - Tekstslide

Nadelen kunststoffen (Milieu)
  • Ze zijn niet of nauwelijks afbreekbaar
  • Bij verbranden komen vaak giftige stoffen vrij
  • Zorgt voor aardolie lekkage

Slide 26 - Tekstslide

Thermoplasten worden zacht als je verwarmd
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Is polyetheen een thermoharder of thermoplast?
A
Thermoharder
B
Thermoplast

Slide 28 - Quizvraag

Hoe heet de reactie waarbij polymeren worden gemaakt?
A
polymerisatiereactie
B
verbrandingsreactie
C
kraakreactie
D
verbindingsreactie

Slide 29 - Quizvraag

Wat gebeurt er met een thermoharder als je het te sterk verhit?
A
dan smelt het
B
dan gebeurt er niets
C
dan ontleedt het
D
dan wordt het zacht

Slide 30 - Quizvraag

Leerdoelen

Je weet nu:



  • Hoe kunststoffen worden gemaakt en welke 2 soorten er zijn;
  • Stofeigenschappen van kunststoffen; 
  • Waarom afval slecht is voor het milieu;
  • Hoe je afval kan hergebruiken.

Slide 31 - Tekstslide

Dat was het



Nu gaan we werken aan de weektaak 🙂

Slide 32 - Tekstslide